OHP: handelingsplanning
binnen het
hulpverleningsproces
Handelingsplanning is gekomen door het kwaliteitsdiscreet (2005)
Handelingsplanning: naamgeving
De naam die je geeft aan handelingsplanning verraadt veel over de visie v waaruit je werkt en
expliciteert dus ook de visie naar je cliënten toe
Onderscheid tussen handelingsplanning als proces en handelingsplan als product!
Van handelingsplanning (proces) tot handelingsplan (product):
o Handelingsplanning: hoe we aan de slag gaan met een cliënt; van volledige
beeldvorming ve cliënt tot het maken van plannen tot het uitvoeren en evalueren
proces, oneindige cyclus
o Handelingsplan: neergeschreven product omtrent het proces (“planning); elke fase
vd handelingsplanning neergeschreven in een document regelmatig
evalueren/bijsturen
Andere termen:
o Individueel ondersteuningsplan (support)
o Zorgplan (medisch)
o Behandelplan (medisch)
o Coachingsplan (support)
o …
Definitie van Rink
‘Handelingsplanning is het permanent gebeuren in de instelling waarbij functionarissen zich
beraden over de manier waarop de leefsituatie van cliënten verbeterd kan worden ten
gevolge van hun eigen optreden naar de cliënten toe’
Permanent gebeuren:
o Handelingsplanning= dynamisch (permanent); stopt nooit! cyclisch proces van
beeldvorming-, plannen-, handelen-, evalueren-, beeldvorming-,…
, Instelling:
o Handelingsplanning is ook belangrijk bij ambulante HV! (dus niet enkel residentieel)
Functionarissen: (= hebben de verantwoordelijkheid over het opmaken vh handelingsplan)
o Deskundigheidsmodel: deskundige/expert stelt behandelingsplan op (bv. psychiater)
o Betrokkenheidsmodel: nauwst betrokken persoon draagt de verantw. (bv. IB)
o Participatiemodel: persoon zelf + zijn netwerk we streven hiernaar!
Leefsituatie (KOST): (ook rekening houden met context vd cliënt bij IHP -> KOST-variabelen)
o Kind
o Opvoeder
o Situatie
Eigen optreden:
o SAMEN handelen – kwaliteitsvol-, methodisch -en planmatig handelen
o Als opvoeder onderneem je actie; SAMEN handelen!
o Werken vanuit een participatiemodel is het meest wenselijk
Plaats vd handelingsplanning in het hele
hulpverleningsproces
Procesfase 1: probleem stellen/signaleren (start al vanaf het 1 e gesprek met cliënt)
Procesfase 2: probleemanalyse komen tot echte ondersteuningsvragen v cliënt(systeem)
Procesfase 3: ontwerpen van een hulpaanbod
o Duidelijke formulering hulpvraag/hulpvragen
o Indicatiestelling (Wat? Aan wie? Waar? Hoelang?)
procesfase 1 + 2 + 3 hoort bij het intakegesprek!
