Hoofdstuk 14 : persoonlijkheid, traits en individuele verschillen
INLEIDING
persoonlijkheidskenmerken (‘character’) of ‘traits’ -> deze zijn NIET onveranderlijk, maar toch behoorlijk
stabiel doorheen de levensloop
- De meeste van die kenmerken zijn deels aangeboren, deels verworven (biologie + omgeving)
DE PERSOONLIJKHEIDSTHEORIE VAN HANS J. EYSENCK
Hans Eysenck :
- Boek : “crime and personality”
- Personality inventory -> psychologisch meetinstrument waarmee men de persoonlijkheid van mensen
kan meten door hen een batterij aan vragen voor te leggen
- Hij associeerde betrokkenheid bij criminaliteit doorheen de levensloop met extreme individuele
waarden op drie persoonlijkheidsfactoren :
o Psychoticisme (P) -> agressief, antisociaal, koel, egocentrisch, creatief, niet empathisch,
onpersoonlijk, impulsief, koppig
o Extraversie (E) -> aangenaam in omgang, actief, zorgeloos, vrolijk, dominant, assertief,
sensatiezoekend, waaghalzerig
Zoeken actief naar stimulatie
Kan leiden tot geweld via lage zelfcontrole
Tegengestelde : introverten (kalmer)
o Neuroticisme (N) -> angstig, depressief, irrationeel, schuldgevoelens, gehumeurd zijn,
verlegenheid, emotioneel zijn, laag zelfbeeld en gespannen voelen
Kan leiden tot criminaliteit als dit plegen angstgevoelens reduceert en spanningen
wegneemt
Deze P_E_N vormen de dimensies van de persoonlijkheid
- Theorie van Eysenck vormde de basis voor the big 5 theory
- Dimensie psychoticisme en extraversie -> gerelateerd aan een lage ‘arousal toestand’
o Arousal = de activatietoestand van het centrale en autonome zenuwstelsel
o Ze hebben sterkere stimuli dan de doorsnee mens nodig om opwinding te voelen
o Deze individuen gaan steeds op zoek naar sterkere stimuli en sensatie, sterke neiging tot
risico’s opzoeken
,DE CONSTITUTIONELE LEERHTEORIE VAN WILSON EN HERRNSTEIN
Herrnstein en Murray :
- “The bell curve : Intelligence and Class Structure in American Life”
o Normale verdeling van menselijke intelligentie
o Uitgangspunt : intelligentie van een persoon zou een
betere voorspeller zijn voor allerlei uitkomsten dan de
sociaaleconomische status (SES) of het opleidingsniveau van
diens ouders
o Intelligentie eigenschap met heritabiliteit van ong. 50%
James Wilson en Herrnstein en de constitutionele leertheorie :
- = nett-advantage theory
- In welke mate laten individuen zich leiden door angst om gevat te worden?
- Wat is het verband tussen criminaliteit & gepercipieerde beloningen en kosten
- Wat is het verband tussen persoonskenmerken en leren (door conditionering en sociaal-cognitief
leren
- Nett advantage
o Gepercipieerd beeld waarin baten > kosten, dan hogere kans op regelovertreding
o Cognitief en emotioneel proces
- Wat is het verschil met zuivere RCT en zuivere leertheorie?
o Toevoeging van persoonlijkheidskenmerken:
Temperament, cognitieve tekortkomingen, zoals IQ (nu spreekt men over
intelligentie), maar ook sociale situaties zoals zwakke bindingen met significante
anderen
,HET BIG-FIVE MODEL EN HET HEXACO-MODEL. VERFIJNING VAN DE RELATIE
INTELLIGENTIE EN REGELOVERTREDEND GEDRAG
De Big Five persoonlijkheidstheorie :
- De vijf persoonlijkheidskenmerken (geheugensteun -> EEVOO)
o Extraversie
Welke mate men behoefte heeft aan contact met andere mensen
Introverten werken liever op zichzelf, extraverten hebben behoefte aan contact met
anderen
o Vriendelijkheid
Agreeableness
Altruïsme, eigen belang of meer oog belang anderen
Lage score = lagere zelfcontrole, competitief ingesteld
o Emotionele stabiliteit
Neuroticism
Emotioneel stabiel vs. gevoeliger, sensitiever en overbezorgd
o Ordelijkheid
Consciensciousness - Gewetensvolheid of zorgvuldigheid
Erg geordend vs. flexibel en chaotisch
o Openheid
Welke mate sta je open voor nieuwe ervaringen
Fantasierijk vs. traditioneel
- -> o.b.v. iemands score op deze vijf persoonlijkheidskenmerken kunnen onderzoekers een beeld van
iemands persoonlijkheid krijgen
De revised NEO personality inventory (NEO PI-R)
- NEO : domeinen neuroticism, extraversion en openness, waaraan agreeableness en conscientiousness
werden aan toegevoegd
- Lewis Goldberg
Het HEXACO-model :
- Verbeterde versie van het Big Five persoonlijkheidsmodel
- 6 basisdimensies :
o Honesyt-Humility (integriteit)
o Emotionally (emotionaliteit)
o Extraversion (extraversie)
o Agreeableness (verdraagzaamheid)
o Conscientiousness (ordelijkheid)
o Openness to experience (openheid voor ervaringen)
, EMPATHIE EN PROSOCIAAL GEDRAG
Martin Hoffman :
- Empatic distress -> het gevoel van onbehagen of ongemakkelijkheid dat we ervaren indien we
waarnemen dat iemand anders zich in een situatie bevindt waarin hij of zij zich onbehagelijk voelt
- Empathie = plaatsvervangend voelen
Empathic concern -> emotionele empathie
Perspectve taking -> cognitieve empathie
CONDUCT DISORDER, ANTISOCIALE PERSOONLIJKHEID EN CRIMINALITEIT
Persoonlijkheidsstoornissen -> een blijvend patroon van innerlijke ervaring en gedrag dat duidelijk afwijkt van
de verwachtingen van de cultuur van het individu dat het vertoont, ook al vindt het individu het passend
Gedragsstoornissen -> een stabiele neiging om antisociale gedragingen te stellen – wnr afwijkend gedrag
gestuurd wordt vanuit erfelijke aandoeningen spreekt men van gedragsstoornis
Bij jongeren onder 18 spreken we van gedragsstoornis (CD - Conduct Disorder) en niet van
persoonlijkheidsstoornis (APD – antisocial personality disorder) omdat het bij jongeren mogelijks om
tijdelijk gedrag gaat