Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Basisbegrippen van recht (1ste bachelor, 15/20!) €16,59   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Basisbegrippen van recht (1ste bachelor, 15/20!)

6 revues
 994 vues  62 fois vendu

Dit document is een samenvatting van het vak "Basisbegrippen van recht", geschreven in en gedoceerd in de eerste bachelor Rechten aan de UGent. Ik had een 15/20 op het examen door louter deze samenvatting te studeren. Zowel de slides, als het boek zijn hierin verwerkt. Enkel het kleinere deeltje v...

[Montrer plus]

Aperçu 8 sur 89  pages

  • Oui
  • 9 octobre 2022
  • 89
  • 2021/2022
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (53)

6  revues

review-writer-avatar

Par: bobrys18 • 3 mois de cela

review-writer-avatar

Par: aliciadc • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: lauradecock28 • 1 année de cela

Traduit par Google

Really super clear and good summaries. However, the part of acquaintance with civil procedural law is not in the summary.

review-writer-avatar

Par: londepaepe • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: chloeuyttendaele • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: maximsobrie • 2 année de cela

avatar-seller
Rechtenstudentxo
Basisbegrippen van recht




Inhoudsopgave

1

,Deel 1: wat is recht?

Hoofdstuk 1: het recht – een geheel van gedragsregels
1. Enkele definities

Objectief recht <-> subjectief recht
Het objectief recht is het recht als geheel van gedragsregels met bepaalde specifieke
kenmerken.
Subjectieve rechten zijn juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een
rechtssubject op bepaalde zaken of jegens bepaalde personen kan uitoefenen om zijn
doelstellingen te verwezenlijken.
Privaatrecht <-> publiekrecht
Privaatrecht bevat de rechtsregels die de private (horizontale) rechtsverhoudingen
tussen de burgers regelen.
Publiekrecht regelt de uitoefening van het staatsgezag (verticale verhouding: tussen
de staat en de machtonderhorigen).
Rechtsfeiten
Rechtsfeiten zijn feiten waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt.
Bijvoorbeeld: aan de geboorte worden rechtsgevolgen gekoppeld. Wanneer een kind
geboren wordt moet de naam van de biologische moeder en vader worden vermeld.
Die vrouw en man oefenen dus het ouderlijk gezag uit.
Ander voorbeeld: als je door het rood licht rijd, kan je een boete krijgen.
Rechtshandelingen
Rechtshandelingen zijn menselijke wilsverklaringen waaraan het recht
rechtsgevolgen verbindt en die gesteld worden om deze rechtsgevolgen mee te
brengen. Dit is de actieve component.
Bijvoorbeeld: ik erken een kind (vaderlijke erkenning), ik wil huwen, ik ga naar de
bakker en ik koop iets (elke overeenkomst = rechtshandeling)
Rechtsgevolgen
Rechtsgevolgen zijn gevolgen die het recht koppelt aan feiten die beantwoorden aan
de hypothese die in een norm vervat ligt.




2

,2. Centrale elementen in het begrip recht


Hoofdstuk 2: relativiteit van deze benadering
Niet overal wordt het recht, zoals in continentaal Europa, gezien als een stel gedragsregels.
Common law ≠ civil law
Common law = de regel staat niet zo centraal. Er gaat meer aandacht naar de oplossing van
concrete gevallen dan naar de opbouw van een samenhangend geheel van abstracte
regelen. Civil law = men bekijkt het recht als een stel van gedragsregels en besteed meer
aandacht aan de opbouw van een samenhangend geheel van abstracte regels.

Marxistische opvatting Het recht wordt gezien als een middel tot onderdrukking van
de lagere klassen door de heersende klassen die over
productiemiddelen beschikken. In een klasseloze maatschappij
is er gewoonweg geen plaats voor het recht.
Traditioneel Afrikaans De maatschappelijke ordening wordt niet door bindende
recht rechtsregelen gerealiseerd, maar door overleg en sociale
gedragspatronen.
Verre Oosten Sociale gedragsregelen zijn essentieel

De vraag die men ons kan stellen is of dat wij niet te veel focussen op de ordenende functie
van het recht. Het zou namelijk ook mogelijk zijn de nadruk te leggen op de humaniserende
functie.


