- Weinig marquetterie
- Meubilair op zwenkwieltjes
Second Empire:
- Onder Napoleon III
- Concentratie van grootkapitaal in Parijs → arbeiderswijken werden gesloopt en werden
vervangen door boulevards met monumentale appartementen, deze moesten natuurlijk
gedecoreerd worden, de zogezegde ‘nouveaux riches’ die geld willen uitgeven
- Warenhuizen ontstaan waar de burgerij kan winkelen
- Nieuwe technieken aangezien mensen hun budget niet eindeloos was, bv geen brons verguld
meer maar gebruik van de galvanisering techniek (met elektriciteit een meubel bedekken
met een dun laagje metaal)
- Boulle techniek was weer in de mode → oplossing: voorgemaakte panelen met
imitatieschildpad
- Papier-mache = ook een manier voor meubeldecoratie
België:
➔ Laten zich meer en meer inspireren door hun eigen verleden
➔ Bv de 15de -eeuwse gotiek + herwaardering van de Vlaamse Primitieven
➔ In Frankrijk → terug kijken naar Viollet-Le-Duc, in de UK naar Pugin
➔ In België → Sint-Lucasscholen opgericht die zich op die neogotiek toeleggen
➔ Burgerinterieurs → combinatie van stijlen, voor de salon vooral de Franse Lodewijkstijlen,
voor de eetkamer de neo-Vlaamse renaissance die zwaarder was en ornamentrijk is
➔ Mechels meubelindustrie houd zich tot WOII vast aan deze neostijlen, bv August De Bruyne
wandkast met overvloedig snijwerk die zeer renaissance is
Les 7: 1851-1920: Vernieuwing: Reform Movement, Art Nouveau,
Werkstätten
Reader 8: Eline Stoop – De Leugen van Victor Servranckx, Behangpapierontwerper voor UPL
(1917-1925), 2019
Samenvatting:
• Over de status van behangpapier die afwisselend en complex is in de geschiedenis, de
modernisten verwerpen er zich bijvoorbeeld tegen
• Waarom waren de modernisten tegen behangpapier? (uit tijdschrift 7 Arts) = omdat het als
overbodig gezien werd, omdat het niet architecturaal esthetisch of hygiënisch is, omdat het
andere materialen probeert te imiteren en lage kwaliteit is als een faux luxe, kleuren zijn niet
licht/warmte of tijdsbestendig, trekt ongedierte aan
• Modernisten hebben liever verf, wit of kleur die gemengd kunnen worden
• Victor Servranckx = tekenaar in een behangpapierfabriek die weigerde om voor het 7 Arts
tijdschrift te werken
• 7 Arts zag film en architectuur als de twee meest sociale en moderne kunsten terwijl de
andere kunsten eerder een dienende rol moesten vervullen, Servranckx had juist een andere
gedachtegang en vond dat architectuur geen kunst was en hij focuste zich wel op de zuivere
kunsten zoals schilderkunst, hij nam een heel negatief standpunt in tegenover de toegepaste
kunsten waarin hij zelf actief was
• Zijn mening over gebruiksvoorwerpen = ze zijn perfect wanneer ze hun functie/rol
vervullen, niet wanneer ze versierd zijn, decoratie is overbodig en verspilling, hij zegt dat
een modern ornament niet bestaat, ook zegt hij dat door deze toegepaste en decoratieve
kunsten de zuivere kunsten vergeten worden
, • Zijn werk bij de UPL (Usines Peters-Lacroix) was dan enkel om geld te verdienen aangezien
hij zich liever zou focussen op de abstracte schilderkunst in plaats van de behangpapieren die
hij schilderde
• Maar hij nam soms inspiratie uit zijn eigen kunstwerken om te verwerken in het
behangpapier, hij maakte honderden behangontwerpen, vaak anoniem voor de UPL
• Servranckx stilistisch = naoorlogse optimisme zichtbaar: kleurrijk, dynamische patronen,
geometrische vormen, exotische en koloniale thema’s, ook nog florale motieven, hij volgt de
internationale tendensen (de style moderne)
• Hij was vooral innoverend op vlak van kleur door een art-decokleurenpalet te lanceren in de
behangpapierkunst, ook introduceerde hij abstracte en expressionistische patronen
• Jaren 1920 = veel modelboeken op de markt vol patronen
Reader 9: Adriaenssens – De Interieurkunsten tijdens het Interbellum, 2004
Samenvatting:
• De tentoonstelling van 1925 in Parijs: het keerpunt voor de Belgische decoratieve kunsten =
de voorbereiding hiervoor was dramatisch ook al was het effect prestigieus
• Dramatische voorbereiding van de Belgische participatie = men was reeds op 15 mei 1922
geïnformeerd over het Franse project ook al was de uitnodiging door de Franse staat pas
officieel op 18 mei 1923, maar na een heel mediacircus zou België pas op 31 januari 1924
overgaan tot participatie, de Belgische inzending was belangrijk op economisch en
industrieel vlak, het artistieke aspect was amper van belang, Victor Horta werd
hoofdarchitect, Oscar van de Voorde en Léon Sneyers werden aangesteld om andere
gebouwen in te richten, aangezien de overheid geld nodig had waren inschrijvingen voor
deelnemers heel duur waardoor jonge kunstenaars geen kans kregen, ook de
voorbereidingstijd was beperkt aangezien men 2 maanden kreeg, maar 2 ontwerpen werden
gekozen als modern genoeg → een interieur van de zaak Blondel en van de edelsmid
beeldhouwer Philippe Wolfers, in Frankrijk had men meer voorbereidingstijd
• Onder invloed van Duitsland werd er in Parijs de SAD (Société des Artistes Décorateurs)
opgericht in 1901 dat de motor werd voor de ontwikkeling van de nieuwe art deco, in België
duurde het tot 1923 voor er zo een organisatie opgericht werd
• De tentoonstelling van 1925 in Parijs was cruciaal voor de Belgische decoratieve kunsten
• Les Ateliers d’Art Rosel = een keerpunt vanaf 1925, hadden bv het appartement
transformable opgericht waar in één ruimte geleefd en geslapen kon worden ook voorzien
van sanitaire voorzieningen, ook lanceerde ze een modernere lijn naast hun bestaande
meubellijn
• Vanderborght Frères = uitgebreider modern gamma vanaf 1926, was ook succesvol
• La Galerie d’art Sélectio (au Bon Marché) = opende een interieurgalerij in 1925 met de
Parijse expositie als aanleiding, gebruikte bekende décorateurs, hadden een eigen
meubelmakerij, de galerij zelf focuste op art deco
• De modernistische interieurs → L’intérieur Moderne/Baugniet et Cie = vorm ten dienste
van functie, haat tegen plagiaat en ornamentiek, liefde voor ritmiek en de machine, was nog
te vernieuwend, deze twee winkels hebben nog een groot publiek bereikt
Lesnotities:
1851 → eerste wereldtentoonstelling in Londen
➔ Vertrekpunt van de zoektocht naar een nieuwe stijl
2 tendensen:
- Het artisanale/ambachtelijke omarmen: arts & crafts movement