Belgische Politieke Geschiedenis
Robbe Van Grembergen – 1BA Politieke Wetenschappen
Syllabus:
Deneckere, G., De Paepe, T., De Wever, B., & Vanthemsche, G. (2014). Een geschiedenis van België. Derde
herziene druk. Gent: Academia Press.
Lesgever:
Prof. dr. Bruno De Wever & Prof. dr. Margo De Koster
Faculteit:
Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, Universiteit Gent
Jaar:
1 Bachelor, Politieke Wetenschappen, 2018-2019
Robbe Van Grembergen 1
, Belgische Politieke Geschiedenis
H1 1) Waarom was het rijk van Karel de Grote belangrijk voor ons?
territoriaal
o centrum Karolingisch rijk in onze contreien
o grens tussen Oost- en West-Francië dwars door onze contreien
o Middenrijk (tss Oost en West) = onze gewesten
feodaliteit
o = legitimering van eigendom en macht
o nieuw eigendomssysteem: bloedband van Karel de Grote = macht en bezit
o feodaal systeem: koning – leenheren – leenmannen (leenhulde)
o ‘soevereine vorst’ = macht rechtstreeks van God
kroning Karel de Grote tot keizer door hoofd van de Kerk
o Vlaanderen leenrechtelijk verbonden met Franse koning én Duitse keizer
sociale groepen
o Kerk: clerus in ancien régime tot aparte stand
o adel: leenheren en leenmannen
o overige bevolking: “derde stand”, meer macht door steden
cf. Guldensporenslag (1302): feodaal i.p.v. taalconflict
H2 2) Hoe is het Ancien Régime tot zijn einde gekomen?
standenmaatschappij maatschappij van gelijke burgers
o Déclaration des droits de l’homme et du citoyen
soevereine vorsten soevereine naties
o dynastieke staten worden natiestaten
o nationalisme wordt essentiële politieke kracht
samenhorig volk recht op eigen (natie)staat
o multinationale staten in problemen
politiek-institutioneel systeem met particuliere vrijheden en gebruiken eengemaakte
nationale staatsbureaucratieën
3) Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van 1815 tot 1830
product van Congres van Wenen (1814-1815)
o bufferstaat tegen Frankrijk
o verleden (16e eeuw) als territoriaal model
o Willem I (huis van Oranje) als vorst
herstel legitimiteitsprincipe Ancien Régime
gevolg: >< volkssoevereiniteit en ‘Belgische protonatie’
o >< volkssoevereiniteit: er wordt een vorst opgelegd
o >< Belgische protonatie:
réclamation des droits de la nation belge
levensbeschouwelijke BL katholicisme vs. protestantisme (godsdienst- en onderwijs politiek Willem I)
sociaaleconomische tegenstellingen
sociaaleconomische BL
NNL: overzeese handel / ZNL: industrie
communautaire BL verfransing in het Zuiden
Robbe Van Grembergen 2
, 4) Beargumenteer: “Willem I verlicht despoot à la Jozef II”
despotisch
o grondwet zélf geschreven
o sterk vorstelijk absolutisme
o stond niet open voor democratisering (cf. opkomende industriële burgerij)
verlicht
o economische modernisering
o infrastructuur
o bijnaam: Koning Koopman/Kanalenbouwer
Oostenrijkse Jozef II (1780-1790): bracht ook veranderingen in Zuidelijke Nederlanden
o monsterverbond tegen Jozef II (Brabantse Omwenteling)
o monsterverbond tegen Willem I (Belgische Revolutie)
H3 5) revolutionaire wording van de natie België
De eed van de Kaatsbaan
o symbolisch moment waarop Franse Revolutie start
o steun lagere clerus en adel 3e stand + grondwettelijke vergadering
Bonaparte Napoleon
o veel modernisering
o Code Napoléon
Congres van Wenen
o restauratie: balance of power herstellen
o terugkeren naar Ancien Regime en soevereiniteit van vorst
o geen rekening met kleine vorsten + liberalisme & nationalisme
“Vrijheid die het volk leidt” (Eugène Delacroix)
o Marianne = symbolisch voor vrijheid (liberalisme)
o vrijheid trekt het volk mee naar overwinning (nationalisme)
o julirevolutie = le roi citoyen / monarchie Louis Philippe
Septemberdagen (Wappers) / Belgische Revolutie
o nieuwe Belgische natie
o alle lagen van de bevolking = sfeer: verenigd volk / eensgezindheid (nationalisme)
6) evolutie van de Belgische Revolutie (1830-1831)
aanloop
o monsterverbond
conservatieven & vooruitstrevenden
(i) schrik voor doorgedreven industrialisatie
(ii) volkssoevereiniteit, burgerlijke vrijheden, parlementaire
vertegenwoordiging
katholieken en liberalen
(i) onderwijs- en godsdienstvrijheid (>< protestantisme)
(ii) persvrijheid
“Eendracht maakt macht” / “Union fait la force”
o sociaal ongenoegen bezitloze klasse in aug.-sept. 1830
‘proletarische opstand’
belastingdruk, mislukte oogst, hoge voedselprijzen
Robbe Van Grembergen 3
, verloop
o opera: ‘De Stomme van Portici’
volksopstand symboliseren d.m.v. leuzen, symbolen, commotie
o ‘L’amour sacré de la patrie’
o rellen in Brussel aug.-sept. 1830
anti-Orangisten, fabrieken vernielen, ...
