DEEL I: ALGEMENE ORIËNTATIE
HOOFDSTUK I: WAT IS STRAFRECHT?
Strafrecht in ruime zin = het geheel van rechtsregels die
1) Bepalen onder welke voorwaarden de overheid voor specifieke gedragingen (misdrijven)
strafrechtelijke sancties kan opleggen en uitvoeren;
2) Omschrijven waaruit deze gedragingen en sancties bestaan
3) Voorschrijven op welke wijze de daartoe bevoegde instanties hun recht om voor deze
gedragingen sancties op te leggen en uit te voeren moeten uitoefenen.
Materieel strafrecht Formeel strafrecht = de strafprocedure
= wat zijn de strafbare gedragingen en welke straffen = De vaststelling, de opsporing, de vervolging en de
kunnen er worden opgelegd berechting + de regels van de organisatie,
Strafwetboek bevoegdheid en de werking van de instellingen die
ermee belast zijn
Elementen: Wetboek van strafvordering, wet op de
Strafbare gedraging: wat is het misdrijf? voorlopige hechtenis, Europees
Toerekening: wie gaan we verantwoordelijk aanhoudingsbevel, …
stellen?
Welke strafsancties?
- Straffen zoals gevangenisstraf
= leed bezorgen
- Maatregelen zoals internering
= bescherming van samenleving
Samenhang: het strafprocesrecht is noodzakelijk bij het strafrecht, doordat deze moet verzekeren dat
de overheid het strafrecht op een correcte manier toepast
Beide een beschermende functie: het vermijden van ongerechtvaardigd strafrechtelijk
overheidsingrijpen
Beide een toelating van het overheidsoptreden tegen criminaliteit
HOOFDSTUK 2: CODIFICATIE
Strafwetboek °1867:
Sinds °1867 talloze nieuwe wetten die het strafwetboek wijzigen en aanvullen
vanaf °2016: Potpourri-wetten; herzieningen “om justitie menselijker, sneller en straffer te
maken”
Wetboek van strafvordering °1808: compromis tussen het maatschappelijk belang (bepaalde
efficiëntie nodig) en het belang van het individu (beschikken over bepaalde rechten om hem te
beschermen tegen ongecontroleerde, ongeoorloofde of buitensporige inmenging)
°1998 FRANCHIMONT: belangrijke uitbreiding opsporings- en gerechtelijk onderzoek
Heden: de nieuwe strafwetboeken en het nieuwe wetboek van strafvordering ligt klaar, maar moeten
nog gestemd worden
1
,Sv: accusatoire procedure versus inquisitoire procedure
Accusatoire procedure:
- De beschuldiging gebeurt door het slachtoffer van een misdrijf,
- De aangeklaagde staat op gelijke voet met het slachtoffer
- De rechter speelt scheidsrechter en zal niet actief tussenkomen
- Procedure is mondeling, openbaar en tegensprekelijk
Inquisitoire procedure:
- De maatschappij gaat de vervolging en de berechting behartigen
- Ondergeschikte positie van de aangeklaagde
- De rechter werkt actief mee aan de procesvoering
- Procedure is schriftelijk, geheim en niet-tegensprekelijk (niet-contradictoir)
België: gemengd systeem maar overwegend inquisitoire strafprocedure
HOOFDSTUK 3: SITUERING VAN HET STRAFRECHT TUSSEN ANDERE RECHTSDISCIPLINES
Autonomie van het strafrecht = relatieve autonomie
Het strafrecht heeft een autonome functie, maar is ook een hulprecht van andere
rechtstakken om sancties te voorzien
a. De functionele autonomie van het strafrecht
Autonome rechtsvorming:
Strafrecht trekt eigen grenzen tussen recht en onrecht in een aantal materies die niet worden
geregeld door andere rechtstakken = eigen, exclusieve strafrechtelijke gedragsnormen
Vb: nalaten van hulp te verlenen, valsheid in geschriften, meineed, moord, …
Autonome rechtshandhaving: strafrecht is georiënteerd op handhaving van de maatschappelijke orde
b. De conceptuele autonomie van het strafrecht
Rechters hoeven niet noodzakelijk dezelfde betekening of draagwijdte aan een woord te geven als in
andere rechtstakken bij de interpretatie van de strafwetten en bij de toepassing van de
strafbepalingen
Doel: efficiëntie en bescherming van de fundamentele maatschappelijke waarden
Uitzonderingen zoals artikel 16 V.T.Sv.: de strafwet moet zich houden aan de regel van het
burgerlijk recht bij de bewijsregeling van een overeenkomst waarvan het bestaan wordt
ontkend
c. Autonomie van het strafprocesrecht ten aanzien van het gerechtelijk recht
Gerechtelijk wetboek werkt slechts aanvullend, voor het geval het strafprocesrecht geen andere
regeling inhoudt; artikel 2 Ger. W.
