GESCHIEDENIS
Inleidende les:
Tekst: Is België nog wel een democratische rechtsstaat? – voor examen een
andere tekst bv krant week voor examen checken
- Gaat over de essentie wat we zien in de cursus
- Grondwetsspecialisten = professoren die grondwettelijk recht geven à
geschreven over wat onze regering aan het doen is en men vindt dat het
niet kan
13 september 2023 à schorste besluit van staatssecretaris Nicole De Moor
RVS instelling in Brussel uit 2 afdelingen:
- 1) afdeling wetgeving à geeft advies aan uitvoerende en wetgevende
macht als nieuwe wetten tot stand komen
- 2) afdeling bestuursrechtspraak à kan beslissingen van het bestuur
vernietigen, maar als het “snel” moet gaan dan kan er in een korte
procedure de schorsing van een besluit gevraagd worden (dit is wat er is
gebeurt)
o Nicole De Moor (staatssecretaris, behoort tot de uitvoerende macht)
– heeft beslissingen genomen waarvan RVS stelt van nee dit kan niet
Beslissingen voorlopig geschorst omdat een
vernietigingsproces te lang duurt dus de schorsing van de
beslissing (voorlopig niet toepassen) ze besliste dat mannen
die asiel aanvragen geen verblijfplaats toegewezen kregen
Als RVS zegt nee jij mag dit niet beslissen à dit gaat in tegen
de rechtsstaat – besluit van de RVS is in strijd met de
wetgeving
o Triaspolitica
Rechterlijke macht – moet onafhankelijk zijn omdat het ons
beschermd tegen uitvoerende en wetgevende macht
Uitvoerende macht => regering van alle gewesten + federaal
niveau – voert alleen uit wat de wetgevende macht heeft
beslist
Wetgevende macht => het parlement
HFDST 1 Inleiding: definitie, doelstellingen en aanpak
Definitie: “geschiedenis van het publiekrecht en de politiek”
A. Geschiedenis
1. De historische benadering is een metajuridische benadering
Er kan veel bedoeld worden met de geschiedenis
- Geschiedenis van een leven
- Het vak geschiedenis
- Geschiedenis is ook een wetenschap
,Rechtsgeschiedenis is een metajuridica à er wordt juridische kennis opgedaan waardoor
je jurist wordt.
- Geschiedenis is anders dan de andere vakken net zoals filosofie à er wordt naar
recht gekeken maar niet “binnen” het recht <-> bv basisbegrippen en
verbintenissenrecht zijn juridische vakken echt bezig met het positieve recht
- Kijkt men “binnen” het recht à positieve recht
Positieve recht (latijn: ponere = plaatsen) = het geponeerde recht, en het geldende
recht dat hier en nu geldt op een bepaalde plaats (België), het recht dat door de
rechtbanken wordt gebruikt
- Internationaal recht
- Europees recht
- Vlaams recht
- Belgisch/nationaal recht
o Bv Autostrade in België à 120 km per uur max – in Duitsland meer dan 120
km per uur
o Positieve recht van België = 120 km per uur en Duitsland > 120 km per uur
Positieve rechten zijn afdwingbaar bv bij huren kot en je wilt er in gaan en huurbaas zegt
nee à ah jawel want kijk huurcontract
Paradigma = geheel van veronderstellingen, aanvaarde principes waarbinnen een
wetenschap wordt georganiseerd
Opgesloten in Belgische positieve recht? Dan denk je alleen maar in Belgische juridische
begrippen à beperkt door de grenzen van het juridische paradigma
- Bv 1000 jaar geleden dacht men zon draait rond de aarde – dus op basis van deze
veronderstelling maakte men hypotheses
- Alles in de Aardrijkskunde draaide rond deze basisveronderstelling
o Galilei en Copernicus à nee, zon draait niet rond aarde maar aarde rond zon
