LIMBO 1: module 3: de maatschappelijke rol en betekenis van onderwijs:
benaderingen en toetsstenen
1 INLEIDING
Wat er in het onderwijs gebeurt heeft impact op de leerlingen
onderwijs wil het leren van leerlingen mogelijk maken
MAAR het onderwijs maakt ook deel uit van de samenleving EN er het onderwijs en de
samenleving kunnen elkaar beïnvloeden:
Een samenleving heeft bepaalde verwachtingen over het onderwijs:
- De doelen van het onderwijs
- Hoe leren concreet gestalte moet krijgen
- Visies op taal, cultuur, technologieën,..
- Het kan ook zijn dat groepen in de samenleving invloed willen hebben op wat er in het
onderwijs gebeurt (en niet gebeurt): deze groepen willen bijvoorbeeld bepaalde
onderwijsvormen, studierichtingen en vakken verdedigen ten koste van andere
MAAR de invloed is ook omgekeerd!
Onderwijs kan als doel hebben om de samenleving te veranderen: onderwijs wilt meebouwen
aan een betere, maar rechtvaardige samenleving
Onderwijs kan ook als doel hebben om de huidige samenleving te behouden en te beschermen
tegen economische of culturele ontwikkelingen
Er zijn verschillende theoretische benaderingen die de relatie tussen het onderwijs en de
samenleving bestuderen:
Functioneel-sociologische benadering
Sociaal-economische benadering
Cultureel-sociologische benadering
Conflict-sociologische benadering
Schoolpedagogische benadering
alle benaderingen gaan op een andere manier de relatie tussen het onderwijs en de samenleving
bestuderen, waarbij ze elk focussen op andere aspecten (en geven hierbij hun eigen opvattingen)
Sleutelauteur = auteurs van boeken/studies die een belangrijke bijdrage geleverd hebben tot het
basisvocabularium van een benadering
Er bestaan externe en interne benaderingen (op basis van waar de normativiteit zich bevindt):
Externe benaderingen
- Functioneel-sociologische benadering
- Sociaal-economische benadering
- Cultureel-antropologsche benadering
- Kritisch-sociologische benadering
deze benaderingen gaan de finaliteit en de inzet van het onderwijs definiëren van buitenaf (= het
leren op school als middel en instrument om die extern bepaalde finaliteit en inzet te realiseren)
DAN wordt de normatieve inzet (wat onderwijs hoort te zijn) bepaald buiten het onderwijs, nl.
vanuit de samenleving
1
, Interne benaderingen
- School-pedagogische benadering
deze benaderingen gaan er vanuit dat schools leren bepaalde eigenschappen heeft die verbonden
zijn met een interne, eigen finaliteit en inzet
interne benaderingen zijn relevant voor maatschappelijke beslissingen over:
- De vormgeving van het onderwijs
- De wijze waarop leerkrachten kunnen en mogen school maken
2 FUNCTIONEEL-SOCIOLOGISCHE BENADERING
Sociologische benaderingen:
Focussen op de aspecten van menselijk samenleven (= hoe maatschappelijke orde tot stand
gekomen is)
Bestuderen de betekenis van onderwijs in en voor dat samenleven (= houdt zich bezig met het
begrijpen van de rol en impact van onderwijs in onze samenleving)
Een eerste variant van de sociologische benaderingen focust op een functionalistische invalshoek
= de maatschappelijke rol van het onderwijs bekijken vanuit de functies die het onderwijs heeft voor
het maatschappelijke leven
deze functies worden vaak vergeleken met het bestuderen van organen in het menselijk lichaam
(de betekenis en rol van een orgaan wordt afgeleid van de functie die het heeft voor het lichaam).
Grondlegger: Emile Durkheim
“onderwijs is een georganiseerde en geprofessionaliseerde socialisatie”
DUS: n het onderwijs wordt op een gestructureerde manier culturele kennis overgedragen door
professionals, met als doel om mensen voor te bereiden op deelname in de samenleving.
