Hoofdstuk 1: alle orthopedagogisch handelen is agogisch
handelen
1. Inleiding
Studeren voor ortho-wat?
= kwaliteit van leven van verschillende doelgroepen verbeteren.
2. Agogie
= Agogie of het agogisch handelen staat voor “de intentionele, niet
wederkerige beïnvloeding door één of meerdere personen gericht op een
wenselijk geachte wijziging, door de cliënt ervaren als
welzijnsbevordering”.
Intentionele: bedoeling, niet wederkerige beinvloeding: assymetrische
relatie (een verandering brengen, we staan niet in dezelfde positie)
Je hebt de functie om verandering te brengen aan de hand van
beinvloeding.
Intrensieke motivatie: vanuit jezelf
Een agoog is een ‘veranderaar’, ‘iemand die anderen begeleidt om hen
door middel van hun eigen handelen tot gedragsveranderingen te laten
komen bij voorkeur als iemand het zelf wilt. Klemtoon op het doen,
handelen en begeleidingspraktijk.
2. Agogiek
= Agogiek is gebasseerd op wetenschap. Alles wordt in vraag gesteld.
Agogiek, zo schrijft Koffeman, “is een verzamelnaam voor de leer van het
leiden, begeleiden van mensen, ongeacht hun leeftijd op een
beroepsmatige manier.”
Agogiek is “de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier
waarop individuele personen, groepen, organisaties en
samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in
veranderingsprocessen. Het gaat er daarbij om, dat die begeleiding
plaatsvindt vanuit de situatie waarin de betrokkenen zich bevinden en dat
zij mogelijkheden krijgen aangereikt om zoveel mogelijk zelf te handelen
teneinde tot de gewenste verandering te komen.”, aldus Winkelaar (2004)
Agogiek is de wetenschap met betrekking tot het begeleiden van
mensen. De leer.
2. Theory of changing
Theory of change: spontane veranderingsprocessen.
Theory of changing: veranderingsprocessen die je bewust inzet om te
veranderen doelgericht (Agogiek is een vorm van theorie of changing)
3. Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
1) Veranderen of beïnvloeden
• Doel agogie = het handelen van mensen veranderen
• Een ‘ideaalbeeld’, ‘totale vorming’ bestaat niet
1
, •Iedereen moet blijven ‘veranderen’.
•We spreken over ‘permanente educatie’, ‘altijd durend leren’,
‘eeuwig durende opvoeding’
ontwikkelen doe je heel je leven lang.
2) Handelen
iets wat je doet uit een bepaald bewustzijn.
– Waarin een ‘denkmoment’ zit
– Ook wat onzichtbaar is: gedachten, gevoelens, intenties,
drijfveren, motieven, redenen, betekenisverlening
– Doen veranderen, is kijken naar het handelen en in dialoog
gaan -> observeren en communiceren
3) Emancipatie en empowerment als doel
Kwaliteit van leven kan je bereiken door te emanciperen streven naar
een volwaardige plaats en leren om zichzelf te veranderen in de richting
dat je het zelf wilt. Minder afhankelijk van elkaar, eigen mening hebben,
sterk in het leven staan.
Agogisch handelen is…
• Wat? = Een vrijwillige, gewenste verandering in het handelen op
psycho-sociaal vlak
• Wie? = (Jong)volwassenen als individu, in groep, in een organisatie of
als lid van een groter samenlevingsverband
• Hoe? = Op een systematische, bewuste, doelgerichte en
professionele manier en door een herkenbaar agoog
• Waarom? = Met emancipatie en empowerment als doel
4. Richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen
• Psychosociale verandering
= we willen dat mensen zich beter voelen
• Doelgericht
• Systematisch
= stap voor stap
• Bewust
= nadenken over elke stap
• Gewenst door betrokkenen
= alle betrokkenen staan achter de verandering, sommige mensen
kiezen niet voor de hulp
• Niet even wederzijds
= de positie is anders. Gelijkwaardig, maar een assymetrische relatie.
Iemand die een verandering wilt (cliënt) en iemand die dat helpt te
realiseren (agoog)
• Beroepsmatig
= je gaat via handelen via je professionele positie agogische
interventie
• Waardengebonden
= We zijn een prescriptieve wetenschap: beschrijft een ideale situatie
en is waardegebonden.
2
,5. Professionalisering van het agogisch handelen
De industriële revolutie zet 2 maatschappelijke veranderingen in gang:
1. Ontwikkeling van wetenschap en techniek (opkomst steden,
technieken nemen toe)
2. Stijgende individualisering: we zijn geevolueerd tot kerngezinnen
we focussen op het individu zijn eigen keuzes & eigen
verantwoordelijkheid we hebben een houvast nodig
professionalisering zoeken
Beïnvloeden elkaar, als reactie daarop:
- Maatschappij organiseert hulp en begeleiding aan jongvolwasenen
= Ontstaan van het welzijnswerk beroepen waarin het welzijn van
personen voorop gesteld. Vb. logopedie, ortho, psycholoog…
(aanvankelijk als vrijwilligerswerk (liefdadigheidswerk))
• Later zien we de ontwikkeling van het ‘agogisch werkveld’ met
agogische beroepen, met eigen beroepsopleidingen,
beroepsorganisaties en beroepscodes in functie van het ondersteunen
van veranderingsprocessen
• Risico op valkuil van pedagogisering
Het agogisch werkveld
6. Vertrekpunt van het agogisch handelen
• Exagogiek: curatief agogisch werk, vertrekken vanuit
probleemsituaties en hulpverleners zoeken (hulpverlening)
• Anagogiek: positief agogisch werk, situaties toch willen verbeteren
vertrekkende van een situatie dat oké is (vorming)
• Katagogiek: preventief agogisch werk, situatie is oke, maar we willen
voorkomen dat zaken evolueren naar iets negatief (preventie)
7. Niveaus van veranderingsprocessen
• Micro: klein, één persoon (of kleine
groep)
ten opzichte van de cliënt,
doelstellingen bepalen en evalueren.
• Meso: midden, groep, organisatie
hoe actief is je organisatie, waar staat
het voor?
• Macro: groot, (delen van) de samenleving
samenleving
3
, In het werkveld moet je op alle niveau’s kunnen werken!
Hoofdstuk 2: wat is orthopedagogisch handelen
1. Inleiding
2. What’s in a name – Orthopedagogiek
= Orthopedagogiek is de wetenschap van het methodisch handelen in die
situaties waar het gewone opvoeden tekortschiet, met de bedoeling om de
problematische situatie te verbeteren.
3. De wortels van de Orthopedagogiek
Bleidick zegt dat de orthopedagogiek is ontstaan uit 2 belangrijke wortels:
1e wortel: de zorg voor ‘gehandicapte’ kind. Heilpedagogiek is hier
ontstaan helen, genezen door opvoeding
2e wortel: bestrijding van het kind dat niet deugd kinderhehler: fout,
mislukking. Morele betekenis van helen.
4. Definities van orthopedagogiek
We focussen in het begin niet op het kind. Naarmate de tijd vordert
focussen we meer op de context.
5. Verschuiving van het object van de Orthopedagogiek
Paradigmashift: kader met allerlei visies die wijzigt (verandering van
opvattingen)
• Van het ‘afwijkende kind’ ‘de verontrustende leefsituatie’ (1)
• Van “Wat heeft dit dit kind?” naar “Welke vraag stelt dit kind?” (2)
• Weg van het defect bij het kind of bij de ouder
4