Theoretische Orthopedagogiek Pagina 1 van 43 1ste semester
Overzicht te kennen stof (Handboek)
• H1: Orthopedagogisch handelen is agogisch handelen
• 1.1 Inleiding
• 1.2 Wat is agogie(k)
• 1.3 Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
• 1.4 Richtinggevende kenmerken van agogisch handelen
• 1.5 Professionalisering van agogisch handelen
• 1.6 Vertrekpunt van het agogisch handelen
• 1.7 Niveaus van veranderingsprocessen
• H2: Wat is orthopedagogisch handelen
• 2.1 What’s in a name?
• 2.2 Wortels van de orthopedagogiek
• 2.3 De nities van de orthopedagogiek
• 2.4 Twee verschuiving van het object van de orthopedagogiek
• 2.5 De verruiming van de orthopedagogiek
• 2.6 Het ortho(ped)agogisch werkveld
• 2.7 Competenties en rollen
• H3: De vijf brillen
• 3.1 Inleiding
• 3.2 Bril 1: Uitstoting en Segregatie: onvolwaardigen, abnormalen, bezetenen
• 3.3 Bril 2: Liefdadigheid en bevoogding: sukkelaars, ongelukkigen, mindervaliden.
• 3.4 Bril 3: Medisch model/stoornisdenken
• 3.5 Bril 4: Normalisatie- of ontwikkelingsparadigma: normalisatie & integratie
• 3.6 Bril 5: Het nieuwe paradigma: Burgerschapsparadigma
• 3.7 Korte samenvatting
• 3.8 Toepassing: Bulgaria’s abandoned children
• H5: Kopstukken uit de orthopedagogiek
• 5.1 Wim ter Horst
• 5.2 Gastspreker: Van Hove
• H4: Onderzoek in de orthopedagogiek
• 4.1 Geesteswetenschappelijke stroming
• 4.2 Empirisch-analytische stroming
• 4.3 Kritisch-emancipatorische stroming
• 4.4 Alle stromingen op een rijtje
• H6: Een ABC
• 6.1 De A van Aansluiten
• 6.2 De D van Destigmatiseren
• 6.3. De F van Fouten durven toegeven
• 6.4 De J van Ja, teamwork
• 6.5 De M van Middelengebruik
• 6.6 De P van Professionele nabijheid
© Eveline Vandenberghe 2024
fi
,Theoretische Orthopedagogiek Pagina 2 van 43 1ste semester
Leerdoelen en exameninfo
• Open vragen (kleinere kans)
• Invulvragen (vb Chime uitleggen, invulzinnen)
• Meerkeuzevragen
• Vragen met betrekking tot begrippen, namen van wetenschappers of personen (bijvoorbeeld in het
gastcollege) die relevant zijn voor het vakgebied van de Orthopedagogiek, datums waarop bepaalde
kijkwijzen, theorieën, de nities, paradigma’s gelanceerd zijn, etc.
• Op het niveau van toepassen: bijv. een casus met de vraag om te linken aan een bepaalde kijkwijze of
bril, een paradigma, een theorie, een de nitie, een model, etc. (tijdlijn - 5 brillen situeren)
• TRAUMA SENSITIVITEIT NIET KENNEN EXAMEN
• Documentaire abandon children = leerstof
• Gastlest van Hove!
• Het nieuwe paradigma waarbij Rinaldi verwijst naar de nood om nieuwe expertise in te brengen
• Domein KVL
• Esther bloch met disability betkenis
• weten wat de begrippen 'agogisch handelen' en 'agogie(k)' betekenen;
• kunnen uitleggen waarom agogiek een ‘theory of changing’ is;
• kennen de sleutelbegrippen van het agogisch handelen;
• kunnen een omschrijving geven van de richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen;
• kunnen aan de hand van de agogische kenmerken van het agogisch handelen motiveren of een situatie
agogisch handelen betreft;
• kunnen uitleggen hoe de professionalisering van het agogisch handelen tot stand kwam;
• kunnen de vertrekpunten van het agogisch handelen omschrijven;
• kunnen omschrijven op welke niveaus van verandering je als (praktijkgerichte) agoog kan werken;
• weten wat de begrippen 'ortho(ped)agogisch handelen en 'ortho(ped)agogie(k)' betekenen;
• kunnen een de nitie geven van het begrip ‘orthopedagogiek’;
• kunnen een etymologische verklaring geven voor het begrip ‘orthopedagogiek’;
• kunnen het verschil benoemen tussen een klassieke en moderne de nitie van het begrip
‘orthopedagogiek;
• kunnen herkennen of een de nitie van ‘orthopedagogiek’ klassiek of modern is;
• kunnen de ontstaanswortels van de orthopedagogiek omschrijven;
• kunnen uitleggen wat de betekenis is van de bijdragen van Kok en ter Horst voor de identiteit van de
orthopedagogiek;
• kunnen uitleggen wat wordt bedoeld met de verruiming van de orthopedagogiek;
• kunnen de orthopedagogische werkvelden en doelgroepen;
• kunnen de rollen van de praktijkgerichte orthopedagoog omschrijven;
• herkennen de competenties van de praktijkgerichte orthopedagoog.
© Eveline Vandenberghe 2024
fi fi fi fi fi
,Theoretische Orthopedagogiek Pagina 3 van 43 1ste semester
Inleiding
Orthopedagogiek ⇢ Streven naar een eerlijk speelveld voor iedereen.
Erkent, onderzoekt de ongelijkheden, met als doel de leefsituatie, de participatie in de samenleving en de
kwaliteit van bestaan van elk individu te verbeteren.
