Nederlands 1-1
1. Taal in samenhang en algemene richtlijnen
2. Algemene opmerkingen
3. Taal in de 21e eeuw
Taal vervult vele functies in de school en de samenleving.
Taal is een krachtig bindmiddel dat communicatie mogelijk maakt.
Taal vormt een van de belangrijkste instrumenten om volwaardig deel te nemen aan onze complexe,
superdiverse en meertalige 21e-eeuwse samenleving.
Taalcompetentie is het geheel van talige kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om geschreven,
gesproken en multimodale teksten te kunnen begrijpen, evalueren en gebruiken.
- Volwaardige deelname aan de samenleving wordt mogelijk
- De eigen doelen kunnen gerealiseerd worden
- De eigen kennis en mogelijkheden kunnen levenslang en duurzaam worden ontwikkeld
De leesvaardigheid van Vlaamse leerlingen is significant achteruitgegaan.
, 4. Taalonderwijs in de 21e eeuw
In het onderwijs gebruiken we de hele dag taal. Daarom is de schooldag uiterst geschikt om de ontwikkeling
van taalcompetentie te stimuleren.
Taalkrachtig onderwijs is in alle leergebieden en schooldagonderdelen van cruciaal belang om het leren van,
in en over taal zo goed mogelijk te stimuleren.
Leren van taal
- Taal leren door met taal bezig te zijn, door taal te gebruiken
Leren in taal
- We gebruiken taal als een middel om andere dingen te leren
Leren over taal
- We zoomen in op specifieke talige doelen en leerinhouden
4.1 Taalkrachtig taalonderwijs, de hele dag: zeven principes
4.1.1 Taalkrachtig onderwijs stimuleert een positieve talige
grondhouding
= vormt de basis van taalkrachtig onderwijs. Het is een samenspel van veilige taaloefenkansen creëren, het
talige repertoire van leerlingen omarmen en hoge verwachtingen koesteren t.o.v. hun taalleerpotentieel.
Rekening houden met de motivatie van leerlingen en met andere sociaal-emotionele factoren.
Je moet aandacht geven aan de randvoorwaarden die hen veiligheid, vertrouwen en plezier laten ervaren
terwijl ze taal leren.
Je creëert een omgeving waarin de leerlingen ene positieve talige grondhouding kunnen aankweken.
4.1.1.1 Een veilige oefencontext aanbieden
Voor leerlingen die een taal leren, zijn veilige oefenkansen cruciaal.
Leerlingen worden gestimuleerd om taal te gebruiken en voelen dat ze fouten mogen maken, zo creëer je
een positieve omgeving.
Zonder veilige spreek- en schrijfkansen te bieden weet je niet hoe leerlingen de taal in hun hoofd gebruiken,
en kun je hun geen feedback geven.
4.1.1.2 Het talige repertoire van leerlingen omarmen
Niet elke leerling pikt taal op hetzelfde tempo op. Je hebt bij elke leerling afzonderlijk oog voor wat wel en
niet werkt.
Toon interesse in de talen die de leerlingen (thuis) spreken, waardeer dat ze zoveel talen kennen.
4.1.1.3 Hoge verwachtingen koesteren
Leerlingen moeten voelen dat hun leraren geloven in hun taalleervermogen.
Door hoge verwachtingen te koesteren geef je de boodschap dat iedereen kan leren en dat zorgt voor het
nodige zelfvertrouwen.
Het is belangrijk dat ze een rijk taalaanbod krijgen en uitdagende talige taken kunnen uitvoeren.
Toon aan de leerlingen dat je in hun taalleerpotentieel gelooft. Dit creëert geborgenheid en veiligheid.
Veilige taaloefenkansen creëren, talige repertoire van leerlingen omarmen en hoge verwachtingen
koesteren voorwaarden om tot een positieve talige grondhouding bij leerlingen te komen
,4.1.2 Taalkrachtig onderwijs is contextrijk
= biedt veel en rijk taalaanbod en verbindt dat met de interesses en de leefwereld van de leerlingen, en met
hun eerder opgedane ervaringen en kennis. Context geeft betekenis aan het leerproces van leerlingen en
werkt motiverend.
Taal krijgt invulling en betekenis door te zorgen voor veel taalaanbod binnen een betekenisvolle context. Die
geef je vorm door op de interesses en de voorkennis van leerlingen in te spelen en door aan te sluiten bij
hun leefwereld.
Contextrijk onderwijs geef je vorm door te vertrekken vanuit concrete materialen, vragen en situaties en die
te verbinden met abstracte inhouden.
Belangrijk dat de context waarin je taal gebruikt rijk en ondersteunend is.
Je creëert een context rijke omgeving door visuele ondersteuning, reële ervaringen, authentiek materiaal,
rijk taalaanbod en veel talige ondersteuning.
Leren wordt contextrijker als je de nieuwe leerinhoud kunt verbinden met eerder opgedane ervaringen en
kennis.
4.1.3 Taalkrachtig onderwijs is functioneel
= het leren van taal is hierbij hand in hand met het gebruiken van taal om betekenisvolle doelen te bereiken.
Taal functioneel inzetten om verschillende doelen te bereiken is voor leerlingen de voornaamste reden en
motivatie om taal te gebruiken.
