Dit document bevat de volledige samenvatting van Celbiologie. Celbiologie wordt in het 2de semester gegeven in de richting Bachelor Chemie op de UCLL in Leuven. Tijdens het 1ste jaar valt het examen in april. Het is een samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 10. Het is een samenvatting v...
Celbiologie
1 Algemene structuur van de cel
1.1 Indeling van de organismen met een cellulaire opbouw
Levende organismen zijn op te delen in categorieën. Namelijk het plantenrijk en het dierenrijk.
Bacteriën en blauwwieren verschillen van de andere levensvormen.
Eukaryoten => plantenrijk en dierenrijk
Prokaryoten => bacteriën en blauwwieren
Taxonomische opdeling in 5 rijken Whittaker:
1) de monera
2) de protisten
3) de schimmels
4) planten
5) dieren
Woese en Cavelier-Smith:
1) de bacteriën
2) de archaea
3) de eukaryoten:
a. Unikonta met Opisthokonta (dieren en schimmels) en Amoebozoa
b. Excavata
c. Chromalveolata (met o.a. bruinwieren, diatomeeën, dinoflagellaten en
trilhaardiertjes)
d. Rhizaria (met o.a. foraminiferen en stralendiertjes)
e. Archaeplastida (met roodwieren, groenwieren en planten)
1
,1.1.1 - Prokaryote cel (zie tekening notities)
→ Bacteriën en archeae
→ GEEN intracellulaire compartimentatie
→ Bacteriën en blauwwieren
Bacteriën:
Onderscheiden aan de hand van de vorm:
• Coccus (rond):
o Streptococcus; ketenvormig
o Staphylococcus; trosvormig
• Bacillus (staaf):
• Spirillus (spiraal):
• Vibrio (komma):
Onderscheiden aan de hand van de celwand:
• Grampositieve celwand
o Peptidoglycaan; samenstelling van suikers en aminozuren
o Korte peptiden die peptidoglycaan versterken
o Peptidoglycaan beschermt bacteriën
o Peptidoglycaan bepaalt de vorm
o Paars na gramkleuring
• Gramnegatieve celwand
o Dunne laag peptidoglycaan
o Laag fosfolipiden, lipoproteïne, lipopolysachariden en eiwitten
o lipide deel is toxisch en kan wanneer het vrijkomt ziekteverschijnselen veroorzaken
(endotoxine)
o Rood na gramkleuring
Gramkleuring; gekleurd door kristalviolet en jood, paars gekleurd en vervolgens behandeld in
alcohol
Grampositieve bacteriën kunnen endosporen vormen. Endosporen kan bij goede omstandigheden
uitgroeien tot een bacterie.
2
,Onderscheiden aan de hand van voedsel:
• Heterotrofe bacteriën; moeten organische voedingsstoffen opnemen om te overleven
o Parasieten → levend organisme ondervindt nadeel
o Saprofieten → op dood materiaal
• Autotrofe bacteriën; zelf in staat om organische stoffen te produceren uit anorganische
verbindingen
o Foto-autotrofe bacteriën → door fotosynthese
o Chemo-autotrofe bacteriën → door bepaalde stoffen uit de omgeving
1.1.2 - uitleg bacteriekweek en antibiogram:
1. Bacterie aanbrengen met een entnaald op de voedingsbodem in een petrischaaltje
2. Bacterie laten groeien in de broedstoof
3. Na 2 dagen bacteriekolonies
1.1.3 - Eukaryote cel (zie tekening notities)
→ plantaardige, dierlijke cel
→ kern ingesloten in het kernmembraan
→ compartimentatie in celorganellen
→ unikonta (1 flagel) <-> bikonta (2 flagellen)
• Eéncellige Unikonta:
o Komen voor als onafhankelijke cellen of als kolonies zonder differentiatie in weefsels
o Voorbeeld pathogenen
▪ Trichomonas vaginalis (SOA)
▪ Plasmodium (Malaria)
▪ Trypanosoma (Afrikaanse slaapziekte)
▪ Toxoplasma gondi (Toxoplasmose)
▪
• Fungi - Unikonta:
o Heterotroof → leven van organisch materiaal
▪ Saprofyten → van dood materiaal
▪ Symbiose
o Enkelen pathogeen (ziekteverwekkend)
o 2 verschijningsvormen:
▪ Mycelium → netwerk van draden/hyfen (veelkernig)
▪ Vruchtlichaam
• Animailia - Unikonta: (dierlijke cel)
3
, • Archaeplastida (planten):
1.1.4 - Schimmels
→ bestaan uit mycelium, een netwerk van draden/hyfen
→ hyfen zijn veelkernig
→ schimmels voeden zich door absorptie van organisch voedsel uit de omgeving
→heterotroof
1.1.5 - dieren
→ heterotroof = ze zijn niet in staat om uit anorganische stoffen de organische verbindingen
te synthetiseren
1.1.6 - planten
→ autotroof = synthetiseren hun organisch materiaal via het proces van de fotosynthese
zelf in staat om organische stoffen uit anorganische stoffen te synthetiseren
1.1.7 - Virussen
→ klein
→ opgebouwd uit eiwitten en een nucleïnezuur
→ altijd pathogeen
→ niet levend, volledig afhankelijk van levende cellen
-> geen eigen metabolisme
-> geen eigen voortplanting (gastheercel)
→ structuur
-> soms enveloppe (fosfolipiden)
-> capside (eiwitmantel)
-> DNA of RNA
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur e5m2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €24,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.