De inhoudsopgave van het document staat achteraan. Het volgt
de lesopbouw en bevat lesnotities, slide-informatie en
handboekinformatie. Samengesteld gedurende het academiejaar
2023-2024.
DISCLAIMER: Dit document is vertrouwelijk en mag niet worden
gedeeld, gekopieerd of verspreid zonder toestemming van de
eigenaar.
JURIDISCHE
ARGUMENTATIELEER
Inleiding
1. Situering
Belang en beperkingen van het recht
Recht in tijden van grote maatschappelijke uitdagingen: recht als middel om
beleid juridisch bindend en afdwingbaar te maken
Recht in tijden van grote maatschappelijke uitdagingen: recht als middel om
(maatschappelijke) conflicten te beslechten
Belang van het recht in een rechtsstaat: grenzen aan wat de overheid
mag doen
Plaats van recht in de maatschappij
Soms sturend (recht als normerend instrument)
Taak van het recht in de maatschappij: sturen (bv homohuwelijk
invoeren, toen is maatschappij in plooi gelegd door de juridische keuze)
Soms volgend en beperkt (recht als codificerend instrument)
Maar helaas ook soms volgen: en dan kan die maar beperkt ingrijpen,
codificerende werking. Bv discussie wapenwet in VS heeft geen
draagvlak ondanks het recht wel zou kunnen sturen zal hij daarom toch
politiek moeten volgen.
Relativiteit van het recht
In tijd en plaats
Impact: soms gedifferentieerd, niet doeltreffend of perverse effecten
Rechtspluralisme: naast elkaar bestaan van verschillende regelgevende
systemen
Belang en beperkingen van JAL
JAL als sleutel tot de technische eigenheid van het recht
Wat maakt recht recht? Welke technieken hebben juristen om hun
boodschap over te brengen?
Juridische argumentatieleer (JAL): verwoording, onderbouwing en
overtuigingskracht van het recht
(Wetgeving → wetgevingstechniek: buiten dit vak)
Beleid: parlementaire handelingen, politieke communicatie
Rechtspraak: conclusies, pleidooien, rechterlijke beslissingen
Rechtsleer
Beroepsleven algemeen (bv. bedrijven)
Wat is een ‘goede’ redenering?
Wat zijn overtuigende argumenten om mijn boodschap te onderbouwen?
Wat zijn de spelregels voor een productief verloop van de discussie?
Welke denkfouten bestaan er en hoe kunnen die mijn denken manipuleren?
Retorica en welsprekendheid: zeer lange traditie
JAL als leer van het redeneren en (juridisch) argumenteren
Redeneren: aaneenschakelen van beweringen, waarbij één
bewering (de conclusie) wordt afgeleid uit één of meerdere
andere beweringen (de premisse(n))
Binnen één persoon (monoloog)
↔ Argumenteren: tussen minstens twee personen (dialoog)
1
, Argumenteren is per definitie uitwendig, steeds gericht naar
iemand anders (dialoog)
Redeneren (monoloog)
Wat is een ‘goede’ redenering?
≠ Juist (in de zin van waarheidsgetrouw)
→ Geldig redeneren: zuiver formeel criterium, namelijk geldig
afleiden van conclusie uit premissen. Premissen moeten niet
gebaseerd zijn op waarheid om een geldige redenering op te
bouwen.
Goede redenering is niet per se juist!!!
Gaat over opbouw! Hoe je van premisse naar conclusie gaat
Argumenteren: gericht op overtuigen
Tussen minstens twee personen (dialoog)
Wat is een ‘goed’ argument?
≠ Juist: in tegenstelling tot feiten hebben argumenten geen absoluut
waarheidsgehalte
≠ Geldig: in tegenstelling tot wat voor redeneren het geval is, is er
geen vaststaand formeel criterium voor een ‘geldig’ argument. Wel
zijn er verschillende theorieën over welke argumenten inhoudelijk
het meest overtuigen.
→ Deugdelijk argumenteren: argumenten die voldoen aan
bepaalde kwaliteitseisen
Redenering ≠ argumentatie
→ Redeneringen zijn geldig of ongeldig; argumentaties zijn
deugdelijk of ondeugdelijk
→ Een geldige redenering vormt (idealiter) de basis voor een
deugdelijk argument
Juridisch argumenteren: kerntaak van elke jurist
Argumenteren in een specifieke context met eigen regels, gebruiken en
vakterminologie
Belang van JAL
Argumentatie wordt recht. Recht codificeert en stuurt de
werkelijkheid (supra)
Inzicht in eigenheid juridisch argumenteren: sleutel tot eigenheid recht
Recht kan pas sturend zijn dankzij argumentatie, argumentatie wordt
recht.
Beperkingen van JAL
Beperkt tot techniek. Biedt denkkaders en ijkpunten voor kwaliteitsvolle
(deugdelijke) juridische argumenten, maar geeft hier geen inhoud aan.
Nochtans is een technisch deugdelijke juridische redenering niets zonder
inhoud. Inhoud argumenten wordt bepaald door:
Rechtsregels (in brede zin)
Maar ook: de finaliteit van recht en belangen achter het recht. Anders
voor elke individuele situatie en elke individuele jurist. Wordt bepaald
door:
Maatschappelijke context, verwachtingen en waarden
Belangen en waarden opdrachtgever
Belangen en waarden jurist, maar ook diens positionaliteit
(persoonlijkheid, sociale identiteit, ervaringen)
…
Taalvaardigheid en -beheersing (zie o.a. vak Rechtstaalbeheersing)
Uitdaging: JAL en technologische innovatie (AI)
2
, Opportuniteiten voor juristen
Gebruik AI bij opzoekings- en schrijfvaardigheden: training in andere
vakken
Maar ook valkuilen: misinformatie (nonsens, bias), ontbrekende
bronvermelding, beperkte schrijfvaardigheid (< adviesnota Studentenraad
UAntwerpen)
Hoe werkt ChatGPT (en andere generatieve AI)?
