2VE3: De kritieke patiënt IZ
1 Dienst intensieve zorgen
Verschil IZ met ‘gewone’ dienst?
• 3 patiënten per verpleegkundige
• Meer invasieve handelingen → moeten onder monitoring gebeuren → om het uur controle
• Bezoek is 2 keer een half uur per dag → beperkt voor rust v ptn
o Nu keert dit tot vrij bezoek → ptn heeft ook recht om familie te zien
o Delirium (verwardheid) → familie kan verwardheid zien (bv ik wil naar huis)
• Wie verantwoordelijk? → Intensivist (6 in Sint-Niklaas) → zijn hele dag permanent aanwezig
o Snachts een soort v anesthesist voor problemen
▪ Internist- intensivist en anesthesist-intensivist
o Artsen zijn veel verantwoordelijker en een lossere relatie dan op een gewone dienst
• Lawaaierige omgeving door machines → vaak verward (delirium)
o Slapen is hier zeer moeilijk
• Hoogtechnologische afdeling (bv elektronisch patiëntendossier)
• Kinderen?
o Niet verblijven op IZ, maar gespecialiseerd centrum
o Mogen op IZ op bezoek komen
• Vpk mogen heel zelfstandig zijn bv aanpassingen aan beademingstoestel
• Mortaliteit is 15%
2 Invasieve beademing
Vroeger
• IJzeren long = drukvat
o Vacuümgetrokken om long open te zetten (negatieve druk)
o Door polio of kinderverlamming zijn deze toestellen zeer populair geworden
o Verpleging toedienen waren zeer moeilijk
Huidige vorm v beademing is positieve drukbeademing
• Lucht met een kracht in de longen blazen
• Streef naar hoge pO2/FiO2 waarde 95 mm Hg: 0,21 = 452 → hoe kleiner de verhouding, hoe
slechter de longtoestand is (<300 respiratoire insufficiëntie, <200 ARDS)
Invasieve beademing = beademing d.m.v. een tube of een tracheacanule (ernstig aangezichtsletsel, het
is niet mogelijk om een tube te plaatsen of ze worden lang (3 wkn) beademend)
Waarom?
• Overnemen vd ademhaling v ptn, in geval v een oxygenatie- of ventilatieprobleem (of beide) en
als alternatieven niet helpen
o Niet invasieve beademing o Optiflow (tot 70l O2 toedienen)
• Geen veilige luchtweg garanderen
o Comateus (braken…) o Hersentrauma
• Bij operatie
2.1 Benodigdheden invasieve beademing
• Tube met cuff (houd tube niet vast,
maar sluit de luchtweg af)
• Tracheacanule
1
, • Iets om cuff op te blazen
• Ptn moet in slaap gedaan worden voordat je tube kan plaatsen (propofol) en curares (esmeron)
(spierverslappers) worden hierna toegediend worden
o Zorgt voor bloeddrukval (propofol) → opvangen
door bv vulling met SOPP of geven v noradrenaline
o Dormicum of dipivan
• Slangencircuit en koppelstuk (swivel) en plaatsen v CO2
meting (capnografie) (kijken om tube goed zit en niet in slokdarm)
• Meestal met pleister bv op spoed
• Op IZ meer specialere dingen
• Beademingstoestel zelf
o Kunnen allemaal hetzelfde maar geven soms een andere
naam aan zelfde functie
o Invasieve als niet-invasieve beademing
o Perslucht en zuurstof aansluiting
2.2 Indeling van de beademingsvormen
Eerst beademingsmodus kiezen → hoe wil je de ptn beademen?