o oprichting burgerwacht
neemt politieke macht over
vervolg
o geen militair ingrijpen grootmachten
nationalisme overal in Europa
GB: België ≠ concurrent / FR: bufferstaat geen hulp
o Voorlopig Bewind
oktober 1830, na ‘staatsgreep’
roept onafhankelijkheid uit
weerspiegeling monsterverbond: republikein, graaf, jong, oud, ...
o Verkiezing Nationaal Congres (nov. 1830) & afkondiging liberale grondwet (feb. 1831)
slechts 1 à 2%
kiest voor constitutionele monarchie, ≠ republiek
o machtsvacuüm najaar 1830-zomer 1831 (regent Surlet de Chokier)
Conferentie van Londen
7) Zoektocht naar Leopold von Saksen-Coburg-Gotha (1831-1865)
representatieve constitutionele erfelijke monarchie
verkozen tot koning door Nationaal Congres
Conferentie van Londen: Europees consensusfiguur
o monarchie
o neutraliteit
grondwettelijke monarchie: beperking koninklijke macht
o koning ondergeschikt aan de grondwet
8) Hoe verliep de erkenning van België?
moeizame internationale erkenning
o Conferentie van Londen
onafhankelijk & neutraal België
verdrag van de 18 Artikelen
o vrede en stabiliteit in Europa
o Tiendaagse Veldtocht
Willem I (augustus 1831) wilt België terug annexeren
Frankrijk steunt België (vraag van Leopold I)
o verdrag 24 Artikelen (1839)
NL erkent België, maar België moest land afstaan
Robbe Van Grembergen 4
, 9) Bespreek kritisch de Belgische grondwet van 1831 en de liberale
vrijheden
scheiding der machten: wetgevend—uitvoerend—rechterlijk
tweekamerstelsel: Kamer en Senaat
democratisch? Toegevingen aan conservatieven
o ≠ capacitair, enkel bezittende klasse
o kiescijns (tot 1894)
o differentiële kiescijns (tot 1848)
bevoordeelt platteland, en dus ook katholieken
o koppeling vrijheid aan bezit
zegelbelasting op kranten (tot 1848)
o coalitieverbod (tot 1867)
10) Situeer het unionisme in de geschiedenis van België
nog géén politieke partijen
van 1830-1847
tot oprichting Liberale Partij (1846) & eerste liberale regering (1847)
= samenwerking van twee dominante politieke stromingen
cf. monsterverbond tegen Willem I
koning
o hoofd uitvoerende macht
o ministers benoemen en ontslaan
o hoofd leger, landsverdediging
cf. Tiendaagse Veldtocht
o °politieke partijen politieke blokken moeilijk te bespelen
o buitenlandse politiek: ancien-régimevorst
o binnenlandse politiek: (i) conservatieven (ii) industriëlen, banken
katholieke strekking het sterkst
o steun Leopold I + bevolking katholiek
o grondwet: scheiding kerk en staat / praktijk: nog niet direct
o grote institutionele macht (monopolie onderwijs)
sociaaleconomisch beleid
o voordelig voor landbouw (grondwaarde stijgen)
o 1845-1847: oogsten mislukken hongersnood
1846: °Liberale Partij
o antiklerikalen, vrijmetselaars
o >< machtsherovering van de kerk
o uitbouw lekenstaat
o doctrinaire & progressieve liberalen
o 1847: verkiezingsoverwinning unionisme
Robbe Van Grembergen 5