Meerkeuze examenvragen (voorbereiding op examen basisbegrippen)
A) FOUT,
Niet
zelfstandig uitoefenen (rechten uitoefenen is voor bekwame personen
B) JUIST
C) FOUT, Bewering die er staat ≠ legaliteitsprincipe
Voor komma gaat het over tegenwerpelijkheid vd rechtspersoon
D) FOUT, Bijstand impliceert niet dat rechten en plichten worden uitgeoefend dan
andere persoon
Persoon die wordt bijgestaan moet zelf ook deelnemen aan rechten en plichten
maar hij oefent het niet alleen uit!
A)
Vermogen BV alleen JUIST = organieke vertegenwoordiging
B) Vermogen BV en vermogen zaakvoerder die optrad namens BV FOUT
C) Vermogen aandeelhouders vd BV FOUT
D) Vermogen zaakvoerder die optrad namens BV FOUT
, A)
FOUT, rechtspersoonlijkheid slaat op geheel van rechten en plichten die verbonden zijn
aan fysieke persoon of rechtspersoon Geen eigenschappen (zoals definitie)
B) FOUT, gedeelte voor komma niet juist ongeboren kind kan erfrechten opeisen als
het levens en levensvatbaar wordt geboren
C) FOUT 1ste gedeelte is niet juist als het geen afstammelingen heeft nagelaten kan
het binnen 1j na geboorte worden erkend
D) JUIST voorwaarden verkrijgen Juridische persoonlijkheid: levende en
levensvatbare geboorte maakt hem titularis van rechten en plichten
A) FOUT,
gaat
over
risicoaansprakelijkheid
B) FOUT, ‘in ieder geval’ = ALLE schade ligt volledig bij hem, hij kan nooit
aansprakelijkheidsvordering inlassen tegen eigenaar
C) JUIST, ‘kunnen zich richten tot’ niet verplicht, wil niet zeggen dat ze het doen!
D) FOUT, bevrijding risicoaansprakelijkheid kan zich maar bevrijden als
toepassingsvoorwaarden niet vervuld zijn (als hij geen eigenaar was of gebouw niet
was ingestort)