de vorm en inhoud van die socialisatie evolueert naargelang de veranderingen in de samenleving
Socialisatie in een agrarische samenleving is verschillend van socialisatie in een industriële
samenleving, maar desondanks heeft onderwijs voor Durkheim twee functies:
Het bijbrengen van een zekere geestelijke en lichamelijke gesteldheid die de maatschappij
onontbeerlijk acht voor ieder van haar leden
= Onderwijs is gericht op het ontwikkelen van de kennis en vaardigheden die de samenleving
belangrijk vindt voor al haar leden, zowel geestelijk als lichamelijk
Het bijbrengen van die geestelijke en lichamelijke eigenschappen die de specifieke sociale groep
(kaste, klasse, familie, beroepsgroep) eveneens als noodzakelijk beschouwt voor degenen die
deel uitmaken van deze groep
= Onderwijs richt zich ook op het overdragen van de kennis en vaardigheden die specifieke
sociale groepen, zoals bepaalde klassen, beroepsgroepen of families, als cruciaal beschouwen
voor de leden van die groep.
⇒ DUS: socialisatie staat:
Ten dienste van de algemene cultuuroverdracht die iedereen in staat stelt in een maatschappij te
leven
In teken van een specifieke cultuurverdacht in functie van het deel uitmaken van een bepaalde
groep in die ruimere samenleving
2
, DUS: educatie:
= de invloed die uitgeoefend wordt door de volwassen generaties op die generaties die nog niet
rijp zijn voor het maatschappelijk leven.
doel: het kind bepaalde lichamelijke, intellectuele en zedelijke eigenschappen bijbrengen die de
politieke maatschappij in haar geheel, en het speciale milieu waarvoor het bestemd is, van hem
eisen (= het overdragen van bepaalde lichamelijke, intellectuele en zedelijke eigenschappen aan
een kind, die zowel de bredere samenleving als de specifieke omgeving waarin het kind zal
functioneren, van hem verwachten)
DUS de functie = “vermogens” en “eigenschappen” ontwikkelen bij de nieuwe generatie, die
nodig zijn om de samenleving en specifieke groepen daarin in stand te houden:
- “de maatschappij ziet zich dus, bij iedere nieuwe generatie, tegenover een bijna geheel lege
ruimte geplaatst waarin zij opnieuw moet gaan bouwen. Er moet zo snel mogelijk in dit
zojuist geboren egocentrisch en asociale wezen een ander wezen ontwikkeld worden, dat in
staat is een moreel en sociaal leven te leiden. Dat is het werk van educatie en het belang
ervan is duidelijk. Ze beperkt zich niet tot het ontwikkelen van het individuele organisme (=
zoals het door de natuur is bepaald). Zij schept in de mens een nieuw wezen.” – Durkheim
De functionele uitwerking van deze sociologische benadering vinden we bij Talcott Parsons.
zegt dat de positietoewijzing in de hiërarchische samenleving gebeurt op basis van de eigen
verdiensten (= merocratie)
Emancipatie = leerlingen moeten loskomen van de gehechtheid aan een gezin
Verinnerlijking = kinderen gaan de maatschappelijke waarden en normen in zich opnemen
Differentiatie = leerlingen van elkaar onderscheiden op basis van prestatie en waardering
= de selectie- en allocatiefunctie van het onderwijs: jongen mensen selecteren en hen plaatsen in de
toegewezen maatschappij
DUS: in deze benadering wordt er gekeken naar hoe het onderwijs als socialisatieproces en -instelling
de maatschappelijke orde reproduceert.
dit betekent dat onderwijs neerkomt op een georganiseerde vorm van leren (leren = socialiseren)
socialiserend leren heeft betrekking op het verwerven van specifieke eigenschappen (kennis,
ingesteldheid, waarden, normen,..) die toelaten om een plaats in te nemen in de bestaande sociale
orde en daardoor bij te dragen aan die orde.
In deze benadering moet het onderwijscurriculum een weergave zijn van de waarden en normen van
de samenleving als geheel én van specifieke beroepen of groepen daarbinnen
deze waarden en normen kunnen betrekking hebben op specifieke kennisdomeinen (“vakken) of
houdingen (“vlijt”, “inzet”,..).
Deze waarden en normen weerspiegelen fundamentele aspecten van de samenleving of de groep
die er deel van uitmaakt.
Onderwijs wordt hier beschouwd als een doelgerichte georganiseerde vorm van educatie, waarbij er
methoden en inhouden worden bepaald om socialisatie te realiseren
= een extern gedefinieerde inzet van onderwijs
hierbij is de leerkracht de professional die over een specifieke basiskennis beschikt om deze
methodisch georganiseerde socialisatie te realiseren
3