2020-2021
HOOFDSTUK 1
AANDOENINGEN VAN DE SLOKDARM, MAAG EN DUODENUM
INNE VERHOEVEN
Prof. Tack J. , D’Hoore A. KULEUVEN
,Aandoeningen van de slokdarm
Symptomen en diagnostiek van slokdarm aandoeningen
I. DYSFAGIE
- Gevoel dat voedsel blijft steken tijdens overgang farynx → maag
- ≠ orofaryngeale dysfagie
o Bolus niet van orofarynx → slokdarm
o Eerder slikstoornis
- Organische dysfagie
o Vernauwing slokdarmlumen door organisch letsel (strictuur, tumor)
o Begint bij vaste stoffen, later ook vloeistoffen
o Impactie bij grote voedselbolus
▪ Pijn, speekselvloed, persisterende hik
o Trage progressie: goedaardig letsel ; snelle progressie: slechtaardig letsel
- Functionele dysfagie
o Lumen sluit zich af door contractietoestand (bv. achalasie, diffuse spasmen)
o Vanaf begin zowel vloeistof als vaste stof
o Pijn door spasmen, vooral ’s nachts, niet bij slikken
II. GLOBUSGEVOEL
- Gevoel van brok in de keel
- Geen verband met slikbeweging, slikken loopt perfect
- Klachten verdwijnen bij het eten
- Meestal nerveuze personen
- Geen gekende oorzaak
III. PIJN
- Odynofagie
o Pijn na slikken
o Meestal door ontstekingsletsels (viraal, bacterieel, schimmel, medicamenteus…)
- Impactiepijn
o Sterke contractie van slokdarm boven voedselbolus die vastzit in organische vernauwing
o Doffe – krampende pijn retrosternaal
- Retrosternale krampende – toesnoerende pijn
o NCCP (non-cardiac chest pain)
▪ Soms moeilijk te onderscheiden van angor pectoris
o Spontaan, zonder verband slikken
IV. PYROSIS EN ZURE REGURGITATIES
- Branderig gevoel dat opstijgt achter sternum
- Als zuur (eten) in mond komt = zure regurgitaties
- Uitgelokt door zaken die zwaartekracht opheffen: neerliggen, vooroverbukken, iets zwaar optillen
1
,Technische onderzoeken bij slokdarmziekten
I. ENDOSCOPIE EN BIOPSIE
- Oesofagogastroduodenoscopie
- 1e diagnostisch onderzoek: weefseldiagnose (biopsie)
- Opp letsels zien, biopsie, therapie
o Ligaturen bij slokdarmvarices, adrenaline injectie, bloedingen
stoppen, slokdarmdilatatie, prothese plaatsen, vreemde lichamen
verwijderen
- Niet goed bij ring van Schatzki (ring onderaan op overgang slokdarm-maag)
o Omdat ring op overgang zit op 2 mucosa kijken we hier vaak over
o
o Beter opgepikt door RX
- Roze: begin maagmucosa ; wit: slokdarmmucosa
II. MANOMETRISCH ONDERZOEK
- Meten intraluminele drukken in slokdarm (rust + na slikken) → evaluatie slokdarmmotoriek
- GO-sfincter
o Rustdruk, relaxatie, contractie na slikken
o Eventueel TLESR’s (transient lower esophageal sphincter relaxations)
- FO-sfincter
o Rustdruk, relaxatie, contractie na slikken
- Slokdarmlichaam contracties
o Peristaltische, niet-peristaltische contracties
o Repetitieve, spontane contracties
- Drukken simultaan gemeten op verschillende niveaus slokdarm
- Ambulant of ambulant (24u)
- Bij vermoeden motorische stoornissen (achalasie, slokdarmspasmen)
- Tegenwoordig ook met kleurcodes
o Blauw: heel lage drukken
o Rood: heel hoge drukken
- Zie afbeelding: rechts: spasme: ipv 1x samen te trekken, gaat slokdam 10tal seconden helemaal
samentrekken, geen peristaltiek
2
, III. pH-METING
- Kleine pH-sensor 5cm boven GO-sfincter registreert zure reflux
- 24u meting, dunne sonde via neus
- Vaak samen met manometrie of impedantie meting
o Zowel pH als intraluminele geleidingsveranderingen tss gepaarde elektroden gemeten
o Alle reflux waargenomen (ook niet-zure galreflux of lucht)
- Meten elektrische weestand tussen 2 ringen
o Als marker van boluspassage
- Goede geleider = fysiologische vloeistof, stroom → val in impedantie
o Speeksel slikken: val in impedantie: bovenaan → onderaan
o Reflux: val in impedantie: onderaan → bovenaan
IV. RADIOLOGISCHE ONDERZOEKEN
- RX-slikact, RX-slokdarm
- Nuttig om organische letsels aan te tonen (divertikel, ring van Schatzki, fistels…)
- CT-thorax
o Extramurale letsels (fistels, tumoren, stadiëring tumoren)
- RX-slikact
o Evaluatie slikstoornissen
o Functionele + morfologische informatie over faryngo-oesofagale overgangszone
o Stenose en fistels
- RX-video
o Motorische, functionele stoornissen slokdarm beoordelen
o Vloeibaar contrast + vaste bolus
o Achalasie, SD spasmen
Gastro-oesofagale refluxziekte
PATHOGENESE
I. Inefficiënte antirefluxbarrière thv GO-sfincter
- Continue lage sfincterdruk
- Toegenomen aantal TLESR’s
- Anatomische factoren
o Hoek van His, mucosaplooien, verschuiven sfinter tov pijlers
v/h diafragma, intra-abdominaal sfinctersegment
II. Deficiënte zuurklaring
- Normale zuurklaring :
o Volumeklaring door zwaartekracht + peristaltiek
- Chemische klaring:
o Bicarbonaat in speeksel
III. Etsende eigenschappen refluxaat
- Zuur, pepsine, galzouten
- Vooral bij Barrett-mucosa zouden galzouten belangrijk kunnen zijn
IV. Mucosale defensie stuk
- Vermindert irritatie van etsend refluxaat
3