Arbeidsrecht les 1 - 28/09
Socialezekerheidsrecht + arbeidsrecht = sociaal recht = interagerend en samenhangend
1. De arbeidsovereenkomst
AR oude rechtstak, mensen er altijd mee bezig geweest – en jong: onze manier van hoe we
ernaar kijken is van nog niet zo lang geleden -> zo’n 200 jaar, we moeten nadenken over
vormen van arbeid en werken
AR = werkzaamheden die we verrichten in een economische context, op de markt – werk
tegen betaling, Je kan werken als verschillende statuten: werknemer, zelfstandige,
ambtenaar = in overheidsdienst werken of vrijwilligersarbeid: AR historisch geleidelijk op
gang gekomen
Voormalige minister van justitie Koen Geens wou nieuwe wetboeken maken, zoals
economisch recht en burgerlijk recht => menselijke relaties die tot contractuele afspraken
zouden kunnen leiden
Ons initieel burgerlijk recht van 200 jaar geleden ongeveer, in 1804 tot stand gekomen op
vraag van Napoleon => codices voor een goed geordende maatschappij – nu
gemoderniseerd
Burgerlijk wetboek van 1804 zegt niets over arbeidsrecht: werken en samenwerken was niet
geregeld => dus je doet wat je wilt, vrijheid (oorspronkelijk idee van samenwerken en maakt
onderling afspraken met werkgever als je wil werken)
Begin 19e eeuw is de start van de eerste industriële revolutie (nu zijn we de vierde) =
mechanisering van productiemethoden door uitvinding stoommachine, mensen worden
gegroepeerd in regio’s waar fabrieken zijn = dus er ontstaat een werkende bevolking =>
vragen over hoe we die arbeid moeten regelen en beleidsmatig bekijken?
[Schilderij handboek] 1912 – ‘Men at the dock’ = staan klaar aan dokken van Manhattan
wachtend op een job: vraag en aanbod ter plaatse en geen bescherming (ook zo in
fabrieken)
De politiek heeft zich erover gebogen, reageert pas als er iets aan de hand is => werkende
bevolking niet op het gemak en die afspraken zijn het gevolg van onderhandelingen die niet
altijd evenwichtig zijn => vakbeweging, mensen die zich organiseren, om de zaak van de
arbeider te verdedigen en sterker te onderhandelen met de werkgever => politieke druk
Die eerste wetten in de 19e eeuw gaan over: kinderarbeid, vrouwenarbeid,
zwangerschapsbescherming, gevaarlijke en ondergrondse arbeid, arbeidstijden/limieten,
loonwetten (als afspraak, dan moet werkgever betalen, hoe dan ook) kunnen afdwingen,
gezondheid/veiligheid => gaat gepaard met maatschappelijke ontwikkelingen, want ging toen
economisch niet goed en geen goede arbeidsvoorwaarden => revoltes en opstanden
[1 mei = dag van de arbeid] Historisch gezien was dat een deadline. Vakbeweging in de VS
heeft geëist via stakingen en protestmarsen dat de overheid/werkgevers ervoor zouden
zorgen via collectieve afspraken of wetgevingen dat vanaf 1 mei 1886 een achturenwerkdag
in een veertigurenwerkweek zou komen. Beweging werd snel opgepikt in Europa, want
communisme en socialisme en christendemocratische gedachtengoed en liberale traditie om
te zorgen voor zwakkeren was er – politiek heeft geluisterd. Nu een feestdag. In de VS is het
de eerste zondag na augustus want ze waren van datum veranderd. 1 mei was moment
waar alle huurcontracten werden vernieuwd. En arbeidscontracten volgden dit tempo.