Deel 2: basisbegrippen

Hoofdstuk 1: rechtssubjecten
1. Begrippen
Rechtssubject
Rechtssubject is de “persoon” voor wie de rechtsnorm rechten en plichten
meebrengt.
We onderscheiden twee soorten rechtssubjecten:
 Fysieke persoon of natuurlijke persoon
 De rechtspersoon
Een persoon = iedere drager van rechten en plichten.
Juridische persoonlijkheid
Juridische persoonlijkheid omvat het geheel van rechten en plichten van een
rechtssubject.

3

, Deze komt tot uiting in de staat van een persoon en de bekwaamheid van een
persoon.


Staat van een persoon
Staat van een persoon = geheel van bepaalde hoedanigheden van een persoon die
zijn juridische toestand in de maatschappij en in de familie bepalen (artikel 6, § 2
BW).
We kunnen volgende elementen onderscheiden:
 Staat in de maatschappij (nationaliteit)
 Staat in de familie (afstamming en adoptie)
 Staat als enkeling
o Fysieke elementen (geslacht en leeftijd)
 18de verjaardag: volledig handelsbekwame meerderjarige
o Psychische elementen (geestestoestand)
 Dementeren: wanneer men niet meer bekwaam is om goederen te
beheren, is die persoon een volledig handelsonbekwame verklaarde
meerderjarige
o Civielrechtelijke elementen (woonplaats en familienaam)
 Familienaam: om u in een bepaalde familie te plaatsen
De staat van een persoon is afhankelijk van:
 Rechtsfeiten (geboorte en overlijden)
 Materiële rechtshandelingen (huwelijk, vaderschap)
 Rechterlijke uitspraken
o Huwelijk wordt onderbonden, niet nietig verklaard, en wijzigt dus de
staat in de familie en dus ook de rechtspositie. Wijziging rechtspositie
wijzigt hier ook de genotsbekwaamheid van een persoon, nl. men kan
met iemand anders huwen.
 Een wet
o Naturalisatiewet: een vreemdeling krijgt de Belgische nationaliteit,
beslist door de Kamer des Volksvertegenwoordigers. Dit zorgt voor
een verandering van de staat in de maatschappij van die fysieke
persoon. Dit is een gunst, geen recht.
De burgerlijke staat ≠ burgerlijke stand
 Burgerlijke staat = iemands rechts- en handelingsbevoegdheid
 Burgerlijke stand = afdeling in het gemeentehuis met registers over geboorte,
overlijden, huwelijk, … de administratie rond de burgerlijke staat
Artikel 6, § 1 BW
Functies van de burgerlijke stand:

4

,  De rechtszekerheid inzake de burgerlijke staat te garanderen
 Het bewijs van die wijzigingen van de staat van de persoon verzekeren
(via akten van de burgerlijke stand). De akten worden opgemaakt in
DABS (= Databank Akten Burgerlijke Stand)
Bezit van staat
De elementen van de staat van de persoon zijn vatbaar voor bezit.
Bezit van staat
 Feitelijke gedragingen van een andere betrokkene die wijzen in de richting
van de uitoefening van rechten en plichten inherent verbonden aan de status
familiae.
 M.a.w. een schijntoestand die juridisch wordt erkend.
Ik ben juridische vader van twee dochters uit kracht van de wet. Ik was namelijk getrouwd
met de moeder op het moment van geboorte. Ik moet dus geen juridische erkenning doen (=
wettelijk vermoeden van vaderschap). Mijn vaderschap wordt bevestigd door bezit van staat.
Ik gedraag mij namelijk als vader, Ik stel vaderlijk sociaalgedrag. Zij gedraagt zich als kind: zij
noemt mij papa. Dit staat los van de juridische correctheid.

De toestand op het vlak van huwelijk (art. 195 – 197 BW) of afstamming, ongeacht de vraag
of tussen die personen een geldig huwelijk of vastgestelde afstammingsband bestaat.

