Hoofdstuk 2: lichaamssamenstelling
1: Atomair niveau (chemie)
Chemische elementen, O C H N Ca P => meer dan 98% vh lichaamsgewicht
2: Moleculair niveau (biochemie)
Beïnvloedende factoren:
- Geslacht (man meer spieren, vrouw meer vet)
- Ras (zwarte vrouwen meer mineraalmassa)
- Leeftijd (ouderen meet vetweefsel)
- Lichamelijke activiteit (sporters meer spieren-
- Klimaat (koudere streken meer subcutaan = onderhuids vet)
- Gewichtsextremen (obesen meer vetweefsel)
Samenstelling:
- Lipiden : ong 1kg essentieel voor levensnoodzakelijke processen
- Proteïnen : ong 11kg, grootste deel is essentieel component vd cellen
- KH : ong 350g, kleine voorraad glycogeen in lever en spieren
- Water : 55% intracell , 45% extracell
- Mineralen : botmineralen en weefselmineralen
3: Cellulair niveau (celbiologie)
Extracellulaire vaste stoffen (collageen, botmineraal,…)
Extracellulair vocht : water buiten de cellen met elektrolyten (vnl CL) en eiwitten
Celmassa :
- Body cell mass = metabool actieve vetvrije deel met vocht en vaste stoffen
- Intracellulair vet
4 : Weefsel- systeem niveau (fysiologie)
Vetweefsel (subcutaan en visceraal vet),skeletspieren, viscerale organen, hersenen en skelet
5 : Lichaamsniveau (antropometrie)
via antropometrie of formules
Compartimentmodellen
2 – compartimentmodellen : indeling in 2 compartimenten met verschillende eigenschappen
Moleculair niveau
BW = FM + FFM
Niet essentiële lipiden FM (fat mass)
Essentiële lipiden
Proteïnen
KH FFM (fat free mass)
Water
mineralen
Weefsel niveau
AT = BW – LBM
Vetweefsel = lichaamsgewicht – mager lichaamsweefsel
, Multicompartimentmodellen:
o 3 compartimenten (2 meetbare en 1 onbekende)
Moleculair niveau: BW = FM + water + rest
Weefselniveau : BW = vet + botmineraal + mager week weefsel
o 4 compartimenten
Moleculair niveau : BW = FM + water + mineralen + rest (eiwitten)
Cellulair niveau : BW = vet + ECF + ECS + BCM
Atomair niveau : C, N en Ca
o 6 compartimenten
Weefselniveau : BW = AT + spier + bot + viscera + bloed+ rest
Onderzoeksmethoden lichaamssamenstelling
Directe methoden -> bepaalt rechtstreeks het volume vh compartiment
Indirecte methoden -> leidt het volume af door bepaling van een specifiek kenmerk
van dit compartiment
Dubbel indirecte methode -> bepaalt densiteit of watergehalte op een
onrechtstreekse manier en leidt hieruit het volume af vh compartiment
Directe methoden
Chemische analyse (bij overleden personen)
Basis voor vergelijkingen of formules die gebruikt worden bij indirecte en dubbel
indirecte methodes
Op basis van FFM : 72,6% water, 20,5% eiwitten, 6,9% mineralen
IVNAA (in vivo neutron activation analysis)
Bestraling met neutronenstraal
Bepaling van absolute gehalte aan H, N,O, C,Ca,Na,P, en Cl
+ : zeer accuraat, veilig
- : zeer duur, indrukwekkende infrastructuur, enkel in kader van onderzoek
Indirecte methoden
Klassieke methode
- Densitometrie : op basis van dichtheid
Op 37°C : FM = 0,9kg/l
FFM = 1,1kg/l
Via onderwaterweging, bodpod
- Dilutietechnieken : vnl voor bepalen lichaamswater
Gebaseerd op vergelijking : C1 X V1 = C2 X V2 = cte
Men dient een volume (V1) van radioactieve stoffen of
isotopen toe met een gekende concentratie (C1)
Na nieuwe toediening (C2) kan je dan V2 berekenen
Water is ong 73% vd FFM en niet aanwezig in vetdepots :
TBW = 73% X FFM => FFM = TBW/O,73
Niet bruikbaar bij zwangerne of oedemen (TBW>73%), bij
dehydratatie (TBW<73%) en bij extreem hoog of laag gewicht