dus een nieuwe basisveronderstelling
- Recht vandaag is ook gebaseerd op een paradigma, als puur jurist blijf je ook
binnen het juridisch paradigma terwijl rechtsgeschiedenis, metajuridica is
o Het is niet echt juridisch – het verlaat het paradigma van het recht en kijkt
hoe het recht het resultaat is van macht, politiek, technische evoluties,
religie en klimaat
o Metajuridica is contextualiserend, kritisch en reflecterend
Bv als je zegt in België > 120 km per uur rijden? Dan veel
accidenten want land met veel kleine wegen etc <-> Duitsland is
veel groter met ook meer plaats dus logisch dat er daar sneller
wordt gereden
De context van veel of weinig afritten bepaald hoe snel je
mag rijden
Door afstand te nemen, en te stappen uit een bepaald juridisch paradigma, zo
kunnen gebeurtenissen kritischer bekeken worden
Interactie tussen recht en macht, politiek, techniek
- Bv als je iets koopt op internet (veel algemene voorwaarden – dit zijn rechten en
plichten)
o Nu veel regels over het kopen op internet
o Vroeger bestond dit niet want er waren geen computers dus techniek heeft
invloed op het recht
- Religie ook invloed op het recht
, o Het was normaal dat het katholiek onderwijs een monopolie hebben op het
onderwijs <-> nu niet meer mogelijk
- Klimaat ook invloed op het recht à door het opwarmen van de aarde zijn er nu ook
regels omtrent klimaat
o Bv in Noorden Finland verplicht van sneeuwkettingen te doen aan je auto
vanaf een bepaalde periode <-> niet zo in Egypte
o Wetten worden aangepast aan de evolutie van het klimaat
Vanuit verschillende invalshoeken kan er naar het juridisch paradigma van het recht
worden gekeken, naast rechtsgeschiedenis - Rechtseconomie, rechtssociologie,… =>
interdisciplinaire benaderingen
- Bv zeggen iedereen die drugs gebruikt wordt gestraft à mensen blijven het
gebruiken
o Als men kijkt met economische ogen naar het voortdurende drugsgebruik
à er wordt nog altijd gebruikt doordat er niet genoeg politie is om te
controleren <-> is veel te duur
Andere oplossing is om de boetes te verhogen
o Veel drugs op festivals en cafés à economisten zeggen ja die
festivaluitbaters laten het gewoon toe
Dus als er drugs wordt gebruikt op een plaats zullen zij de plaats
helemaal stilleggen (veel geldverlies)
Als we uit het paradigma van het recht stappen zien we in dat wat er soms juridisch wordt
gevraagd niet haalbaar is à nemo censetur ignorare legem = iedereen wordt geacht de
wet te kennen – niemand ken letterlijk de hele wet ( maar Belgisch staatsblad staat open
ter raadpleging net als wetboeken)
Rechtsgeschiedenis in de opleiding rechten
Geschiedenis à is een wetenschappelijke vorming en wordt niet aanvaard zoals het is – er
worden zaken grondig nagekeken + empirisch onderzoek
19e eeuw
- De historische rechtsschool
o Founding father = Carl Friedrich Von Savigny = Duitser Zegt dat elk recht
de uitdrukking is van een volksgeest – om een rechtssysteem goed te
begrijpen moet je de geschiedenis goed begrijpen
Overal in Europa recht onderwezen aan de universiteit à overal
Romeins en canoniek recht gedoceerd – dus automatisch denken
dat recht overal gelijk is maar verschilt van plaats tot plaats
Von Savigny keerde zich af tegen de universiteiten waar er
geleerd recht werd onderwezen – het recht had niets te
maken met de maatschappij waarin je leefde want overal
werd hetzelfde recht gedoceerd