Functies (in het afstammingsrecht):
 Bewijsmiddel in procedure tot vaststelling van de afstamming
o Ter bekrachtiging van de juridische werkelijkheid
o Bv: art. 324 BW wat het onderzoek naar het vaderschap betreft
 Het kan verhinderen dat een op de biologische werkelijkheid gefundeerde
afstammingsband die hiermee strijdig is, wordt vastgesteld (= op grond van
niet-ontvankelijkheid)
o Bv: art. 318, § 1 BW: betwisting van het vaderschap van de echtgenoot
o Bv: art. 330, § 1, 1ste lid BW: betwisting van een moederlijke of
vaderlijke erkenning
o Er kan geen afstammingsprocedure worden opgestart
o Het socio-economisch vaderschap primeert op het biologische
Delphine Boël: ze is nog altijd juridisch kind van meneer Boël. Delphine betwist dit en het is al
bewezen. Maar Jaque heeft Delphine wel opgevoed. Heeft Delphine dan bezit van staat op
Jaque? Dit werd bevestigd en de vaderschap mocht dus niet betwist worden. Delphine is hier
niet mee eens en stapt naar het Grondwettelijk Hof. Zij beslissen dat artikel 318, § 1 BW
strijdig is met het recht op eerbiediging van het privéleven van een kind. De wettelijke regel
bestaat dus nog, maar is dus uitgehold. Er moeten uitzonderingen mogelijk zijn.

Thuis: er is een kind geboren en iedereen weet dat Bob de biologische vader is, maar de
moeder heeft beslist om haar kind te laten erkennen door Dries. De biologische vader wilt nu
juridische vader worden, dus er moet een procedure op basis van artikel 330, § 1 BW worden

5

, gestart (betwisting van vaderlijke erkenning). Maar in de wet staat dat als het kind bezit van
staat heeft tegenover de erkenning dat dezes vordering niet mogelijk is. Als Dries zich dus als
vader van het kind gedraagt, kan Bob de juridische vaderschap niet betwisten. Dit is ook
ongrondwettelijk verklaard door het Grondwettelijk Hof, dus ook hier zijn er uitzonderingen
mogelijk.

Het bezit van staat heeft een enkelvoudig en tweezijdig karakter.
 Enkelvoudig = het bezit van staat sluit het bezit van een andere staat uit.
Als de juridische vaderschap van een kind bevestigd wordt door man A, kan er
nooit een andere man ook vader zijn van dit kind.

 Tweezijdig = meerdere mensen kunnen een bezit van staat verwerven over
dezelfde persoon.
Het is wel mogelijk om bezit van staat te hebben tegenover een man en een
vrouw of tegenover een moeder en een meemoeder (twee vrouwen)
Bekwaamheid van een persoon
 Feitelijke bekwaamheid = de feitelijke mogelijkheid die een persoon bezit om een
bepaalde daad te stellen.
Wie maar één been heeft, zal niet feitelijk bekwaam zijn om met een niet-aangepaste
auto rond te rijden.
 Rechtsbekwaamheid of genotsbekwaamheid = de bevoegdheid om titularis te zijn
van rechten en plichten.
 Handelingsbekwaamheid = de bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig uit te
oefenen.

2. Fysieke personen
Elke mens is een rechtssubject, maar dit betekent niet dat elke mens evenveel subjectieve
rechten heeft, wel dat eenieder een gelijke rechts- en handelingsbekwaamheid heeft.
Fysieke personen
Een fysiek persoon is elk levend en levensvatbaar geboren mens, zonder
uitzondering.
Het recht is een antropocentrisch systeem: dieren, planten, embryo’s, lijken, cellen, …
hebben geen juridische persoonlijkheid, maar genieten wel van rechtsbescherming (zoals de
wetgeving betreffende de dierenbescherming). Alleen de levend en levensvatbaar geboren
mens heeft een juridische persoonlijkheid.
 De juridische persoonlijkheid begint bij de levende en levensvatbare geboorte
Opmerking:
- Een doodgeboren kind of een vrucht die onmogelijk kan overleven heeft geen
juridische persoonlijkheid.

6

, - Het ogenblik van de verwekking is van cruciaal belang. Een ongeboren vrucht kan
namelijk al bepaalde rechten hebben (geen plichten), op voorwaarde dat het kind
naderhand levensvatbaar wordt geboren.

