Dit is een volledige samenvatting van het vak STRAFRECHT, gedoceerd door prof. Filiep Deruyck.
Academiejaar: .
Samenvatting gemaakt op basis van boek, aangevuld met notities van élke les en rekening houdende met het addendum per 31 augustus 2019 (laatst gemaakte).
Strafrecht
Deel 1. Inleiding tot de studie van het strafrecht
Hoofdstuk 1. Begripsbepaling
1.1. Bepaling van het strafrecht
Het geheel van dwingende regels die het mogelijk maken om het leven in een gemeenschap te
ordenen, is het geldende recht (of het positief recht). Recht is afdwingbaar en een rechtsregel is
maar afdwingbaar wanneer de overtreding ervan gesanctioneerd kan worden.
Er zijn verschillende sanctiesystemen:
o Burgerlijke sancties (art. 1382 BW)
o Administratieve sancties (GAS-boeten, intrekking van een vergunning)
o Disciplinaire sancties of tuchtsancties (t.a.v. de leden van een bepaalde
beroepsgroep die onderworpen zijn aan een tuchtoverheid zoals advocaten).
Er bestaan ook strafsancties of straffen: sommige waarden vindt de wetgever zo belangrijk dat hij
hun handhaving probeert af te dwingen door middel van strafsancties of straffen.
= ultimum remedium
Dit is het geval met een aantal rechtsgoederen die het Strafwetboek op het oog heeft:
bescherming van de menselijke persoon (leven en integriteit) of van de eigendommen.
Ook bijzondere wetten buiten het strafwetboek beschermen een aantal waarden door
middel van straffen, zoals het milieu, dierenwelzijn, financiële stabiliteit van het land….
Het openbaar karakter van de te beschermen waarden is de reden waarom de wetgever een
beroep doet op straffen.
Het strafrecht heeft drie kenmerken:
Strafrecht is: publiek recht, legaal recht en sanctierecht.
Strafrecht is het geheel van wetsbepalingen:
Die de strafbare gedragingen aangeven en de sancties bepalen (straffen of
beveiligingsmaatregelen) die op de daders van toepassing zijn.
Die de algemene principes weergeven die op de bestraffing van toepassing zijn.
Onderscheid tussen:
Positief strafrecht
o = geldende strafrecht vastgelegd in wetgeving (verdragen, wetten, decreten,
ordonnanties en reglementen).
o = beoogt de handhaving van een aantal waarden in een bepaald land op een bepaald
ogenblik (wat het strafrecht beschermt varieert in tijd en ruimte).
o In elke gemeenschap bestaan er misdrijven en sancties: deze maken het positief
strafrecht uit. Misdrijven, sancties en daders zijn de kernbegrippen van het
strafrecht.
1
, Wijsgerig strafrecht
o = onderzoekt de rationele en morele funderingen van het recht van de gemeenschap
om te straffen, van de doelstellingen van de straffen en van de eigenschappen die de
straffen moeten bezitten om hun sociale functies te vervullen.
o Verder onderscheid tussen:
Absolute leer = er wordt gestraft omdat er is gezondigd (omdat een misdrijf
is gepleegd)
Er is een schuld aan de gemeenschap en die moet worden vereffend
(regressief).
Relatieve leer = er wordt gestraft opdat er niet meer zou worden gezondigd
(er wordt gestraft om misdrijven te voorkomen)
Er wordt gestraft omdat het maatschappelijk nuttig is (preventief).
Beide theorieën leiden tot uiteenlopende standpunten (wat betreft het
opportuniteitsbeginsel, de verjaring….)
In de praktijk vinden we een combinatie van beide theorieën maar met
nadruk op de relatieve leer.
1.2. Kenmerken van het strafrecht
A. Strafrecht is publiek recht.
Bij het plegen van een misdrijf ontstaat eerst en vooral een verticale (publiekrechtelijke)
rechtsverhouding tussen dader misdrijf en de gemeenschap.
= wezenskenmerk strafrecht.
Hoe? Het recht tot straffen wordt door de gemeenschap overgedragen aan staatsorganen
(openbaar ministerie).
o Opgelet: de staat is géén noodzakelijk element van het strafrecht. Het openbaar
ministerie vertegenwoordigt de gemeenschap en niet de staat en neemt namens de
gemeenschap het initiatief om een persoon te vervolgen als hij de strafwet heeft
overtreden.
o Strafrecht kan dus losstaan van staatsorganen maar wanneer de samenleving ziet dat
de overheid niet tegen strafbaar gedrag opkomt, rijst het gevaar dat burgers zelf het
recht in handen nemen (eigeninrichting).
Het is dus het beste dat het monopolie om te straffen bij de staat berust.
Bij het plegen van een misdrijf kan ook een horizontale (privaatrechtelijke) rechtsverhouding
ontstaan tussen dader misdrijf en slachtoffer misdrijf.
= géén wezenskenmerk van het strafrecht omwille van drie redenen:
1. Er bestaan misdrijven zonder (of zonder identificeerbaar) slachtoffers (bv. bepaalde
inbreuken op de milieuwetgeving).
Bv. 140 km/u rijden en geflitst worden: geen slachtoffer.
2
, Bv. bedrijf pleegt een milieumisdrijf en laat giftige gassen vrijkomen: geen identificeerbaar
slachtoffer.
