Hoofdstuk 1: Herhaling
1 Herhaling.......................................................................................................................................................... 1
2 Agressie ............................................................................................................................................................ 3
3 Autismespectrumstoornis (ASS) ..................................................................................................................... 8
Kinderen ..................................................................................................................................................... 8
Volwassenen............................................................................................................................................. 13
4 Aandachtsdeficiëntiehyperactiviteitsstoornis (ADHD) ................................................................................ 17
Kinderen ................................................................................................................................................... 17
Volwassenen ............................................................................................................................................. 22
5 Gedragsstoornissen (ODD en CD) ................................................................................................................. 24
6 Hechtingsstoornissen .................................................................................................................................... 27
7 Gedragsproblemen door externe factoren................................................................................................... 33
8 Leerstoornissen ............................................................................................................................................. 39
9 Coördinatie ontwikkelingsstoornis (DCD) .................................................................................................... 46
10 Ticstoornissen................................................................................................................................................ 48
11 Spraak- en taalontwikkelingsstoornissen (STOS) ......................................................................................... 50
12 Faalangst ........................................................................................................................................................ 56
13 Selectief mutisme .......................................................................................................................................... 59
14 Pesten en cyberpesten .................................................................................................................................. 60
15 Automutilatie................................................................................................................................................. 65
0
,Hoofdstuk 1: Herhaling
1 Herhaling
1.1 ICF
ICF = internationale classificatie van het menselijk functioneren.
• Voordeel: gemeenschappelijke taal, duidelijk beeld, minder subjectief
• Nadeel: tunnelvisie, hokjes denken
• ICF kijkt naar persoon in geheel, niet enkel naar de stoornis
• Onderdelen:
1. Ziekte/aandoening:
• Heeft impact op het volledige mens zijn
2. Functies / anatomische eigenschappen:
• Wat kan iemand zowel fysiek als mentaal?
3. Activiteiten:
• Wat doet een mens? (boodschappen doen, schoonmaken, beslissingen nemen)
4. Participatie:
• Met wie doet een mens iets? (studeren, werken)
5. Externe factoren:
• Fysieke, sociale, maatschappelijke omgeving (woonplaats)
6. Persoonlijke factoren:
• Kenmerken die niet gerelateerd zijn aan de ziekte (geslacht, leeftijd, ervaring, sociale
status)
1.2 Handelingsgericht werken (HGW)
Uitgangspunten:
1. Onderwijs- en opvoedingsbehoeften centraal
2. Afstemming / wisselwerking
3. Leerkracht en ouders doen er toe
4. Positieve aspecten
5. Constructieve samenwerking
6. Doelgericht
7. Systematisch – transparant
1.3 Zorgcontinuüm
Elke school bepaalt zijn zorgvisie zelf
• Fase 0: hulpmiddelen voor alle leerlingen
• Fase 1: leerlingenbegeleiding, zorgteam op school
• Fase 2: CLB
• Fase 3: IAC = individueel aangepast curriculum → niet alle leerdoelen moeten halen
1.4 Handelingsgerichte diagnostiek (HGD)
1. Intakefase: info verzamelen rond hulpvraag
2. Strategiefase: reflectie rond aanpak
3. Onderzoeksfase: gericht info vergaren
4. Integratie- of aanbevelingsfase: adviezen bedenken
5. Adviesfase: adviezen overleggen met cliënt
6. Interventie- en evaluatiefase: opvolgen en eventueel bijsturen
1
,Hoofdstuk 1: Herhaling
1.5 Handelingsplanning
1. Info verzamelen over wat er aan de hand is
2. Doelen stellen
3. Voorbereiding maken om doelen te kunnen behalen
4. Uitvoeren
5. Doel behaalt?
1.6 Faire diagnostiek
• Vertrouwensrelatie creëren
• Positief, constructief kader opbouwen
• Voldoende info verzamelen
• Eigen waarden en (voor)oordelen onder ogen zien
• Breed kijken, rekening houden met context (cultuur)
• Toegankelijk taalgebruik hanteren
• Geloven in veranderbaarheid, ook bij kansarmen en hun omgeving
2
, Hoofdstuk 2: Agressie
2 Agressie
• Gedrag waarbij de ander schade wordt toegebracht:
• Fysiek: slaan, schoppen, …
• Psychisch: bedreigen, pesten, schelden, …
• Overtreden van bepaalde regels:
• Formeel: bezittingen niet stukmaken, niet mishandelen
• Informeel: respect hebben, rekening houden met elkaar
• Iemand kan agressief zijn, ook al had de persoon niet de intentie om leed toe te brengen aan de ander
2.1 Soorten agressie
2.1.1 Reactieve agressie
• “Ontploffen”
• Snel aangevallen, onmiddellijke reactie
• Impulsief: houdt geen rekening met consequenties
2.1.2 Proactieve agressie
• Niet reactief maar doordachter → agressie om doelen na te streven
• Koelbloediger
• Weinig angst
2.1.3 Relationele of sociale agressie
• Vaker dan fysieke agressie
• Manipulatie:
• Roddels verspreiden
• Niet uitnodigen voor verjaardagen
• Kwaad spreken / leugens verspreiden
• Anderen onder druk zetten
• Meer bij meisjes
• Risico op bagatellisering (= kleiner maken dan het is, iemand niet serieus pakken)
• Blijft vaak onder de radar
2.1.4 Grote samenhang tussen reactieve en proactieve agressie
• 50% van kinderen vertoont zowel proactieve als reactieve agressie
• 6 categorieën die samenhangen met agressie:
• Internaliserende problemen (depressie, angst)
• Emotionele disregulatie en hyperactiviteit
• Delinquent (crimineel) gedrag
• Sociometrische status: plek in een groep → meer agressie bij dominantie
• Slachtofferschap
• Sociale incompetentie
3