Samenvatting Nederlands Volop Taal
Pg 14-20
- Taal = belangrijke sleutelcompetentie
- Taal is de hele dag door aanwezig in het leven
- Zowel in school als buiten school
- Taal: om te communiceren, leren, doelen bereiken, …
- Taal vervult veel functies in school en in de samenleving
- Taal -> 1 van de belangrijkste instrumenten om volwaardig deel te nemen aan onze
complexe, superdiverse en meertalige 21ste eeuwse samenleving
- Taalvaardigheid bepaalt mee in welke mate je succes ervaart, in hun persoonlijk
leven, op school en later op de arbeidsmarkt
- Talige competenties van jongs af aan al belangrijk
- Alle competenties doen een beroep op taal: bewust omgaan met verandering,
complexe info verwerken, kritisch en probleemoplossend denken, zelfstandig
beslissingen nemen, communiceren in diverse contexten, omgaan met nieuwe
technologie
- Wie complexe info wil verwerken moet bronnen kunnen raadplegen -> sterk
ontwikkelde les- en luistervaardigheid nodig ook schriftelijk en mondeling vlot
kunnen uitdrukken -> creatief zijn met taal
- Je moet je taalgebruik kunnen aanpassen aan de situatie en doelpubliek
- Tweeten of sms’en -> beknopt creatief schrijven
- Conceptualiserende functie -> op zoek gaan naar verschillen tussen het dagelijks
leven van nu en in de tijd van de grootouders -> zaken benoemen, ordenen krijgt hij
meer en meer grip op de wereld
- Communicatieve functie -> maken samen een verhaal en geven betekenis aan de
werkelijkheid -> creëren verbondenheid
- Expressieve functie -> taal is een middel om uitdrukking te geven aan persoonlijke
emoties
- Sociale functie -> in de huidige samenleving is taal een belangrijke uiting va,n de
sociale groep waartoe je behoort of wilt behoren
Conceptualiseren, emoties uitdrukken, in interactie gaan zijn onlosmakelijk
verbonden met de identiteit die een leerling ontwikkelt
- Taalcompetenties is het geheel van talige kennis, vaardigheden en attitudes die nodig
zijn om geschreven, gesproken en multimodale teksten te begrijpen, te evalueren en
te gebruiken zodat:
1) Volwaardige deelname aan de samenleving mogelijk wordt
2) Eigen doelen realiseren
3) Eigen kennis en mogelijkheden levenslang en duurzaam kunnen worden ontwikkeld
, - Nederlands onderwijs moet zich vooral richten in authentieke situaties doelgericht
leren omgaan met (functionele) taal en daarvoor de talige kennis, vaardigheden en
attitudes ontwikkelen
Geen afzonderlijke elementen, hun onderlinge samenhang is van, groot belang en
moet in onderwijscontexten zoveel mogelijk bekeken en ontwikkeld worden
- Taalkennis -> verwijst naar wat iemand bewust en onbewust weet over allerlei
aspecten van taal, taalgebruik en taalsysteem
- Taalvaardig -> in staat zijn om talige handelingen uit te voeren
- Attitudes -> zeggen iets over de houding, emotie en motivatie ten aanzien van taal en
van de eigen taalcompetentie
- Internationale peilingen hebben vastgelegd dat de leesvaardigheid van Vlaamse
leerlingen sterk achteruitgegaan is.
- Grote kloof tussen leerlingen met een hoge en lage sociaaleconomische status
- Grote kloof tussen leerlingen met Nederlands als thuistaal en leerlingen met een
andere thuistaal
- Tekortkomingen in mondelinge en schriftelijke vaardigheden
Pg 56-73
- Alle leerlingen verwerven ongeacht hun achtergrond en intelligentie hun eerste taal
(inclusief complexe grammaticaal systeem) tijdens hun eerste 5 levensjaren, zonder
expliciete instructies te krijgen zoals taalonderwijs
- Behaviorisme -> kinderen leren taal door de volwassenen te imiteren via imitatie,
conditionering (beloning) en bekrachtiging (positieve feedback)
- Nativisme -> stelt dat het taalleervermogen aangeboren is en zich in de hersenen
bevindt (Noam, Chomsky & een Amerikaanse taalkundige nomen dat het language
acquisition device)
- Interactionele benadering -> combineert het nativisme en behaviorisme. De
mogelijkheid om een taal te verwerven (mondelinge taalvaardigheid van bij de
geboorte in de hersenen aanwezig) maar de mogelijkheid moet door de omgeving
gestimuleerd en geactiveerd worden