2. Zelfs al is er een slachtoffer, dan nog is er in principe geen initiatief vereist van het slachtoffer
om de strafprocedure mogelijk te maken. Die strafprocedure wordt namens de gemeenschap
opgestart door het OM. Uitzondering: klachtmisdrijven (laster en eerroof).
Er bestaan rechtstelsels waarbij de strafprocedure slechts kan worden opgestart door een
klacht van het slachtoffer: dan is het strafrecht eigenlijk een veredelde vorm van privaat
recht en geen publiek recht (in België is het strafrecht bij uitstek publiek recht!)
3. Het slachtoffer kan in België wel deelnemen aan de strafprocedure: slachtoffer kan in
sommige gevallen strafvordering wel opstarten (klacht met burgerlijke partijstelling voor
onderzoeksrechter of rechtstreekse dagvaarding voor vonnisgerechten; eens de klacht is
ingesteld, is ze van de procureur en niet meer van het slachtoffer).
Maar: de uitoefening van de strafvordering is STEEDS het prerogatief van het openbaar
ministerie.
Slachtoffer kan enkel schadevergoeding vorderen (privaat / horizontaal recht) openbaar
ministerie vordert de straffen (publiek / verticaal recht).
Evolutie: de private verhouding tussen dader en slachtoffer beïnvloedt het strafproces meer en
meer! Deze evolutie heeft te maken met de zaak Dutroux (heeft geleid tot het versterken van de
positie van het slachtoffer). Er is een tendens om het slachtoffer meer rechten te geven, zoals het
inspraakrecht bij discussies over voorwaardelijke invrijheidstelling.
B. Strafrecht is legaal recht
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling.
o = legaliteit van de incriminatie; art. 12 Gw. (geen misdrijf zonder wet = (nullem
crimen sine lege)
Geen straf kan worden opgelegd, indien deze niet voorafgaand op een gedraging werd
gesteld door de wetgever.
o = legaliteit van de straf; art. 14 Gw. (geen straf zonder wet = (nulla poena sine lege).
Het legaliteitsbeginsel is in de Grondwet verankerd onder de titel “De Belgen
en hun rechten”: fundamentele waarborg van de burger tegen willekeur van
de overheid. Ook terug te vinden in art. 7 EVRM en art. 15 BUPO.
Men kan niet vervolgd worden voor gedragingen die – op het ogenblik dat
men ze stelde – geen misdrijf uitmaakten en men kan niet worden
veroordeeld tot straffen die – op het ogenblik van het plegen van het misdrijf
– daarop niet gesteld waren.
Bv. op 12 oktober wordt X geflitst; op 15 oktober komt een nieuwe wet tot
stand die zegt dat wanneer men te snel rijdt, de handen worden
geamputeerd. Op X is nog steeds de oude wetgeving van toepassing.
3
, [Een rechtstaat is een staat waar degene die wetten maakt ook onderworpen
is aan die wetten]
C. Strafrecht is sanctierecht
Ook andere rechtstakken kennen sancties: die sancties hebben een andere functie dan
strafrechtelijke sancties, of kortweg straffen.
Privaat recht: het particulier belang van het individuele rechtssubject treedt op de
voorgrond. De privaatrechtelijke sancties streven het herstel van de geschonden regel na
door het toekenning van schadevergoeding.
Strafrecht: het publiek belang treedt op de voorgrond.
Strafrechtelijke sancties of straffen zijn gekenmerkt door leedtoevoeging.
= opleggen van leed waarbij dader wordt getroffen in vrijheid, vermogen of eer.
= situatie dader vóór plegen misdrijf is beter dan situatie dader na het ondergaan van
de straf.
= dit geeft aan de straf zijn repressieve en preventieve werking.
1.3. Drie kernbegrippen van het strafrecht: misdrijven, sancties en dader
A) MISDRIJVEN
Definitie = gedragingen waarop de wet een straf stelt = overtreding strafwet maakt dus een
misdrijf uit.
Doel? Bescherming van bepaalde waarden in de samenleving met een openbaar karakter =
o oorspronkelijke rechtswaarden in Boek II Sw. (bv. openbare orde, openbare
veiligheid, personen, eigendommen, veiligheid van de staat)
o nieuwe rechtswaarden in afzonderlijke wetten (bv. milieu, sociale zekerheid,
financiën)
Vroeger werden vooral positieve of actieve gedragingen strafbaar die effectieve schade
hebben veroorzaakt (bv. diefstal). Nu maken ook sommige onthoudingen (bv. nalaten hulp
aan persoon in nood) en gevaarzettende gedragingen (bv. onopzettelijke slagen en
verwondingen bij een verkeersongeval; WG laat WN in de bouw geen helm dragen)
misdrijven uit.
B) STRAFRECHTELIJKE SANCTIES
Definitie = door de wet vastgestelde reacties op de schending van de strafrechtelijke normen.
Klassieke opvatting strafrecht: die sanctie is een straf = opleggen van leed aan dader (degene
die een inbreuk pleegt op een norm) (doodstraf, vrijheidsberoving, aantasting vermogen,
ontzetting uit sommige rechten).
o Een “echte” straf heeft een punitieve werking, maatregelen niet.
Evolutie: meer mogelijkheden voor de strafrechter:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lawstudentvub1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.