Handicap ⇢ “Hand” in “cap”: komt uit een spel waarbij alle spelers hun hand in een hoed moesten steken
om hun startpositie te bepalen
H1: Alle orthopedagogisch handelen is agogisch
handelen
1.1&2 Inleiding & Wat is agogie(k)?
Agogisch handelen (Agogie) ⇢ vertrekpunt orthopedagogisch handelen (elke orthopedagoog is
agoog maar niet omgekeerd), verbonden aan onze normen en waarden
De intentionele, niet wederkerige beïnvloeding door één of meerdere personen gericht op een
wenselijk geachte wijziging, door de cliënt ervaren als welzijnsbevordering” (ten Have, 1973).
Agogiek ⇢ de leer van het doen veranderen van mensen / De wetenschap met betrekking tot
het begeleiden (ondersteunen) van mensen / Vanuit onderzoek en theorieën richtlijnen geven voor
agogisch handelen.
Is een verzamelnaam voor de leer van het leiden, begeleiden van mensen, ongeacht hun
leeftijd, op een beroepsmatige manier. (Ko eman, 1976)
Agogiek is “de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop individuele
personen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in
veranderingsprocessen. Het gaat er daarbij om, dat die begeleiding plaatsvindt vanuit de
situatie waarin de betrokkenen zich bevinden en dat zij mogelijkheden krijgen aangereikt om
zoveel mogelijk zelf te handelen teneinde tot de gewenste verandering te komen.”, aldus
Winkelaar (2004)
Agogiek is de wetenschap met betrekking tot het begeleiden (lees: ondersteunen) van mensen
(Gesquiere & Dirkx, 2023)
Agoog ⇢ veranderaar / begeleidt mensen dmv hun eigen handelingen tot gedragsverandering
Iemand die anderen begeleidt om hen door middel van hun eigen handelen tot
gedragsveranderingen te laten komen (Winkelaar, 2004).
De agoog geeft steeds opnieuw vorm aan het alledaagse, juist voor die mensen voor wie het
alledaagse niet zo gewoon is” (Feijet al., 2006)
Pedagogiek ⇢ Het begeleiden van kinderen, de opvoedkunde. (speci cering agogiek)
Etymologie: Ped= kind + Agein= begeleider
“Don’t wait for the storm to pass, learn to dance in the rain.”
1.3 Doen veranderen: “theory of changing”
Theory of change ⇢ Theorie die bestudeert hoe dingen spontaan veranderen / Veranderingen ten
gevolge van spontane veranderingsprocessen (Ontwikkelingspsychologie of sociologie)
© Eveline Vandenberghe 2024
ff fi
, Theoretische Orthopedagogiek Pagina 4 van 43 1ste semester
Theory of changing ⇢ Theorie die bestudeert hoe er doelgericht en bewust wordt ingezet op
verandering (= in de orthopedagogie) / Veranderingsprocessen die bewust en doelgericht worden opgezet
met het oog op verandering
1.4 Met of zonder K?
Agogie ⇢ Of agogisch handelen - staat voor “intentionele, niet-wederkerige beïnvloeding door één of
meerdere personen gericht op een wenselijke geachte wijziging, door de cliënt ervaren als
welzijnsbevordering”
- Zet in op verandering
- Met een intentie
- Niet wederkerig: omdat de relatie tussen orthopedagoog en cliënt niet wederzijds is. Cliënt
heeft geen intentie om de orthopedagoog te begeleiden of op te voeden.
- Team: vanuit een netwerk
- Verandering: Intentie wijziging door te voeren dat ter bevordering is van de cliënt, maar dat het
ook als “bevordering” door de cliënt wordt ervaren. Intrinsieke motivatie van de cliënt is
noodzakelijk om verandering te realiseren.
- Vormgeven aan het alledaagse (structuur in voeding, …): Vaak zijn alledaagse handelingen/
structuren niet meer mogelijk voor de cliënt.
- Doel: het handelen van mensen veranderen
Agogiek ⇢ De leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop individuele personen,
groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in veranderingsprocessen. Gaat
daarbij om, de begeleiding plaatsvindt vanuit de situatie van de betrokkenen en aangereikt krijgen van
mogelijkheden om zoveel mogelijk zelf te handelen ten einde tot de gewenste verandering te komen. (2004,
Winkelaar)
- +K = Wetenschap
- Wetenschap staat altijd ten dienste van het handelen op basis van wetenschappelijk onderzoek
1.5 Drie sleutelbegrippen v/h agogisch handelen
Begrip 1: Veranderen of beïnvloeden
- Het doen veranderen gelinkt aan ⇢ Theory of changing
- Het beïnvloeden in een richting die de betrokkene zelf wenst = vergroten van de autonomie v/d
cliënt
- Een agoog helpt anderen in hun veranderingsproces
- Uitgangspunt “totale vorming” (mens als afgewerkt pakketje) bestaat niet, veranderen als een
eeuwig durende opvoeding en permanente educatie
Ontwikkelingstaken in ons bestaan:
- Diploma behalen
- Ouder zijn
- Beroep uitoefenen
- Klaar zijn om waardig te sterven
Begrip 2: Handelen
Handelen ≠ Gedrag (Winkelaar)
- Gedrag: wat mensen concreet doen ⇢ te observeren, instinctief en impulsief
- Handelen: wat mensen bewust doen ⇢ minder te observeren, bewust en doordacht,
voorafgaand een ‘denkmoment’
⇢ Verandering door te kijken naar het handelen, de motieven, de redenen en de betekenissen via dialoog
“welke vraag stelt een persoon met een bepaald gedrag?” = observeren + communiceren
© Eveline Vandenberghe 2024