10/10/18 Taalnormering Ryckaert
H4 en een deel van H3
9. basisbeginselen huidige spelling
Er is een groot basisprincipe en er zijn twee aanvullende of corrigerende principes. Als je
de principes van de Nederlandse spelling en de principes van de standaardtaal in je
achterhoofd houdt, dan merk je dat de begrippen fonetiek, fonologie, etymologie en
gelijkvormigheid vaak de revenu passeren.
Fonetiek = de fysische en fysieke realisatie van klanken. De productie van klanken en de
productie van uitademende lucht. Als we dan onze articulatoren: onze lippen, harde en
zachte gehemelte en tong in een bepaalde positie plaatsen dan krijgen we klanken. Het is
ook het basisprincipe van onze Nederlandse spelling.
Het beginsel van de standaarduitspraak = fonetisch principe: je schrijft zoveel mogelijk
dat wat je hoort. De uitspraak mag niet gekleurd zijn door de plaats waar je woont, door
jouw leeftijd, opleiding, sociale klasse,…
Siegenbeek: spelling moet eig. fonetische spelling zijn: gebaseerd op de uitspraak van
het woord. Kollewijn heeft daarop verder gebouwd aan het eind van de 19e eeuw.
Het eerste corrigerende principe: gelijkvormigheid = in het Ned. ga je zoveel mogelijk de
woorden op dezelfde manier schrijven. Als je Bank schrijven dan zal je alle
samenstellingen en afleidingen van het basis woord op dezelfde manier schrijven.
Je schrijft zoveel mogelijk het basislemma op dezelfde manier.
Er is een zwaar verschil tussen occlusief en fricatief.
Occlusief = plofklank/ explosieve klank: p,b,t,d,k en g
Met de uitgeademde lucht maak je klanken. Als je in het hele systeem eventjes een
totale obstructie realiseert en deze dan loslaat, dan druk je de lippen op elkaar drukken
en dan loslaten en zo krijg je een occlusief.
Fricatief of wrijfklank is ongeveer hetzelfde, maar de totale obstructie is er niet. je zorg
ervoor dat twee articulatoren naar elkaar toe wijken. Je bovenlip en onderlip raken elkaar
bijna maar je gaat je mond niet helemaal afsluiten, zodat er nog r-lucht kan ontsnappen
en dat maakt geluid. Bv. f en s.
Het woord kofschip is een van de meest bekende spellingsregels in het Nederlands is
gebaseerd op de fonetiek: dat is het basisprincipe. Maar heel specifiek is het gebaseerd
op stemloos, fricatief en occlusief.
Stemloos: je hebt geen stembandtrillingen. Je stembanden gaan niet aan het trillen als
er lucht doorgestuurd wordt bij f,s,…
Bij b,d,v,z,… zijn wel stemhebbend.
Het principe van de gelijkvormigheid heeft iets heel specifiek gerealiseerd: bij occlusief
werkt dat principe helemaal. Als je een woord hebt op een t-klank, bv. Bord, dan zal een
kind het woord intuïtief met een t en geen d schrijven. Het corrigerende principe zegt dat
je het met een d moet schrijven om gelijkvormig te schrijven, omdat je bij het meervoud
een d hoort. Dit geldt niet voor fricatief want je schrijft bv. Dief met een f maar in het
meervoud hoor je duidelijk een z-klank. De stemloze klank gaat over naar een
stemhebbende klank: hetzelfde bij poes en poezen. Nog altijd actief in onze Nederlandse
spelling vandaag omdat er een verschil is tussen de plofklanken en de wrijfklanken in de
gelijkvormigheid.
1