“[ChatGPT] wordt getraind op enorme hoeveelheden tekstdatasets om te
leren het volgende woord in een zin te voorspellen. Het probeert patronen
te herkennen en gebruikt statistische technieken om de waarschijnlijkheid
van bepaalde woorden of zinnen te bepalen in een gegeven context.”
(A. van Duin, “ChatGPT in het juridisch onderwijs: elke student een
personal assistent”, Ars Aequi september 2023, p. 699)
Elke student een assistent met ChatGPT? Hoe gaan proffen iets toevoegen
zodat juristen niet vervangen kunnen worden door AI?
I. Redeneren
1. Cognitieve achtergrond
H1. De mens als dier met sterke cognitieve capaciteiten
Cognitieve capaciteiten < evolutionaire wortels
Theorie drievuldig brein (triune brain)
Oudste laag: reptielachtig brein
→ Stuurt rigide, obsessief, compulsief en paranoïde gedrag
Onze evolutionaire roots zitten nog in ons brein. Zie survival of the
fittest.
Reptielbrein: heeft nog steeds invloed, zal nog steeds ons denken en
ons handelen bepalen.
Tweede laag: oude zoogdierenbrein
→ Emoties, drijfveren en motivatie, kennisverwerving, tijdsbesef,
geheugen, geur
Nieuwste laag: recente zoogdierenbrein
→ Bijzondere cognitieve functies, bv. inventiviteit en abstract
redeneervermogen
Nieuwste laag is wat ons mensen maakt, mogelijkheid om met de
problemen van onze maatschappij om te gaan.
Opgepast: ‘triune brain’ niet wetenschappelijk nauwkeurig
Mensen hebben cognitieve reflexen, mogelijkheid om dit te manipuleren.
Voordeel: kader voor menselijke onredelijkheid
Mensen en dieren verschillen niet alleen weinig qua cognitieve
capaciteiten, op sommige punten zijn dieren veel ‘verstandiger’
Humans (echte mensen) vs. Econs (zuiver rationale actoren)
Volledige rationaliteit, dit lijkt eerder op chimpansee
Idee van mens als rationele actor is zeer invloedrijk (geweest) in het recht,
bv. contractenrecht
Rationele actor: je weet op elk moment wat je doet
Gevolg van evolutionaire wortels van menselijk redeneren:
Manipuleerbaarheid (‘nudging’)
Ook ten goede
Manipulatie heb je niet altijd door. Omdat we dus die reflexen hebben
3
, H2. Systeem 1 en Systeem 2-denken
Wat bepaalt ons gedrag? Onderscheid tussen Systeem 1 en
Systeem 2-denken
Systeem 1: snel, intuïtief
Automatische piloot. Stuurt meeste van onze handelingen
Bv: je kijkt naar een afbeelding van een boze man:
Je merkt op dat het een man is
Je merkt dat hij niet echt blij is
Je had niet de intentie om zijn gemoedtoestand na te gaan, maar
het overkwam je
= snel denken
Systeem 1: shooting from the hip: hoe je geconditioneerd bent om
meteen intuïtief te handelen
Systeem 2: traag, rationeel, analytisch
Enkel bewust te activeren
Bv: 13 x 28
Je gaat het cognitieve rekenprogramma toe passen dat je leerde
op school
Stap per stap oplossen
=Traag denken
2: je gaat de automatische piloot overrulen. Je probeert bewust iets
anders te doen dan je reflexen je meegeven.
Activiteiten uit systeem 2 steeds: aandacht vereisend en
onderbroken als aandacht verslapt
Zie bv: focussen op de stem van je partner in een rumoerig café
Opgepast: Systeem 1 ≠ emotie; Systeem 2 ≠ rede
Opgepast wat het onderscheid is, systeem 2 denken kan immers ook je
emoties gaan bepalen.
We kunnen tot op zekere hoogte actief kiezen hoe we reageren op iets
dat emoties bij ons losmaakt.
Plus systeem 1 is bevat meer dan emoties
Overgang van Systeem 2 naar Systeem 1
Inslijting – de rol van ervaring
Van systeem 2 denken naar systeem 1 gaan
Vb: peuter dat leert stappen, systeem 2, nu stappen= systeem 1.
Keerzijde: curse of knowledge. Wanneer kennis vanzelfsprekend is
(geworden), is deze vaak ook moeilijker om over te dragen
Je kan ervoor zorgen dat bepaalde zaken zo vertrouwd worden dat het
van sys 2 naar 1 gaat. Keerzijde: curse of knowledge: zie bv autorijden,
mama moet opnieuw remmen om het te kunnen uitleggen
Onze cognitieve vaardigheden zijn al millennia ongewijzigd, maar de
behoefte om complexe redeneertaken uit te voeren is aanzienlijk
toegenomen
Onze aandacht is wel verminderd dus we moeten opletten met welke
aandacht we vergaren.
Opletten: Systeem 1 denken heeft de neiging om willekeurige
informatie te verweven tot één “coherent” verhaal
Zie ook complottheorieën
Tweets zijn korte blokken info, weinig aandacht nodig
Parallel met GenAI: hallucinaties
Kritisch nadenken: Systeem 2 activeren
JAL: training in herkennen en vermijden van redeneerfouten
4