In Ancien Regime kiezen tussen Romeins en Canoniek recht <->
studeerde je beiden? Dan studeerde je rechtEN (dan was je een
licenciatus utriusque juris). à er werd zich niet aangetrokken van het
recht in de maatschappij zelf
Daarom richtte Von Savigny de rechtsschüle op – hier werd
de geschiedenis van de maatschappij bestudeert
Montesquieue zelfde visie als Carl à iedere maatschappij maakt de
wetten die belangrijk zijn voor haar maatschappij en realiseert
daarmee bepaalde waarden
Recht in 19e eeuw in België à zeer liberaal en daarom economische
belangrijke staat geworden
, Fabrieken werden gebouwd + staal geïmporteerd over bijna
heel de wereld à nu minder uitstoot toegelaten door
milieuwetgeving
Doordat onze geschiedenis anders is zijn er in ons milieurecht
andere zaken toegelaten dan in andere landen
2. De wisselwerking tussen rechtswetenschap en geschiedenis wetenschap
a) Rechtswetenschap en geschiedeniswetenschap dienen elkaar, ze geven
mekaar ondersteuning
Toepassingen:
1) Heuristiek = de kunst om iets te zoeken of te vinden, om de wet goed toe te
passen wordt er best een tijdslijn gemaakt
Geconsolideerde wetgeving à wetgeving zoals die hier en nu geldt, met alle
wijzigingen die erin zijn gemaakt en verwerkt => de aangepast tekst
Consolideren = het knippen en plakken zelf, vervangen tussenvoegen (in codex zie
he dan zaken zoals bis, ter, quater staan)
VERBAND MET DE HEURISTIEK – als rechter vandaag een wet moet toepassen, dan
moet die oppassen of die wel de geconsolideerde tekst van vandaag mag
toepassen
o Mogelijk dat rechter moet oordelen over feiten die 2 jaar geleden zijn
gebeurd – door de geconsolideerde tekst van nu toe te passen kan het de
verkeerde tekst zijn
o Feiten van 2 jaar geleden beoordelen volgens de wet van 2 jaar geleden à
dit is het probleem van de heuristiek, dus handig om een tijdlijn te maken
en kijken welke wet op welke feiten van toepassing
- Niet retroactiviteit à de wet kan werken voor de toekomst maar in principe niet
voor het verleden
o Toch zijn er uitzonderingen
o Omwille van dit principe is het voor juristen belangrijk om tijdlijn te maken
(bv in een casus)
Overgangsbepalingen => zeggen bv deze wet treedt in werking op die datum…
- Of deze wet is ook van toepassing op lopende procedures
- Of deze wet werkt retroactief tot die datum
- Deze leggen uit hoe de opeenvolgende wetten op de opeenvolgende feiten van
toepassing zijn
In 1831 werd een grondwet gemaakt in België à België ton nog unitaire staat – de staat is
in fases hervormd, er werden dus extra artikelen toegevoegd want de staat werd
veranderd en grondwet dus ook. 1993 een staatshervorming die aanleiding gaf tot de
grondwetsherziening in 1994 – een grondwetsherschrijving betekent dat de grondwet
wordt gecoördineerd
o Coördinatie à Consolidatie
o Coördinatie = alle mogelijke wettelijke bepalingen van iets, die bestaan,
behouden we zoals ze bestaan maar gaan opnieuw logisch geordend
worden + de tekst een begrijpelijke structuur geven en bestaande
bepalingen, zonder ze te wijzigen een nieuwe nummering geven
In Strafrecht à geen retroactiviteit van de strafwet: je mag nu niets straffen wat vroeger
niet strafbaar was – vroeger wel iets strafbaar? En de recentere wet is milder à dan wordt
de lex mitior (mildere wet) gebruikt
,Katholieke kerk zeer lang belangrijke rol à testamenten werden ingevoerd door de kerk,
