HOOFDSTUK 5 GROEI EN ONGELIJKHEID
5.1. GROEI OP LANGE TERMIJN: DE GOLVEN VAN KONDRATIEFF
De embedded economy benadrukt de continue interactie tussen
maatschappij, economie, en ecosysteem.
Technologische innovaties hebben grote effecten op zowel de economie
als de samenleving.
Het concept van economische groei in lange golven, vaak rond vijftig jaar,
werd vooral bekend door de Russische econoom Nikolai Kondratieff. Hij
stelde dat economische expansie volgt op technologische doorbraken,
waarna stagnatie en recessie optreden tot de volgende innovatiegolf
begint.
Schumpeter bouwde hierop voort en suggereerde dat technologische
innovatie cruciaal is voor economische cycli.
Hoewel niet iedereen het idee van deze vaste vijftigjarige golven
accepteert, is er brede erkenning van de grote invloed van technologische
veranderingen op de economie. Innovatie blijkt een endogeen proces: de
huidige organisatie en investeringen van de economie bevorderen
toekomstige technologische vooruitgang. Rijke landen, met hun middelen,
kunnen innovatie sterk aanjagen, wat leidt tot nieuwe sectoren, bedrijven,
en werkgelegenheid.
5.2. GROEI = TOENAME ECONOMISCHE TRANSACTIES
Economische groei meten we aan de hand van de evolutie van het reële
BBP, dat de totale economische activiteit van een land in een jaar
weergeeft.
Het reële BBP houdt rekening met prijsveranderingen, waardoor de
werkelijke groei in productievolume zichtbaar wordt. Economische groei is
aantrekkelijk omdat het banen creëert, de overheidsinkomsten verhoogt
en sociale investeringen mogelijk maakt.
Toch wordt het idee van voortdurende groei steeds meer ter discussie
gesteld. Niet iedereen profiteert evenveel, en groei kan ook negatieve
effecten hebben, zoals milieuschade of toenemende stress in de
samenleving.
Sommige bewegingen, zoals degrowth, pleiten voor een andere kijk op
economische ontwikkeling, gericht op duurzaamheid en welzijn.
5.3. VARIABELE GROEI OP KORTE TERMIJN
Economische groei verschilt elk jaar en kan soms negatief zijn, zoals
tijdens de crisis van 2008-2009.
, Gemiddeld groeien economieën, wat gunstig is voor werkgelegenheid en
overheidsinkomsten. Groei creëert meer banen, verhoogt de
belastinginkomsten en helpt overheden besparen op
werkloosheidsuitkeringen. Rijke landen kunnen door groei ook beter
investeren in milieubescherming. De relatie tussen groei en milieukwaliteit
volgt vaak een omgekeerde U-vorm: naarmate landen rijker worden,
verbeteren ze hun leefmilieu. Een voorbeeld hiervan is China, dat nu
investeert in hernieuwbare energie om de luchtkwaliteit te verbeteren.
ZIE FIGUUR 5.1 p. 185
5.4. HOE VERKLAREN WE GROEI OP MIDDELLANGE TERMIJN?
Lange termijn groei wordt beïnvloed door technologische innovaties,
bekend als K-golven, die de economie cyclisch doen schommelen.
Op korte termijn, binnen drie jaar, beïnvloeden onverwachte
gebeurtenissen zoals Brexit of handelsconflicten de economische
verwachtingen en consumptie. Voor middellange termijn groei (10-15 jaar)
zijn structurele factoren belangrijk, zoals arbeidsproductiviteit en de
grootte van de actieve bevolking. De economie hangt af van hoe
productief mensen zijn en hoeveel mensen er werken. In landen met een
groot BBP speelt een combinatie van hoge productiviteit en een grote
bevolking een rol.
Q= (Q/B).B
Q= de totale (potentiële) productie
B= bevolking op actieve leeftijd
5.4.1. BEVOLKING
België's bevolking groeide van 10,58 miljoen in 2007 naar 11,35 miljoen in
2018, een stijging van 7,3%. Meer mensen op actieve leeftijd betekent
meer arbeid en consumptie, wat de economie stimuleert. Dit leidt tot meer
productie, werkgelegenheid en belastinginkomsten, waarmee de overheid
verdere groei kan ondersteunen.
Landen met een groeiende werkende bevolking hebben vaak hoge
groeicijfers, terwijl landen met een dalende bevolking, zoals Japan,
stagnatie ervaren.
5.4.2. PRODUCTIVITEIT
Arbeidsproductiviteit, of hoeveel iemand produceert per uur of per jaar,
kan op verschillende manieren worden gemeten.