Begrippenlijst KO
Les 1: Inleiding en Dark Age en Archaïsch Griekenland
Wat is er ‘Klassiek’ aan de Klassieke Oudheid?
- Classis: Romeinse vermogensklasse voor militaire en fiscale doeleinden.
- Infra classem: zonder bezit
- Classicus: ‘behorende tot de klasse’: in Keizertijd term voor beste literatuur en kunst uit
verleden
Minoïsche en Myceense beschavingen
- Thalassocratie: heerschappij over de zee
- Tholos: bijenkorfvormige graven
- Paleiseconomie: paleizen politieke, economische en sociale centra; rondom de paleizen
waren er landbouwgemeenschappen; nijverheid, handel, kunst en religie staan centraal;
paleizen verzamel- en distributiepunt
Dark Age
- Basileus: koning/chieftain van een kleine Griekse gemeenschap
Archaïsche periode
1. Ontstaan en ontwikkeling poleis
- Polis (mv. poleis): gemeenschap van (volwassen mannelijke) burgers, stad-staat
- Astu: stedelijke kern polis
- Chora: agrarisch hinterland
- Metoiken: inwonende vreemdelingen in Athene
- Hoplieten: zwaarbewapende infanterie
- Fallanx: infanterieformatie
3. Wetgevers, tirannen en revoluties
- Archont: hoogste magistraat met speciale wetgevende bemiddelingsbevoegdheid:
- Pentakosiomedimnoi: vijfhonderdschepelmannen, jaarlijkse opbrengst van 500 medimnoi
graan; hoogste ambten
- Hippeis: ridders 300 medimnoi; hoogste ambten
- Zeugitai: juk-mannen’ d.i. bezitters van een span
- Ossen, 200 medimnoi; lagere ambten
- Thetes: de rest met jaarlijks inkomen van minder dan 200 medimnoi graan; lagere ambten
- Archontaat: hoogste ambten in de Atheense beschaving
- Eupatridai: geboorteadel
- Turannoi: tirannen
- Demos: gewone burgers
5. Archaïsche periode: maatschappij en cultuur
- Gumnasion: plaats voor sportbeoefening (open ruimte met zandbodem, omgeven door
overdekte colonnade)
- Sumposion: ‘drinkgelag’ na de maaltijd: samen drinken, zang, redevoeringen, intellectuele
wedstrijden, luisteren naar lyrische poëzie, seksuele aspecten: (homo)erotiek, uitsluitend
mannelijke aangelegenheden, met uitzondering van de hetaere (pros tuees), grote religieuze
kant, rituelen ter verering van Dionysos, vonden plaats in de mannenvertrekken van het huis
Les 2: Perzische Oorlogen en Athene
Atheens Imperium
, - Delisch-Attische Zeebond: defensief initiatief tegen Perzië van meerdere poleis, Athene
voornaamste polis binnen
- Klerouchos: Atheense burgers
Atheense Democratie: Ontwikkeling
Hervormingen van Kleisthenes
- Deme: gemeenschap van burgers; 139.
- Trittus (mv. trittues): aantal demen samen (district); 30 (10 Athene, 10 platteland en 10 kust)
- Boule: raad van 500, centraal wetgevende orgaan in Athene
- Fule (mv. fulai): groep van 1 stadstrittus, 1 plattelandstrittus en 1 kusttrittus; 10, basis voor
de boule: 50 man uit elke fule bij toerbeurt dagelijks bestuur (prutaneis), dus voor 1/10 deel
jaar (prytanie)
- Ekklesia: volksvergadering, hoogste bestuursorgaan
- Ekklesiastikon: of presentiegelden, financiële vergoeding in Athene voor aanwezigheid
tijdens de volksvergadering, ingevoerd in 399 BC, om de bevolking te motiveren voor deel te
nemen aan de politiek: minder gegoede burgers konden deelnemen aan stadspolitiek
- Ostracisme: volksvergadering kon te machtige politici wegstemmen
- Strategos: legeraanvoerder
- Heliaiai: volksrechtbanken (Dikasteria sinds Solon)
- Misthos: financiële vergoeding voor raadsleden en juryleden in volksrechtbanken
- Nomothetai: wetgevers
- Nomoi: wetten wetgevers
- Psefismata: besluiten volksvergadering
- Grafe paranomon: indien ekklesia besluit nam dat inging tegen nomoi, dan kon voorsteller
aangeklaagd worden voor Atheense volksrechtbank
Werking Atheense democratie
- Bema: sprekersplatform
- Rethores: geschoolden in de rethoriek
- Probouleumata: vooradviezen van de boule
- Dokimasia: het vaststellen van de capaciteit van de burgers voor de uitoefening van
openbare rechten en plichten
- Thamiai: schatmeesters
- Euthune: eedaflegging aan de volksvergadering
- Isonomia: politieke gelijkheid
- Leitourgiai: publieke voorzieningen verplicht voorzien door rijke burgers, manier om de
sociale ongelijkheid tegen te gaan (volgende 3 zijn vb. van leitourgiai)
- Triërarchie: uitrusting en in de vaart houden oorlogsschip
- Gymnasiarchie: onderhoud gymnasium
- Choregie: opvoering drama
De economie van Klassiek Athene
- Autourgoi: grootgrondbezitters
- Theorikon: feestgelden
Les 3: Sparta en de Peloponnesische Oorlogen
Sparta
- Synoikismos: samengroeien van dorpen
- Eunomia: collectivistische systeem van Sparta