en zij waren een culturele elite
- Er is bv al een testament gemaakt, iedereen kan een testament maken schrijven
of ook gewoon notaris
- Wanneer iemand voor de Franse revolutie (1789) testament wou maken à moest
naar de pastoor
o Want veel mensen analfabeet = praktische reden
o Inhoudelijke reden van de kerk? => kerk zegt je gaat dood, hemel of hel,
wil je zeker naar de hemel (vrome/ pieuze legaten) à dan moet je 100% iets
nalaten aan de kerk
Daardoor werd de kerk rijker en rijker zij gaven hun goederen ook
niet door alles bleef bij de kerk
o Testament gemaakt in 1788 – FR in 1789, Napoleon aan macht in 1804 en
die van testament dood in 1820
Opgemaakt voor een pastoor
Opgesteld na 1804 bij de pastoor à niet geldig
Gent is een stad in Frankrijk en niet meer van de Zuidelijke
Nederlanden – dus Franse wetgeving die geldt bij ons
IPR = internationaal privaatrecht = een privaatrechtelijk probleem met een
grensoverschrijdende dimensie
Testament opstellen is volgens privaatrecht- Testament opgemaakt in Spanje voor de
Spaanse notaris, à is deze geldig in Zuid Afrika? Want je gaat daar gaan wonen Want die
kent geen notaris
- Rekening houden met de wil en wil is geldig uitgedrukt terwijl in Spanje
- De plaats regelt de vorm van de akte, akte meenemen naar ander land? Dan blijft
deze geldig ook al zijn er andere formele regels in dit land
- Akte formeel geldig in ene land dan blijft deze geldig in elk land waar je deze
meebrengt
o Het gaat over de vorm en niet over de inhoud
- Inhoudelijk? Sterf je in Zuid – Afrika omdat je daar woont dan zal het Zuid-
Afrikaans recht gevolgd worden, de nalatenschap ligt nu open
- Meeste pastoors zeiden dus vroeger je moet iets aan de kerk geven à 1804
Napoleon zet in wetboek dat de dokter die iemand verzorgt tijdens zijn laatste
ziekte niets kan krijgen net zoals de dienaar van een eredienst
- Formeel geldige akte voor pastoor à inhoudelijk kan men niet aan de pastoor
geven want laïcisering van het recht, maar vormelijk is het wel gewoon geldig
Probleem: testament in Franse tijd moet opgemaakt zijn bij notaris, het is opgemaakt bij
de pastoor, geldt mijn testament nog? Als je ergens een akte maakt, in een land, en
die akte is geldig volgens de regels van dat land, dan is die akte formeel
geldig. Als je dan met die akte naar een ander land gaat blijft die geldig. à Locus regit
formam acti= de plaats regelt de vorm van de akte. à Testament blijft geldig althans dit
gaat over de VORM van de akte.
Is iets geldig of ongeldig? 2 vragen:
- Is het formeel geldig? Is de werkwijze geldig? Als het formeel geldig was dan blijft
het formeel geldig, ook later.
- Is het materieel geldig? Is de inhoud geldig? Alles aan de kerk geven gaat niet
meer sinds de Franse revolutie, de eigendom moest in de familie blijven –> max
1/3 aan iem anders geven à niet alles aan de kerk geven à inhoud is materieel
ongeldig.
o Bv voor 1789 kreeg pastoor de helft en de dokter kreeg ook zaken
,Na Franse revolutie: 3 geldige testeervormen:
- Notariële testament
- Holografisch testament= eigenhandig testament= volledig zelf geschreven
- Geschreven tekst van testament afgeven aan notaris en zeggen: ‘dit is men
geschreven testament’.
Voor wat betreft de inhoud, materiële geldigheid, moet je gaan kijken naar de plaats waar
de nalatenschap openvalt. Dat is de plaats waar iemand woont, de zetel van zijn
vermogen heeft.