Enkel voor zover het verzoenbaar is met fundamentele beginselen van het strafprocesrecht
Publiekelijk karakter van het strafrecht
Het strafrecht is publiekrecht, ongeacht of een burgerrechtelijke, handelsrechtelijke of
sociaalrechtelijke norm is overtreden
Het openbaar ministerie gaat opreden wanneer een particulier een misdrijf begaat, ook al is
er een particulier belang geschaad
De tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties geschiedt door het OM
2
,Vb: over een schadevergoedingseis beslist de rechter overeenkomstig het burgerlijk recht. De
vervolging, veroordeling, berechting en bestraffing zijn echter strafrechtelijk en dus publiekrechtelijk
Strafwetten zijn van openbare orde
Strafrecht is dwingend recht van openbare orde
Er kan geen afbreuk worden gedaan aan wetten die openbare orde treffen; art. 2 BW
Elke overeenkomst die ertoe strekt om de toepassing van de strafwet uit te sluiten, is nietig;
art. 1131 en 1133 BW
Vb: het contract waarmee een huurmoordenaar zich verbindt om tegen betaling een moord
te plegen is nietig; hij kan de opdrachtgever nooit een betaling eisen
De toestemming van het slachtoffer ontneemt niet het wederrechtelijke karakter van de
strafbaar gestelde gedraging
HOOFDSTUK 4: INDELINGEN VAN HET STRAFRECHT
Algemeen en bijzonder strafrecht
Algemeen strafrecht
Regels die gelden voor alle misdrijven
Boek I van het strafwetboek ‘de misdrijven en hun bestraffing in het algemeen’;
= art. 1 – 100ter, alsook de wijzigende en aanvullende wetten
Complementaire strafwetten: strafwetten die, zonder in het strafwetboek te zijn ingevoegd,
worden geacht er logisch en integraal deel van uit te maken.
Vb: de wet over uitstel, opschorting en probatie; jeugdbeschermingswet; wet op
verzachtende omstandigheden; Interneringswet; …
Bijzonder strafrecht
Het geheel van strafwetten waarin specifieke gedragingen strafbaar worden gesteld, met vermelding
van de daarop toepasselijke straffen
Boek II van het strafwetboek; art. 101 – 566 Sw.
Bijzondere strafwetten: strafwetten die niet in het strafwetboek zijn ingevoegd
Strafrecht uitgevaardigd door de gemeenschappen en gewesten
Vb: drugswet; wegverkeerswet; milieustrafrecht; fiscaal strafrecht; militair strafwetboek; provinciale
verordeningen; …
De toepasselijkheid van de beginselen van het algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht
Algemene regel: boek I Sw. is volledig toepasselijk op boek II Sw. Art. 100 Sw.:
De bepalingen van Boek I zijn ook van toepassing op de misdrijven die in de bijzondere
wetten, complementaire wetten en verordeningen strafbaar gesteld zijn
Artikel 11 BWHI: bepalingen van Boek I zijn automatisch van toepassing op het strafrecht van
gemeenschappen en gewesten (decreten)
Drie uitzonderingen; art. 100 Sw.
Andersluidende bepalingen
Strafbare deelneming (Hoofdstuk VII Sw.)
Verzachtende omstandigheden bij wanbedrijven (art. 85 Sw.)
1. Andersluidende bepalingen
3
, De wet of verordening kan zelf uitdrukkelijk afwijken van de bepalingen van boek I Sw.
Lex specialis derogat legi generalis: de bijzondere regeling heeft voorrang
Vb: wegverkeerswet bepaalt dat als de geldboete niet wordt betaald, er een vervangend
rijverbod wordt opgelegd
2. Strafbare deelneming (Hoofdstuk VII Sw.)
Hoofdstuk VII Sw. over de strafbare deelneming (art. 66 – 69 Sw.) is slechts van toepassing op
bijzondere wetten en verordeningen wanneer deze dit uitdrukkelijk bepalen (vb: drugswet)
Rechtspraak en rechtsleer aanvaarden dat Hoofdstuk VII wel van toepassing is, ook al wordt
de toepassing niet uitdrukkelijk vermeld
Artikel 11 BWHI: Hoofdstuk VII is van rechtswege van toepassing op de bij decreet strafbaar
gestelde afwijkingen – ze kunnen er wel uitdrukkelijk van afwijken
3. Verzachtende omstandigheden bij wanbedrijven (art. 85 Sw.)
Artikel 85 Sw. is slechts van toepassing op bijzondere wetten en verordeningen wanneer deze dit
uitdrukkelijk bepalen
Vb: uitgesloten bij sommige inbreuken op de Wegverkeerswet van 1968
Artikel 11 BWHI: art. 85 Sw. is van rechtswege van toepassing op de bij decreet strafbaar
gestelde afwijkingen – ze kunnen er wel uitdrukkelijk van afwijken
Opmerking: GwH 22 december 2022 stelt als standpunt dat artikel 85 Sw. van rechtswege van
toepassing is, tenzij het uitdrukkelijk werd uitgesloten. Cass 19 oktober 2022 heeft echter echt
tegenovergestelde gesteld. Het is dus nog afwachten welk standpunt gaat bijdraaien.
Buitenlands en internationaal strafrecht
Buitenlands strafrecht
Van belang voor rechtsvergelijking: strafrechtelijk besluitvormingsproces kan onderworpen zijn aan
een door de wetgever opgedragen rechtsvergelijkend onderzoek
Voorbeeld: de vervolging in België van een in het buitenland gepleegd misdrijf
Regel: de vervolging en berechting vindt plaats op grond van de bepalingen in de Belgische
strafwetten
Zowel bij misdrijven gepleegd in België (art. 3 Sw.) als bij misdrijven in het buitenland
gepleegd maar vervolgd in België (art. 14 V.T.Sv.)
Vb: diefstal in Maastricht gepleegd en vervolgd in België; de Belgische strafrechter moet nagaan als
de diefstal ook wel strafbaar is in Nederland
Uitzondering
Wanneer dubbele strafbaarstelling in beide betrokken landen een voorwaarde vormt voor
bestraffing in België van in het buitenland gepleegde misdrijven = wanneer het misdrijf ook
strafbaar is in het buitenland
Wederzijdse erkenning in de EU: wanneer België de procedurebeslissingen en rechterlijke
uitspraken uit andere lidstaten moet respecteren en uitvoeren
Internationaal strafrecht = strafrecht gecreëerd door verdragen
1. Materieel internationaal strafrecht = de gedragingen
4