Zie je het niet zitten om al de zelfstudies te doen? Geen probleem, deze samenvatting heeft dit al voor jou gedaan. Samenvatting van het boek + alle zelfstudies (natuur, techniek en aarde/weer en klimaat). Er staan veel illustraties in ter verduidelijking.
SAMENVATTING BOEK DE BASIS
1.1. DE AARDE IN DE RUIMTE
1.1.1 HET HEELAL
Alles is begonnen met de oerknal of big bang.
▪ Het minuscule puntje dat oneindig veel energie bevatte is ontploft, waaruit later dan de elementaire
deeltjes ontstonden.
▪ Elementaire deeltjes waaruit alle materie op de aarde en in het heelal is opgebouwd.
1.1.2. ST ERRENSTELSELS
Toen het heelal afkoelde tot ongeveer 3000 °C ontstonden atomen, vooral waterstofgas. Sommige deeltjes
werden door zwaartekracht naar elkaar toe getrokken, waardoor gaswolken zich vormden. Wanneer de
waterstofatomen dicht opeen werden geduwd, werden heliumatomen gevormd. Opeenstapeling
heliumatomen zorgt voor sterren. Verschillende sterren zijn door zwaartekracht gaan groeperen tot
sterrenstelsels.
In het heelal bevinden zich nu miljarden sterrenstelsels, sommigen bestaan uit ongeveer honderd miljard
sterren.
Ons sterrenstelsel = het Melkwegstelsel
= een spiraalvormige verzameling van sterren, één daarvan is onze zon! Rond de zon draaien onze planeten.
▪ Onze aarde zit in het melkwegstelsel (draait rond de zon=ster), maakt deel uit van de Melkweg
→ daarom ziet het melkwegstelsel vanop aarde bekeken er eerder uit als zilveren band
▪ Vanuit ruimte bekeken is de Melkweg een spiraalvormige schotel
1.1.3. ONS ZONNESTELSEL = DE ZON MET DE PLANETEN
= als we inzoomen op een van de spiraalarmen van het Melkwegstelsel, ligt ons zonnestelsel.
= dat is het planetenstelsel
▪ Een verzameling van hemellichamen (planeten) die om een centrale ster draaien (zon)
‘Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw
Nachtjapon’
o Mercurius
o Venus
o Aarde
o Mars
o Jupiter
o Saturnus
o Uranus
o Neptunus
▪ Pluto is geen planeet meer! Waarom?
- Is een dwergplaneet: die is veel te klein en als we die als planeet zien dan zouden we nog
veel andere hemellichamen als planeet moeten benoemen DUS daarom is hij nu geen
planeet meer.
- Ook is zijn baan een beetje anders dan andere planeten
Tussen de zon en Neptunus nog miljarden andere kleine planeten (planetoïden) en komeetachtige
hemellichamen.
1
,ZON
= Grootste, warmste en zwaarste hemellichaam in ons zonnestelsel.
▪ Zon is vergeleken met andere sterren middelmatig groot
▪ MAAR ze lijkt zo groot omdat ze dicht bij ons staat !
WE zien de zon bij ons NIET in het noorden!!
Zon is ontstaan: door gaswolk die is gaan samenkrimpen door haar eigen zwaartekracht. Door de
hoge druk ontstaat veel warmte.
De zon is niet gewoon 1 grote vuurbol, ze heeft plekken
▪ Zonnevlekken: plaatsen op de zon waar het minder warm is.
▪ Fakkelvlekken: plaatsen op de zon waar het warmer is.
Door intense hitte in de zon gebeuren er ook ontploffingen, die zonnewind doen ontstaan. Er
worden dan geladen deeltjes de ruimte ingestuurd, soms zo ver dat ze de atmosfeer van de aarde
binnendringen. Dan ontstaat er een prachtig fenomeen: poollicht.
1.1.4. AARDE, ZON EN MAAN
Vroeger dacht men dat aarde centrum van het heelal was, dat de zon rond de aarde draaide
= geocentrisme
Zon is het centrum van ons zonnestelsel, de aarde draait rond de zon.
= heliocentrisme
De aarde draait tegen de wijzers in van de klok: van west naar oost in 24 uur.
Daarom zien we de zon opkomen in oosten dan naar zuiden dan in westen onder gaan.
▪ Noordelijk halfront: oosten (op) → zuiden → westen (onder) (WIJ)
▪ Zuidelijk halfrond: oosten (op) → noorden → westen (onder)
▪ De aardas staat wat scheef
Hoe dit aan kinderen aantonen? (dirk zonder kleren)
1. Kinderen staan in een cirkel en stellen de aarde voor. De leerkracht schijnt met een zaklamp
naar die kinderen. Dat is de zon. Kinderen in de cirkel kunnen ervaren wat de mensen op
aarde waarnemen. Vraag aan een leerling (dirk) wat hij waarneemt (donker).
2
,2. Dan laten we de aarde draaien. Hoe? Tegenwijzers. Vraag de kinderen om te draaien. Dan
vragen we terug aan dirk wanneer hij voor het eerst een lichtschemering ziet (ochtend).
3. Even later zal hij zeggen dat hij volledig licht ziet. Wanneer hij recht in de zaklamp kijkt zullen
de kinderen de ogen toe doen dan leggen we link met de middagzon.
4. Dan draaien we verder. Dirk zal zien dat hij met rijn rechteroog nog het zonlicht kan zien en
niet meer met zijn linkeroog.
3
, 5. Even later zal hij het licht niet meer kunnen zien. Zo zijn we helemaal rond. Alle andere
kinderen in de kring ervaren hetzelfde. De kinderen buiten de kring kijken vanuit de ruimte.
Daar zien we wanneer het langs buiten dat Dirk zijn gezicht langs de ene kant belicht is en
langs de andere kant donker. Zo kunnen we de zonsopgang aantonen. Zo laten we kinderen
ervaren hoe dag en nacht ontstaan en dat het te maken heeft met de beweging van de
aarde.
RELATIE TUSSEN AARDE EN MAAN
Maan draait in tegenwijzerzin (zoals de aarde) om de aarde heen en heeft daar een maand voor
nodig.
Tijd die de maan nodig heeft om 1 keer rond de aarde te draaien = omlooptijd
! MAAR draait ook in een maand rond haar eigen as.
▪ Verschillende omlooptijden: hangt af welk referentiepunt je neemt
▪ Siderische maand = tijd die maan nodig heeft om één keer rond de aarde te gaan en weer
terug te komen op dezelfde plek tussen de sterren, vanaf een ver referentiepunt. Dit duurt
ongeveer 27,3 dagen. Dit betekent dat als je eens ster kiest en kijkt hoe lang de maan nodig
heeft om weer op dezelfde plaatst te staan ten opzichte van die ster, je de siderische maand
meet.
▪ Synodische maand = Dit is de tijd die de maan nodig heeft om van één nieuwe maan naar de
volgende nieuwe maan te gaan. Dat betekent dat het de tijd is die de maan nodig heeft om
alle schijngestalten te doorlopen. Dit duurt ongeveer 29,5 dagen. Dat is dus de tijd die
verstreken is tussen 2 opeenvolgende keren dat de maan in dezelfde positie ten opzichte van
de aarde staat. Het is deze omlooptijd die aan de basis ligt van onze kalendermaanden.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nettewagner. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.