Testament voor 1789? Geschreven door pastoor – de vorm is oke – maar inhoudelijk niet
geldig
Formeel strafrecht
- Gedagvaard voor de politierechtbank? Hoe werkt deze hele procedure => de
vraag van hoe werkt deze hele procedure is het formeel strafrecht
2) Interpretatie=
- Na de wet gevonden te hebben (heuristiek) moet de wet correct worden
geïnterpreteerd
- Bv aanranding van de eerbaarheid is sterk veranderd
o 19e eeuw baas van bedrijf gaat onder rok van medewerkster à die zou nooit
veroordeeld worden <-> nu, paar jaar geleden man raakt kont van andere
man aan in disco, die werd veroordeeld
- Begrippen evolueren à interpreteren van een begrip of een regel
- correct begrip van de norm. Kan zijn dat er een wet sinds 1831 niet veranderd is
(vb. art. 6 Gw en art 10 nu GW). à wat we begrijpen onder het woord ‘gelijkheid’ is
inhoudelijk wel veel veranderd. Eerst ging het over de gelijkheid tussen standen
(edelieden etc), nu gaat het over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen (pas in
2002 op die manier in Gw gekomen). à we hadden art.6/10 GGW nog niet
gewijzigd en kunnen ongewijzigd laten maar dan toch ging de interpretatie
gewijzigd zijn.
o Vroeger in parlementen ook alleen maar mannen in het parlement
o In 1831 vroeger ook alleen maar rijken in de parlementen
In Amerika: uitspraak Supreme Court: vrouw mag beslissen over abortus is zonder de wet
te veranderen toch kunnen veranderen door een nieuwe uitspraak die zegt dat er geen
fundamenteel recht is op abortus. De interpretatie is veranderd.
In Amerika: Brown vs Board of education: Een schoolbestuur weigerde om zwarte
leerlingen te aanvaarden. Éen van die leerlingen heeft zich niet neergelegd bij de
conservatieve interpretatie van de grondwet en het gelijkheidsbeginsel: er is gelijkheid
tussen blank en zwart maar dat wilt erom niet zeggen dat er geen segregatie mag zijn.
Segregatie werd aanvaardt. Deze segregatie was lang geen probleem tot opeens de
Supreme Court heeft gezegd dat het een inbreuk is op het gelijkheidsbeginsel. à geen
verandering van de wet maar interpretatie van de wet veranderd.
Soorten interpretatie:
- Exegetische methode/ grammaticale interpretatie – iets exegetisch ontleden?
Alleen naar de grammaticale constructies bekijken van de tekst à puur een
letterlijke interpretatie
- Als we wet goed willen interpreteren moeten we soms aan rechtshistorische
interpretatie doen: kijken hoe het volledige recht in zijn context, in de
maatschappij gewijzigd is.
- We kunnen ook aan wetshistorische interpretatie doen: kijken naar de
geschiedenis van het totstandkomen van een bepaalde wet om deze goed te
kunnen begrijpen
, o Wet = algemene norm dat zich altijd voordoet en moet nageleefd worden
als algemene regel omdat de overheid dit wil
Wet in materiële betekenis = elke algemene regel die uitgaat van de
daar toe bevoegde overheid
Overheid in te delen in de triaspolitica
Wetgevende, uitvoerende of rechterlijke macht
Parlement heeft de vorm van de wetgever, gaat het uit van
het parlement = formele wet
o Alle parlementen bv Vlaams parlement = decreet,
Brussels parlement = ordonnantie
o Bij het totstandkomen van een nieuwe formele wet
moet de procedure worden gevolgd
à SCHEMA: voorbereidende documenten van de (formele) wet !!! – hoe komt een
formele wet tot stand
i. Wetsontwerp of wetsvoorstel (initiatief tot wet, we hebben een
maatschappelijk probleem en we moeten het aanpakken met een wet)
Wetsontwerp: gaat uit van regering (uitvoerende macht), een of
meerdere ministers samen
Wetsvoorstel: een of meerdere parlementsleden heeft het initiatief à
korte uitleg maar niet veel
ii. Memorie van toelichting of toelichting
Memorie van toelichting: bij wetsONTWERPEN= een uiteenzetting van
de redenen waarom we die wet maken. Als je weet waarom een wet
gemaakt is kan je hem beter interpreteren en doelgericht toepassen. Hierin
vindt je de ratio legis, de reden van de wet of het waarom van de wet.