Ons (taal)onderwijs wordt functioneler als taal dienst om allerlei andere doelen te bereiken.
Een functioneel doel in een les kan de motivatie aanzwengelen, voor uitdaging zorgen. Uitdaging creëer je
door taken te geven waarvan het niveau net iets boven dat van de leerlingen ligt.
4.1.4 Taalkrachtig onderwijs is (inter)actief
= veer van elkaar kunnen leren, kwaliteitsvolle input en feedback van de leraar krijgen en de kans hebben
om actief te leren.
Om taal te verwerven moeten we zoveel mogelijk kansen krijgen om taal actief te gebruiken.
Moeten veel mondeling en schriftelijk taalaanbod krijgen en hier veel op kunnen reageren. Op hun eigen
taaluitingen moeten ze dan feedback krijgen.
4.1.4.1 Leraar-leerling interactie
De kwaliteit van je interactie met de leerlingen is cruciaal.
Een persoonlijk taalaanbod en feedback leiden dat de leerlingen op hun niveau ondersteund worden en
heel veel taak kunnen oppikken.
Taalstimulerend reageren op de taaluitingen van de leerlingen is een belangrijk onderdeel van een goede
interactieve houding.
Het belang van een goede vraagstelling mag niet onderschat worden. Opinievragen en vragen die het
denken stimuleren kunnen zo verrijkend zijn in het taalproces.
4.1.4.2 Leerling-leerling interactie
Leerlingen moeten vaak de kans krijgen om per 2 of in groepjes aan taken samen te werken.
4.1.5 Taalkrachtig onderwijs geeft ondersteuning
= combinatie van feedback, feed-up, feedforward en differentiërende keuzes die je maakt, om ervoor te
zorgen dat de leerlingen de kloof kunnen overbruggen tussen wat ze wel kennen en kunnen en wat nog
niet. Ondersteuning kan zowel individueel als klassikaal.
Ondersteuning kan door feeback te geven op de taaluitingen.
Kwaliteitsvolle feedback: combinatie van
- Feedback (beschrijving van de huidige stand van zaken)
- Feed-up (beschrijving van de gewenste leeruitkomst)
- Feedfoward (beschrijving van de stap die nodig is om bij de gewenste leeruitkomst te belanden)
Hoe gerichter de ondersteuning, hoe meer dit oplevert.
Scaffolding: de juiste hoeveelheid ondersteuning bieden om leerlingen een trapje hoger te brengen.
, 4.1.6 Taalkrachtig onderwijs heeft aandacht voor impliciet en
expliciet leren
Impliciet leren= in contextrijke situaties functionele en (inter)actieve opdrachten krijgen, waardoor ze
onbewust taal oppikken.
Expliciet leren= bewust inzoomen op talige aspecten.
Taalkrachtig onderwijs bestaat uit een samenspel van impliciet en expliciet leren.
Impliciet leren onbewust nieuwe taal oppikken.
Expliciet leren bewust stilgestaan bij vormelijke en theoretische aspecten van taal.
Aandacht voor expliciet leren doe je door te focussen op taal terwijl de leerlingen bezig zijn met
contextrijke, functionele opdracht.
4.1.7 Taalkrachtig onderwijs biedt kansen tot reflectie
Door te reflexteren werk je expliciet aan de taalcompetentie van de leerlingen, door na te denken over het
proces dat ze doorlopen, over hun eindproduct, maar ook over hun individuele vooruitgang.
Leren en reflecteren gaan hand in hand.
Reflectie kun je inbouwen op verschillende momenten en op verschillende niveaus.
4.1.7.1 Reflectie op initiatief van de leraar
Reflectie kun je inbouwen in je eigen ondersteuning, je kunt het ook opnemen in de taakomschrijving.
Reflectie is zinvol nadat een opdracht is uitgevoerd.
4.1.7.2 Reflectie door medeleerlingen
Meerwaarde voor wie de feedback krijgt en ook veer degene die de feedback geeft.
4.1.7.3 Rijd en ruimte om te reflecteren
Je moet genoeg ruimte en tijd vinden om reflectie en ondersteuning een plaats te geven in je lessen.
4.2 Taal in en buiten de taalles: een kwestie van inzoomen
en uitzoomen
Niet-taallessen zijn ook bijzonder geschikt om de taalontwikkeling van leerlingen te stimuleren.
Uitzoomen biedt een breder perspectief dat leerlingen toelaat om hun talige competentie in te zetten en te
versterken, te verbreden en te verdiepen.
Zonder context is het niet eenvoudig om een voord te definiëren.
Taal leren verloopt niet automatisch.
Taal leren is verbonden met de ontwikkeling van andere competenties en met het behalen van alle
doelstellingen.
4.3 Taalbeleid: taalkrachtig onderwijs op de hele school
Het is niet voldoende om de 7 principes van taalkrachtig taalonderwijs slechts nu en dan in de praktijk te
brengen.
Taalbeleid heeft als doel de taalvaardigheid van leerlingen te versterken en de prestatiekloop o.b.v.
achtergrondkenmerken te verkleinen.
5. Lesschema’s
P24-41 mag je meenemen naar het examen