Een cyclisch proces
Hulpverlening: probleem – probleemanalyse – hulpaanbod
Handelingsplanning: beeld – plan – handelen – evalueren
Handelingsplanning: diagnostiek – besluitvorming – planning – evaluatie
Assessment – planning – implementatie – evaluatie
Verschil diagnostiek en assessment:
o Diagnostiek: met gebruik v geobjectiveerde meetinstrumenten (bv. IQ, gehoor,…)
, o Assessment: meer doen dan loutere diagnostiek (ook kijken naar de subjectieve
elementen – bv. gevoelens, wanneer tevreden,…)
Betekenis implementatie:
o Uitvoeren, doen
De verschillende actoren
Om een ondersteuningsproces op te starten, is er duidelijkheid nodig omtrent de rollen
die vervuld moeten worden. Een ondersteuningsproces zal pas slagen wanneer alle rollen
zijn verdeeld, ieder zijn rol kent en de rol vd andere respecteert
Eén participant kan ook meerdere rollen opnemen; in het Vlaamse beleid bijvoorbeeld
wordt de overkoepelende rol v coördinator benoemd als ‘trajectbegeleider’ die instaat voor
zowel de vraagverduidelijking, de planning, de bemiddeling/linking, en de opvolging +
evaluatie van de ondersteuning
De persoon:
o Staat centraal in het ondersteuningsproces
o Is actief betrokken bij alle stappen
o Ondersteuningsplan wordt op basis van zijn noden en wensen samengesteld
o Is een volwaardige partner in het proces
De vraagverduidelijker:
o Staat in voor de vraagverduidelijking die omschreven wordt als ‘het verkennen en
verhelderen vd wensen en de daaruit afgeleide ondersteuningsnoden vd persoon en
zijn directe omgeving op de verschillende levensdomeinen’
De planner:
o Staat in voor het planningsproces; brengt alle mogelijke ondersteuningsvormen in
kaart-, bespreekt alle mogelijke alternatieven met de persoon en zijn steungroep -en
stelt een ondersteuningsplan op gebeurt idealiter in een planningsbijeenkomst
waar alle actoren gezamenlijk aanwezig zijn
De coördinator:
o Coördineert en bewaakt het volledige ondersteuningsproces
o Evalueert en volgt het ondersteuningsproces op
De steungroep:
o Ondersteunt de persoon het hele ondersteuningsproces door
o De leden vd steungroep zijn actief betrokken in de opmaak vd
ondersteuningsdoelen; zij zijn volwaardige partners in het proces
, Verschillende fasen vd regulatieve cyclus van
handelingsplanning
We vertrekken vanuit het participatiemodel bij het maken ve handelingsplan, verliezen
we het perspectief vd cliënt nooit uit het oog-, wanneer we zaken neerschrijven doen we dit
vanuit de ik-persoon of vanuit de naam vd cliënt
1. Beeldvorming: ook oog hebben voor sterktes/wensen/competenties/ergernissen/…
2. Plannen: het formuleren v doelstellingen en opmaken v actieplannen
3. Uitvoeren/handelen
4. Evalueren (en bijsturen)
FASE 1: BEELDVORMING (VRAAGVERDUIDELIJKING)
- Doel beeldvorming: Wie is de persoon? Wat is zijn/haar ondersteuningsvraag?
Dit proces stopt nooit! We gaan regelmatig bijsturen!
- Waar haal je informatie?
o Eigen observaties: om een goed inzicht te krijgen op het huidige functioneren
o Overleg met collega’s: begeleiders maar ook andere disciplines
o Gesprekken met de persoon zelf of proxy: (proxy= die de persoon vertegenwoordigd)
o Gesprekken met familie, vrienden, naaste betrokkenen
o Cliëntbesprekingen: interdisciplinaire besprekingen
o Samen dingen doen: evaluaties van activiteiten met de persoon
o Informatie die reeds aanwezig is: bv. dossier met intakegegevens, anamnese,…
o vorm steeds een actueel beeld van dàt moment (focus dus niet louter op
dossiers) -> ga in gesprek met de cliënt, collega’s,…
- Mogelijk richtschema beeldvorming:
o (Hét sjabloon handelingsplanning bestaat niet! Elke organisatie heeft eigen accenten!
wél RICHTschema)
o Ontwikkelingsgeschiedenis vd cliënt (bv. tijdslijn met ingrijpende gebeurtenissen)
o Medische en paramedische gegevens (bv. ergotherapeuten, logopedisten, kiné,…)
o Sociale context (persoonlijk + professioneel netwerk en hun kenmerken)
o Huidig niveau v functioneren (sterktes + knelpunten):
Cognitieve ontwikkeling
Schoolse vaardigheden
Motorische ontwikkeling
Sociaal-emotioneel functioneren
Communicatieve vaardigheden
Adaptieve vaardigheden (zelfredzaamheid, huishoudelijke vaardigheden,…)