Het ogenblik van de verwekking: periode tussen de 300 ste en de 180ste dag voor de
geboorte (art. 326 BW) (= vermoeden juris tantum).
Tijdvak = periode van 121 dagen, maar tegenbewijs is mogelijk.
Toepassingen i.v.m. het vaderschap van de echtgenoot van de moeder:
- Kind geboren 301 dagen na ontbinding van het huwelijk. Indien bewijs wordt
geleverd dat zwangerschap 302 dagen heeft geduurd, is het kind verwekt binnen
het huwelijk.
 Vaderschapsregel van art. 315 BW speelt voor dit laat geboren kind
- Kind geboren 180 dagen na ontbinding van het huwelijk. Indien bewijs wordt
geleverd dat zwangerschap slechts 179 heeft dagen geduurd, is het kind verwekt
na de ontbinding van het huwelijk.
 Vaderschapsregel van art. 315 BW speelt niet voor dit prematuur kind

 De juridische persoonlijkheid eindigt met de dood.
Na de dood kunnen bepaalde aspecten van de juridische persoonlijkheid wel nog
blijven bestaan of gewijzigd worden.
Voorbeelden: erkenning van een overleden kind, auteursrecht


3. Rechtspersonen
3.1 Begrip en bestaansreden
Rechtspersoon
Rechtspersoon = een groepering van rechtssubjecten die, net zoals een fysiek
persoon, titularis kan zijn van bepaalde rechten en plichten. Een rechtspersoon bezit
rechtspersoonlijkheid.

Er ontstaat de noodzaak om de samenwerking tussen fysieke personen te organiseren en te
structureren.

Daarnaast wordt de rechtspersoontechniek gebruikt om een bepaald vermogen af te
scheiden van het vermogen van de fysieke persoon die de rechtspersoon tot stand brengt,
ook buiten de groepsvorming.




7

, 3.2 Rechtspersoon versus feitelijk samenwerkingsverband

Rechtspersoon (Feitelijk) samenwerkingsverband
Het samenwerkingsverband verwerft zelf Het heeft geen rechtspersoonlijkheid (BV:
juridische persoonlijkheid maatschap, feitelijke vereniging)
(rechtspersoonlijkheid)


De rechtspersoon heeft een eigen vermogen dat afgescheiden is van de persoonlijke
vermogens van de individuele groepsleden. Deelgenoten ontvangen aandelen in ruil voor
hun inzet of middelen ten behoeve van het vermogen van de rechtspersoon.
 Schuldeisers van een individueel lid kunnen zich niet verhalen op het vermogen van
de rechtspersoon, maar enkel op het persoonlijke vermogen van de aandeelhouder.
Het feitelijk samenwerkingsverband heeft geen rechtspersoonlijkheid.
 Schuldeisers van een individueel lid kunnen zich verhalen op het voor de
samenwerking bestemde vermogen.
Vrienden kopen samen een boot (elk 50 000 euro). Als één van de drie vrienden schulden
heeft kan de schuldeiser verhaal doen op de boot. De schuldeiser zal inbeslaggenomen
kunnen worden en verkocht worden om het bedrag van 50 000 euro te bereiken.

3.3 Soorten rechtspersonen
Publiekrechtelijke rechtspersonen Privaatrechtelijke rechtspersonen
 Opgericht door de overheid  Opgericht door privaat initiatief
 Met het oog op publieke  Met ander doel dan uitoefening van
dienstverlening staatsgezag
 BV: staat, gemeenschappen, gewesten,  BV: vennootschappen, verenigingen en
openbare instellingen, diverse stichtingen
overheidsbedrijven

Verenigingen en stichtingen
Verenigingen zijn privaatrechtelijke rechtspersonen die een belangeloos doel
nastreven.
 Het doel is niet winst maken, MAAR het is niet verboden om winst te maken!
 Vormen:
o VZW (= vereniging zonder winstoogmerk): het ultieme doel is belangeloos,
maar het mag wel winst maken.
VZW rode neuzen: doel is zoveel mogelijk winst maken om te investeren in
psychische hulp.
o Private stichting: opgericht door één of meer fysieke personen of
rechtspersonen. Een afgescheiden vermogen wordt ingezet ter
verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel. Het mag geen

8

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Rechtenstudentxo. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€16,59  62x  vendu
  • (6)
  Ajouter