Toelichting: korte uitleg van parlementsleden bij wetsVOORSTEL – mogen
advies vragen aan RVS maar niet verplicht
iii. Advies afdeling wetgeving RvS
Regering moet verplicht advies vragen
2 afdelingen rvs:
Afdeling wetgeving: juridische experten, geven technisch-juridisch
advies over de tekst , het wetsontwerp (vb. is structuur logisch). !
niet politieke redenen!
o Soms uitzondering: negatief advies homohuwelijk: op randje
van politieke adviesverdeling.
Afdeling bestuursrechtspraak
iv. Verslag parlementaire commissie
Grondige discussie over aanpassingen enz
Parlementaire commissie: experten van de politieke partijen die
samenzitten
Als men het eens is maakt men een verslag en al dan niet aangepaste
ontwerptekst.
v. Amendementen
Individuele parlementsleden kunnen eventueel nog amendementen
invoeren
o Wijzigingen die worden voorgesteld
Amendementen= voorstellen om tekst beter te maken
(toevoegen/weglaten)
vi. Ontwerp goedgekeurd in één kamer
Stemmen, helft van stemmen à meerderheid? - goedgekeurd
Vlaams parlement altijd goedgekeurd =/ federaal parlement: soms beide
kamers.
o Soms verplicht bicamerale procedure of unicamerale procedure –
niet omdat er in het parlement is gestemd dat die er is , moet nog
ondertekend worden door Koning en minister (bekrachtiging en
afkondiging) (dit is de datum die wordt gegeven aan de wet) à dan
is er nog de publicatie in het BS
,Koning moet ondertekenen
- Bv Koning Boudewijn 1990 koningskwestie
- Wou de abortuswet niet ondertekenen want niet in overeenstemming met zijn
geweten dus door een grondwetsartikel werd hij voor een dag aan de kant
geschoven en werd de wet door de ministers ondertekend
Gerechtelijke deskundige à aangeduid expert door het gerecht in kader van een
gerechtelijke procedure
- Rechter kan advies vragen aan gerechtelijk deskundige à gerechtelijke expertise
- Historici zijn nodig voor gerechtelijke expertise over het verleden
3) Inhoud recht: historisch argument: veel mensen streven elke dag naar beter
recht. We maken elke dag nieuwe regels, we geven rechten aan bepaalde mensen.
Veel rechten zijn echt bevochten geweest: reeds in de middeleeuwen waren er
opstanden tegen de macht, graaf, koning. Bv. Vandaag is er een fundamenteel
recht op een eerlijk proces.
Bijvoorbeeld: Procederen kost geld, je moet advocaten betalen en veel mensen hebben
dat geld niet. Reeds in de middeleeuwen zijn er initiatieven gekomen vanuit de balie
(orde van advocaten) om de arme mensen te helpen en hebben dus verenigingen
gesticht (sint-ivo-genootschappen) en die gaven gratis advies aan mensen als advocaat
en ze traden op voor de rechtbank voor geen geld à pro deo et sancto ivone. (Sint-ivo
hield rekening met de armen als hij rechter was).
à vroeger mochten advocaten kiezen of ze dit wouden doen, vandaag is de
‘tweedelijnsbijstand’ verplicht, je hebt een afdwingbaar recht om een gratis advocaat te
krijgen. Belangengroeperingen hebben hiernaar gestreefd.
(eerstelijnsbijstand à ergens advies vragen, tweedelijns à advocaat die helpt in
procedure).
Dankzij stakingen en betogingen wordt iets wakker geschud bij de politiekers om nieuwe
wetten te maken. Vroeger mocht je niet staken, vandaag is het een sociaal recht. à
rechten verworven: vakbonden hebben ervoor gezorgd dat er vandaag de dag heel wat
rechten zijn.
Belfort van Gent= symbool voor verworven rechten à Je mocht pas een Belfort bouwen
als de Graaf van Vlaanderen hiermee akkoord was. De graaf verleende stadsrechten in
een stadskeure (werden bewaard in koffer in belfort). à Hielden archieven bij want adhv
dat document konden ze bewijzen dat ze het recht hadden om een Belfort te hebben.
Als we de geschiedenis van de stad schrijven, weten we welke rechten we hebben.
