Communicatiewetenschappen 1
Deel 1: ontwikkeling en afbakening van de discipline en
theoretische grondslagen.
Punt 1-2: lezen!
3. Rode draad
o Tout d’horizon:
Het omvat heel veel en in een zeer breed wetenschappelijk veld.
o Klemtoon op mediaeconomie:
Er is altijd een tussenkomst van een technisch medium massa- en
gemedieerdecommunicatie. Dit omdat de samenleving steeds verder mediatiseert.
OPGEPAST: technologisch determinisme= niet alles is afhankelijk van de technologie.
Technologie is meer dan het technologisch proces en daar hebben nog andere zaken
invloed op (economie, politiek, …).
o Multi- en interdisciplinariteit:
Mediacommunicatie gebeurt in een complex van verschillende disciplines (sociologie
en antropologie). Hieruit halen ze hun inspiratie en materiaal/ elementen en die
verschillende inzichten brengen ze dan samen.
o Belang mens- en maatschappijbeeld& historische context:
Context bepaald mee hoe theorieën en gedachtegangen zich verder voortzetten. Het
mens- en maatschappijbeeld omvatten in de theorie maakt de theorie begrijpelijker.
o Wetenschappelijke en kritische benadering.
4. Paradigmatische strijd en theoretische diversiteit in de
communicatiewet.
Media en communicatie kan uit verschillende oogpunten bekeken worden. Afhankelijk van
de context en het mens- en maatschappijbeeld worden er andere vragen gesteld en andere
onderzoeksmethode.
4.1 Paradigmabegrip
4.1.1 Paradgima en paradigmawissel
Paradigma= samenhangend stelsel van modellen e ntheorieën dat een kader biedt waarin de
werkelijkheid wordt geanalyseerd.Is een universeel gedeeld model dat richtig geeft aan het
wetenschappelijk onderzoek.
Associatie met Thomas S. Kuhn: the structure of scientific revolutions (’62) wetenschap
evolueert dmv paradigmashifts, niet geleidelijk aan (vandaar revoluties).
De structuur van wetenscahppelijk revolutie:
Normale wet. puzzle solving paradigma anomalie crisis revolutie
o Normale wet: obv heersende paradigma.
, Het oplossen van onderzoeksvragen of -puzzels en verfijnen van theoretisch en
conceptueel kader.
o Puzzle solving: de richting van wetenschappelijk onderzoek dat wordt gedeeld.
o Paradgima: het heersende van die moment.
Onderzoeksgemeenschap deelt onderzoeksagenda, methodologisch apparaat,
theoretische achtergrond en dieperliggende fundamentel assumpties en
richtinggevende wereldbeschouwing. Ze zien de wereld door een bepaalde ‘bril’.
Universeel model van wat onderzocht moet worden, welke vragen essentieel zijn en
hoe die aan te pakken& te interpreteren.
o Er worden waarnemingen en resultaten gevonden die niet passen in het huidige
paradigma. Deze anomaliën eerst proberen oplossen binnen heersende denk- en
onderzoekskader. Als de anomaliën zo couant worden, kunnen ze ze niet naast zich
neerleggen
o Crisis van het heersende paradigma. Verschillende zienswijzen komen in conflict met
elkaar. Die discussies en debatten en groeien uit tot een nieuw paradigma/ nieuwe
bril/ wereldbeschouwing en voorgaande paradigma wordt vervangen
revolutionaire pradigmashift.
2 pradigmas kunnen niet naast elkaar bestaan.
o Nieuwe paradigma wordt de normale wetenschap binnen het nieuw heersende
paradigma nadat voorgaande paradigma wordt vervangen= revolutionaire
paradigmashift. En proces begint opnieuw.
Vb: copernicaanse revolutie. Aarde centrum van de kosmos (geocentrisch). Copernicus zei dat
zon centrum vormde (heliocentrisch). Daardoor ontstonden nieuwe vragen en theorieën=
nieuwe bril. In verloop werd geocentrische model vervangen door het heliocentrische.
4.1.2 Paradigma’s in sociale wetenschappen
Kuhns ideeën vooral in exacte wetenschap te vinden incommensurabiliteit van
paradigma’s: paradigma’s zijn niet verenigbaar met elkaar.
Paradigma ook terug te vinden in sociaalwetenschappelijk onderzoek, maar de
paradigmatische revolutie is hier niet te vinden.
Paradigma’s refereren aan de achterliggende en richtinggevende wereldbeschouwing van
bepaalde onderzoeksgemeenschap. Concurrerende paradigma’s kunnen naast elkaar
bestaan, maar wel 1 dominant paradigma.
Door conflict tussen verschillende paradigma’s is er geen lineaire/ logische vooruitgang,
maar wel door slingerbewegingen/ progressie/ regressie van zienswijzen.
4.1.3 Paradigma’s in communicatiewetenschappen
1. Dominante mainstreamparadigma
2 belangrijke paradigma’s:
Dominante: ontwikkelt zich met de institutionalisering van de communicatiewetenschappen
na WO2 in N-Amerika (’40-’50).
o Context: VS onderzoekt 1ste gold van comm.wetenschappelijk onderzoek. Europa zit
nog volop in de heropbouw na de oorlog. VS centrum voor opkomst systematisch
sociaalwet. onderzoek en ontwikkeling media tot massamedia. Er is een groeiende
, bipolaire globale context: tijden.ds de koude oorlog wil Amerika zich afzetten tegen
de communistische Sovjet-Unie.