• Volgens hetgeen ze doen met ptn of de ptn laten doen
• Volgens hetgeen je kunt instellen
o Volume of druk gestuurd
• 100% gecontroleerd = neemt 100% de AH vd ptn over →
ptn moet niets doen
• 0% gecontroleerd = ptn ademt spontaan en toestel
ondersteund
2.2.1 Indeling volgens wat de machine met de patiënt doet
De beademingsmachine kan alles doen en de patiënt niets…
• Indicatie → Voor OK, wanneer je de ptn wilt gaan intuberen
o Liefst zo kort mogelijk want anders spieren in atrofie (diafragma)
o Je ziet dan dikwijls in de naam control staan
• Bvb. bij Volume Control, Pressure Control & PRVC (pressure regulated volume controle)
• Ziektebeelden
o ARDS = acute respiratoire distress syndroom (beademd op de buik leggen) → niet
cardiogeen longoedeem waardoor respiratoire problemen
De beademingsmachine kan alles doen en de patiënt toch iets laten doen… (veel gebruikt)
• Indicatie → beter voor AHspieren, veiligheid v toestel, beginnen ontwennen vd beademing
(waening) stelselmatig meer zelf beginnen ademen
• Bvb. bij SIMV (synchronized intermittent mandatory ventilation) & BiPAP
→ Hoe weet het beademingstoestel dat de ptn wil ademen?
• Ah ondersteunen → bijblazen
• Trigger = ptn wil ademen en toestel ziet dit en ondersteund dan → longen verschijnen op toestel
De beademingsmachine kan niets doen maar de patiënt ondersteunen als hij dat vraagt… → controle
valt weg en ptn regelt alles zelf en triggert het toestel
2
, • Indicatie → bij elk einde v beademing!
• Bvb. Bij PS (pressure support), ASB (assistent spontanios breathing), NAVA (Neurally Adjusted
Ventilatory Assist → maagsonde elektronisch signaal diaphragma meten, zeer goed registeren
wnr ptn zelf wilt gaan AH)
• Ondersteunende ademhaling
• Vlot toepassen bij niet invasieve beademingen
2.2.2 Indeling volgens hetgeen je instelt
• Druk • Volume • …of allebei?
Volume: slagvolume of (tidalvolume) = het volume lucht die per ademhaling in ptn geblazen worden
• Afhankelijke v lichaamsgewicht
• Je stelt een tidal volume in afhankelijk v lichaamsgewicht en dit iedere AH
in de longen v ptn geblazen worden
• Je weet niet met welke kracht je de lucht in de longen blaast → druk kan te
hoog gaan en kan longen beschadigen
• Bvb. bij Volume Control
• Eenheid = aantal ml
Weerstand
• Wat veroorzaakt er weerstand
o Diameter bronchiën
o Taaie slijmen (fluimen) (secreetopstapeling) → weerstand gaat omhoog → apsireren
o Diameter vd tube → hoe dunner tube, hoe meer druk er nodig is
o Beademingsslangen die geribbeld zijn en lang → meer druk nodig
• Gevolgen
o Moeilijker om lucht in longen te krijgen
• Eenheid = normaal 2 à 4 cm/l/sec (niet kennen)
Compliance
• Is mate v uitrekbaarheid vd longen → toestand longen ptn
• Eenheid = normaal 100 ml/cm/H2O (niet kennen)
• Wat veroorzaakt verhoogde/verlaagde compliance
o Lage compliance = asbestose longen (vezels maakt littekens en longen werden stijf)
Druk
• Druk is steeds dezelfde • Bvb. bij Pressure Control
• Minder volume in longen • Eenheid → cm/water
2.3 Wat stellen we verder allemaal in?
Twee instellingen keren steeds terug bij eendere welke beademing
• PEEP = positieve eind expiratoire pressure → 5cm/water
o Minder AH arbeid
o Gasuitwisseling, O2 opname verbeterd door alveoli die blijven openstaan
o Het lijkt alsof je moeilijker kan uitademen (rietje onder water)
• FiO2 = de hoeveelheid O2 die in de lucht zit die naar de ptn gaat → 21% tot 100% (>60% is
toxisch)
Daarnaast een aantal specifieke instellingen per modus
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stefaniepieters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.