4) Inhoud feiten: soms zorgt historische expertise voor een duidelijk beeld van de
feiten.
Bijvoorbeeld: Negationismeprocessen= negeren van de Holocaust: zeggen dat de
Holocaust niet gebeurd is. à mag niet!! Er is een wet in België die zegt dat het
minimaliseren/negeren van de Holocaust strafbaar is. Waarom? Joodse gemeenschap is
een belangrijke gemeenschap in België. Ter bescherming en uit eerbied voor de Joodse
gemeenschap moet er op toegezien worden dat de Holocaust niet geminimaliseerd wordt.
-> Wat is minimaliseren?? Openbaar Ministerie gaat onderzoeken, de rechter moet
oordelen: een rechter kan, wanneer hij zelf twijfelt over de feiten, advies vragen aan een
expert. De rechter vraagt een expertise, deskundig onderzoek over de feiten. à is een
advies dus rechter mag afwijken maar meestal volgen rechters wel het advies.
,Bijvoorbeeld: de tabaksprocessen in buitenland. In Amerika zijn er processen waar men
tegen tabaksproducenten procedeert omdat ze wisten dat het slecht was voor de
gezondheid. Dus de ziektes die mensen hebben gekregen is hun fout. Wisten ze dit wel
dat het schadelijk was?
b) Recht dient geschiedenis
Instellingen: de geschiedenis is een geschiedenis van machthebbers.
- De graaf was graaf omdat hij door het erfrecht de zoon van de graaf was, zo zijn
we over gegaan in handen van de Bourgondische hertog omdat de dochter is
getrouwd met de Bourgondische Hertog.
Dynastieën, vredesverdragen à belangrijk in de evolutie van de geschiedenis.
Als je de instellingen kent, als je weet hoe juridisch de structuren in mekaar zitten, dan ga
je ook de geschiedenis gemakkelijker kunnen begrijpen.
- Als we aan geschiedenis doen moeten we ook bronnen hebben – bronnen om zich
op te baseren
- Dankzij recht zijn er veel bronnen die kunnen gebruikt worden door historici, maar
verschil tussen bronnen en rechtsbronnen
Geschiedenis wordt geschreven door historici, die moeten hun kunnen baseren op
documenten. à Meestal juridische documenten (testamenten, contracten, …).
Registers burgerlijke stand: bijhouden van burgerlijke staat. Vroeger hield kerk de
parochieregisters bij. <-> nu het DABS ( data burgerlijke stand)
Fiscale documentatie: hoeveel belastingen mensen betalen à statistieken over armoede
en rijkdom, maar als we geschiedenis willen schrijven kunnen we er veel uit halen. Bv.
Verlorenkostbrug: brug heet zo omdat mensen die buiten de stad gingen werken moesten
bij het binnenkomen over die brug belastingen betalen à kost die ze verdiend hadden
waren ze voor deeltje weer kwijt.
Op hoek van straat staat er vaak een maria/jezusbeeld. à er was vroeger geen openbare
belichting en om hun huis veiliger te maken brachten ze licht aan. Je moest voor lichten
belastingen betalen maar als het diende voor een heiligenbeeld te verlichten moest je
geenbelastingen betalen.
Rechtsbronnen vs historische bronnen
Wanneer een historicus de geschiedenis wilt schrijven zal hij zoveel mogelijk bronnen
verzamelen. De bron is waar het vandaan komt, historische bronnen. Historische
bronnen= geschreven documenten maar kunnen verschillende dingen zijn (dagboeken,
juridische documenten: getuigenissen, dagvaardingen, …).
