INTERCULTURERE PEDAGOGIEK
HOOFDSTUK 1: BEGRIP AFBAKENEN
Intercultureel Verschillende culturen, interacties tussen de culturen
Cultuur: geloof, normen & waarden, vindt je overal: meisjes,
plaatsen, beroep. Iedereen heeft een cultuur en meerdere culturen.
Google afbeeldingen – intercultureel: wereldvlaggen, verschillende
huidskleuren (is eig etniciteit dus ik daarme met verbonden)
Pedagogiek Opvoeden van het kind
Google afbeeldingen – pedagogiek: onderwijscontexten waar
volwassenen in aanraking komen met nieuwkomers ( dubbele
betekenis : geboren kind of nieuw komen in de samenleing)
Uitgangspunten in de cursus
Culturele diversiteit gaat samen met een aantal uitgangspunten, deze vormen geen
natuurwetten, interculturaliteit kan geen problemen veroorzaken mits correct
aapakking
mcKinsey & company test :
Diversiteit kan dus een rijkdom zijn maar in onderwijs komt dat niet vanzelfspreken
o 17% geeft aan dat ze voldoende voorbereid zijn op interculturele setting.
1
,ETNICITEIT
= maatschappelijk veronderstelde gemeenschappelijke afkomst van een groep van mensen
- Dat staat niet vast, je bent etnisch naar gelang de maatschappelijke afbaking, een
identiteit kan gecreëerd worden of vergeten worden. Het is ook historisch
afgebakend.
<-> verschil met alledaags gebruik van het begrip:
Begrip wordt vaak enkel gebruikt als het gaat over etnische minderheden maar alle
etnische meerderheden hebben ook etniciteit, ik dus ook als wit persoon.
(vb. poppen : Foto van de speelpoppen: etniciteit wordt begrepen als een etnische
minderheid, dat is niet wetenschappelijk : wetenschappelijk perspectief zou zijn dat
ze beide etniciteit hebben)
Vaak als synoniem voor exotisch, etnische producten: friet is even etnisch als kebab.
Gebruik van de begrippen autochtoon & allochtoon:
Autochtonen = inboorlingen van Vlaanderen (grootste etnische groep in Vlaanderen)
Allochtoon ≠ iedereen die niet autochtoon is want je gebruikt deze notie niet bij
West- europese, blanke/witte immigranten.
Verwijst dus meer naar de verschillende dimensies van etniciteit
Dimensies Etniciteit = nationale origine, moedertaal, religie, ras en cultuur
AFKOMST OP BASIS VAN …
Etniciteit gaat over een veronderstelde gemeenschappelijke afkomst: kan verwijzen naar vele
dimensies:
Toepassen op vroeger: 2B
Turken en geen moslims: maatschappij meer aandacht voor nationale origine dan de
religie
Door folder van extreemrechts: zagen de kinderen door uiterlijke kenmerken dat ze
niet het meest gewenst waren.
Etniciteit is dus multidimensionaal: etniciteit kan verwijzen naar tal van eigenschappen
van de afkomst.
2
,4 dimensies:
1 NATIONAL EN REGIONALE ORIGINE
Etniciteit in Europa is vaak: uit welk land of regio kom je?
Grootste etnisch nationale groep: de inboorlingen
2de grootste etnische nationale groep in België: Nederlanders
Migratiegolven in kaart brengen om de etnisch nationale groepen te begrijpen:
Arbeidstekorten: eerst Italianen, daarna Marokkanen en turken (weinig politieke
inmenging) & ook migratie van kolonie Congo
Na immigratiestop wel blijven uitbreiden door gezinshereniging
Na eeuwwisseling grote verandering:
Ervoor homogene groepen (ong. zelfde achtergrond)
kwalitatief: Nu vooral heterogene groepen: andere sociaal economische
heterogene achtergrond en nationale origine veel diverser superdiversiteit
Nu ook jongere groepen, dus je merkt dit snel in de scholen.
o Kwantitatief: Brussel en Antwerpen zijn nu al Majority-minority cities,
meerderheid van de mensen is gevormd door etnische mindergroepn.
Vroeger had je een goede indicator: nationaliteit, dat lukt nu minder goed want veel
vreemdelingen hebben Belgische nationaliteit
Betere indicator zou geboortenationaliteit van de ouders kunnen zijn maar is ook
al geneutraliseerd
Betere indicator. Geboorteland en geboorteland (groot) ouders
o 1ste generatie: lln geboren in migratieland
o 2de generatie: lln in België geboren en minstens 1 ouders in migratieland
geboren
o 3de generatie: lln met beide ouders in België maar minstens 1 grootouders in
migratieland.
! maar ook niet volledig goed want moeilijk om tot 4de generatie te gaan
Figuur 2.1 – prestaties voor rekenen volgens land van herkomst
we zien ongelijkheden die we niet kunnen bespreken aan de hand van capaciteiten, komt
later aan bod
3
, MOEDERTAAL
De taal waarmee je opgroei zegt ook iets over je etniciteit
- Vlaanderen : grootste groep Nederlands, 30% met andere taal in vlaanderen, Gent :
40% en Antwerpen 57%.
- Anderstaligen in V zijn eig meertalig want leren Nederlands
Meerderheid in Vlaanderen: eentalig Nederlands
1/3 kinderen: meertalig. Anderstalig
o Gelijktijdig tweetalig: vanaf geboorte
o Opeenvolgend tweetalig: vanaf school
Grootstalige minderheid in Vlaanderen: Franstalig
Thuistaal: officieel geregistreerd voor alle leerlingen (school financiering: meer steun bij veel
leerlingen met andere thuistaal)
Zorgt voor problemen
1) Verwarring tss meertalige lln met Belgische ouders en lln met migratieachtergrond
2) Weinig onderscheid tss de 2 groepen
Ongelijkheid komt niet doordat leerlingen een andere thuistaal spreken er spelen dus nog
andere zaken de rol.
RELIGIE
= 3de indicator om verschil in etnische groepen te onderscheiden (Joden & ook islam (9/11))
Wordt doorgegeven van generatie tot generatie, dat kies je niet, je neemt het over
van je ouders (maar veranderd nu veel)
2 meerderheidsgroepen:
o Christenen (katholieken) : ongeveer 60% (sterk geseculariseerd)
o Seculieren (vrijzinnigen, atheïsten): ongeveer 30%
Minderheidsgroepen
o Moslims (vooral soennieten)
o Ong 8% procent van de bevolking
o Enorme overschatting bij mensen, mensen denken dat er veel meer zijn terwijl het
zeker niet meer dan 10% is
Geen officiële statistieken: het zijn schattingen
Relatief weinig onderwijsonderzoek: nochtans heel belangrijk ook schooldenominaties: we
gaan bijna allemaal naar een katholieke school.
4