Massamedia zijn zeer machtig en hebben invloed op gedachten& gedrag (foor fake
news).
o Mens- en maatschappijbeeld: liberaal-pluralistisch.
VS overwinnaar van de oorlog, model voor open, democratisch georganiseerde, vrije
en pluralistische samenleving beste model, ook voor andere landen.
Stoelt op vrijheid van individuen (de norm) en belangenvertegenwoordiging van
iedereen via democratisch gekozen parlement en regering wordt gecontroleerd door
de rechterlijke macht (& pers als 4de macht). Media moeten de burgers informeren
en verschillende perspectieven aan bod laten komen. Samenleving evolueert door
democratisch debat vrij ordelijk, gestructureerd en op basis van consensus.
Idee: media genereert sterke effecten, die gebruikt worden om aan opbouw van de
goeie samenleving bij te dragen.
o Academisch (’50-’60): Verschillende stromingen te vinden.
Functionalistische benadering: media als essentieel in uitoefening van verschillende
functies die bijdragen aan integrerende, positief evoluerende en ordelijke
samenleving.
-Behaviouristische psychologie: de directe effecten van media beter begrijpen adhv
stimulus-responsdenken: stimulus lijdt altijd tot gewenste respons.
-Informatietheorie: communicatieproces in deze context zien (Shannon en Weaver).
Communicatie als lineair en functionalistisch waarbij zender meeste macht heeft.
Methodologisch: wetenschap moet gericht zijn op het opbouwen van
generaliseerbare en betrouwbare kennis dmv kwantitatieve en positivistische
methoden: surveys. Analoog met exacte wet. Moeten verborgen processen uit de
werkelijkheid blootleggen en analyseren.
Dit media-effectenonderzoek is zeer complex, maar via wetenschappelijk vooruitgang
gaat men de effecten kunnen meten.
Rol media in de samenleving en ten aanzien van sociale problemen: kan geanalyseerd
en geëvalueerd worden om communicatieproces en effectiviteit van communicatie te
optimaliseren.
Dit mainstreamparadigma= dominant want beheerst nog steeds de comm.wet. op mondiaal
niveau. VS blijft epicentrum.
Er is in SW-paradigma’s plaats van contestatie.
2. Kritieken en alternatieve paradigma
Vertrekt vanuit kritieken op dominant paradigma:
o Mainstreamparadigma te simplistisch& lineair:
Dit eenvoudige transmissiemodel (Lasswell) ter discussie gesteld. Communicatie is
niet automatisch of mechanisch eenrichtingsverkeer dat bepaalde effecten zal
verwekken. Ruis doet zijn intrede, maar aan ontvangerszijde en op tekstueel
, boodschapsniveau nog te eenvoudig. Signalen bereiken ontvanger niet of de
verkeerde of interpreteren ze die anders.
o Effect-georiënteerd: effecten onderzoeken en begrijpen is al moeilijk, laat staan
meten/ bewijzen. Volgens sommigen is dit zelfs onmogelijk om kwantitatief aan te
tonen.
o Zender heeft alle macht om info te filteren en tegen te houden. Ambivalente relaties
tussen individuen, sectoren moet verder onderzocht worden. Mainstream
onderzoekt dit, maar er is te weinig theoretisch kader, begrippenapparaat of
methodologische instrumentarium.
o Weinig ook voor contradictie en ambivalenties:
Bekijken media met een te roze/ positieve bril.
o Weinig ook voor sociale context:
Communicatie niet z’n technisch proces, maar een sociaal, interactief proces dat we
vormen en betekenis aan geven.
Alternatief paradigma:
Mens- en maatschappijbeeld: liberaal-kapitalistisch.
Individuen streven rationeel hun behoeften na en daar wordt de samenleving beter van.
Wat mainstream paradigma zegt is fout en gevaarlijk zij sluiten de ogen voor structurele
machtsonevenwichten, verschraling van opinies en permanente uitbuiting. Dominante
paradigma is een systeembevestigend en inherent conservatieve ideologie die de bestaande
machtscentra en geprivilegieerde elites in stand wil houden.
Zij zien (massa)communicatie als manipulatief en onderdrukkend proces dat
systeembevestigend werkt.
Marxistische stromingen: media-onderzoek om politiek en culturele kritieken te leveren,
kunnen we hierbinnen plaatsen, alsook de Frankfurther Schule.
Krijgt vorm in jaren ’70; eerst in Europa, nadien rest van de wereld (studentenrevolutie (68).
Notie van ideologie centraal: bij de zender onderzoeken we de politieke economie van
massamediaorganisaities en -structuren (boodschappen vanuit mediaorganisaties zijn niet
neutraal).
Ideologie in mediaboodschappen onderzoeken en aan de ontvangstzijde= cultural studies
zijn belangrijke studiedomeinen.
Cultural studies: betekenis wordt gecodeerd aan de ontvangstzijde dus betekenis ligt zelden
vast. Hiervoor is kwalitatief onderzoek nodig= linguïstic turn?
Ook hier zijn verschillende theoretische stromingen te vinden.
4.2 Communicatiewetenschappelijke theorievorming
In 1 paradigma verschillende theorieën of theoretische scholen te vinden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aykomommaerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.