Juridische bron = rechtsbron= bron waar het recht vandaan komt à 2 soorten bronnen:
materiële vs formele rechtsbronnen
- Materiële rechtsbronnen= redenen waarom we rechtsregels hebben, waar
komt de inhoud van de rechtsregel vandaan (politiek, economie, religie, klimaat,
…)
Bv. Waarom zoveel heilige beelden op hoek straat à fiscale regelgeving à
gebaseerd op geloof
Bv. Waarom rijden we rechts hier à in traditie van continentaal Europa: als je
goed wilt doen ben je rechts, rechts is oké, kruisteken in kerk met rechterhand,
eed met rechterhand à religie, invloed van de kerk is nog altijd sterk in onze
samenleving doorgesijpeld
o In Engeland rijden ze links, wij kiezen rechts om te rijden
o Toen Koning parlementen begon te aanvaarden, zette hij zijn
vertrouwelingen aan de rechtse kant (de conservatieve partijen zo
, ontstaan), en aan de linkerkant de ambetanteriken ( zijn de
progressieve partijen)
Bv. In Spanje sluiten over middag want te warm à klimaat
o Inhoud van regel te maken met het klimaat van dat land
Bv. In Duitsland sneller rijden à snelwegen, afritten
- Formele rechtsbronnen: in welke vorm komt het recht tot ons à limitatieve lijst
(5 manieren waarop het recht ontstaat). Waarom doen we iets?
1) Omdat de regel in de wet staat
a. Normen die allemaal uitgaan van een overheid
Bv. Waarom rijden we vandaag rechtsà omdat de verkeerswet dit zegt
Bv. De wet zegt dat je moet gaan stemmen
2) Rechtspraak:
HvC: kan bij bijzondere gevallen waarbij de wet een nieuwe interpretatie krijgt.
Het HvC kan de interpretatie van de wet sturen à ook creatie van een regel in
de vorm van rechtspraak.
3) Rechtsleer/ doctrine= alle mogelijke geschriften die er bestaan over het recht.
Bv. Boek van basisbegrippen
Bv. Juristenkrant (juristen die hun ideeën over het recht schrijven), juridische
tijdschriften
De eerste 3 zijn de schriftelijke bronnen DUS kunnen ook historische bronnen zijn –
wij weten veel over de heksenprocessen van 16e eeuw doordat er veel werd
geschreven
4) Gewoonte: vroeger is het overgrote deel van het recht hele lang ongeschreven
gebleven en overgedragen van generatie tot generatie. = een ongeschreven
recht dat onveranderd blijft en generatie op generatie doorgegeven wordt.
Vandaag gewoonterecht hele kleine betekenis, alles is eigenlijk bijna geregeld
in de wet
5) Algemene rechtsbeginselen: sturen het recht, zijn bepalend in het recht maar
staan daarom niet altijd uitdrukkelijk in de wet. Iedereen aanvaard het als een
principe.
Bv. Wanneer je iemand wilt sanctioneren à eerst kans geven tot verdediging (=
het hoorrecht= het recht om gehoord te worden voor menu een sanctie oplegt.
Zeer algemeen beginsel, bv als je iets vraagt aan de rechter dan moet die
altijd uitspraak doen
Laatste 2 zijn de niet geschreven rechtsbronnen
è Deze 5 formele rechtsbronnen kunnen gelden als historische bron, maar zijn niet zo
interessant. Omdat:
- Wet als historische bron: wat kan je weten aan de hand van de wet?
- Rechtspraak als historische bron: wel al interessanter, rechtspraak is een concrete
toepassing vd wet maar lijdt elk probleem tot een rechterlijke uitspraak? Het is
niet omdat je kan veroordeeld worden dat alle gevallen beoordeeld worden door
de rechtbank.
- Rechtsleer à niet goed, is altijd visie van één auteur, nooit objectief.
- Gewoonte à ongeschreven dus geen historische bron
- Algemene rechtsbeginselen à ongeschreven beginselen à geen historische
bronnen
3. Continuïteit
Evolutie is de regel: de maatschappij verandert altijd, er is altijd evolutie. De
geschiedenis is constant aan het veranderen.
- Bv tijdens Corona en na Corona zijn er veel zaken veranderd.
- Revolutie is de uitzondering: Franse revolutie heeft 20jaar geduurd. – recht
voor en na de FR was helemaal anders
o Rol van de wet was groot voor 1789 en na 1789