Grootste staking: extreme gedachten, links en rechts => tegenstellingen tussen werkgevers
en vakbonden over hoe met arbeid en werkende bevolking om te gaan. Werkende bevolking
waar economie slecht en veel onzekerheden => vakbonden eisten meer loon en een effectief
40-urenwerkweek. Twee vakbondsleden vermoord in Antwerpen. Een mars richting het
,sportpaleis, 1936. Steeds meer mensen in die mars en legden hun werk neer hiervoor. Met
geweld gehandeld door de politie. Oproer neerslaan met geweld vonden ze. Maar de staking
bleef duren. Uiteindelijk beslist: partijen samenbrengen en overleg hebben tussen de
vakbonden en de werkgevers, ze hebben minimumloon moeten toegeven, 40-
urenwerkweek, 8-urenwerkdag en een weekend, tegelijk om discussies over het regelen van
arbeid op te lossen. Praten helpt. Sociaal overleg. Later in het Belgisch recht: sociaal overleg
op landelijk vlak geïnstitutionaliseerd. In nationale arbeidsraad = orgaan waar vakbonden en
werkgevers samenzitten voor beslissing van sociaal recht voor het hele land.
Tegemoetkomen aan vragen op de arbeidsmarkt.
Bv. indexering van het loon: vakbonden en werkgevers afspraken hierover, in collectieve
arbeidsovereenkomsten: lonen aan personeel volgen stijging van levensduurte.
Bv. bij poetsbureau ondertekenen dat ze minder gaan betaald krijgen in ruil voor
werkzekerheid – mag geen dwanguitoefening zijn
‘Waarom is er arbeidsrecht, en niet geen arbeidsrecht?’
Zekerheid, eerlijkheid, afspraken nakomen, sterk in onderhandelingen dan kan je de prijs
bepalen.
Werkgever vaker sterk in onderhandeling dus kan voorwaarden negotiëren en bepaalt zo
inhoud van het contract – ongelijkheid economische posities tussen werkgever en
werknemer => oneerlijke afspraken, dus ongeregeld en niet in evenwicht
Erop inspelen om positie te beschermen en te versterken van de werknemer door:
1/ Wetten maken als wetgever: over minimale lonen, inhoudelijk, of maximale arbeidstijden,
verplichte zondagsrust, ziekte bij werknemer om loon te blijven doorbetalen =>
contractvrijheid beperken ten voordele van werknemer – wetten zijn niet onderhandelbaar =
dwingend recht
2/ Wetgever geen inhoudelijke regelingen over arbeidsrechten, maar wetgever zegt:
werknemers mogen zich groeperen in vakbonden, samentroepen = spreekbuis van grote
groep werknemers, onderhandelen met werkgever op voet van gelijkheid als machtspositie.
Vakorganisaties die CAO kunnen maken. Niet inhoudelijk ingrijpen, werknemers kunnen het
zelf doen met vrijheid het machtsspel te spelen en aan te gaan.
Deze allebei ver ontwikkeld in België, allebei belangrijk voor ons. Wetgeving maken we door
eerst te overleggen met vakbonden en werkgevers. Antwoord voor zwakke positie
werknemer tegenover sterkere positie werkgever.
Antwoord gevonden op sociale kwestie: uitbuiting werkende bevolking doorheen het
arbeidsrecht, is sociaal om voor zwakkeren te zorgen, gedijd in sociaal recht.
Arbeidsrecht kost veel geld, dus kan hinderpaal zijn om een gezond bedrijf te hebben.
Bv. Wereldeconomisch forum van Zwitserland: economie in wereld te bestuderen – maakte
ranking van meest competitieve land tot minst.
België staat nu eerder bij 20/25. Zwitserland op eerste plaats, of Scandinavisch land en
Singapore
Dat bepaal je door: financieel systeem, werkende bevolking, geschoold met skills,
onderwijssysteem, gezondheidszorgen, infrastructuur, technologische investering, werkt de
overheid (al dan niet corrupt) -> belangrijk: werking van de arbeidsmarkt: want in Zwitserland
is het makkelijker om werknemer te ontslaan, dus dan kan je ook makkelijker aanwerven =>
boodschap is dus AR afbouwen.
uitkleden: vakbonden minder recht en lonen verlagen in Australië, maar bedrijven bleven
naar China gaan.
Bv. General motors in Antwerpen, gesloten omdat er te veel auto’s geproduceerd werden,
wilden een fabriek sluiten in Europa => arbeidsvoorwaarden en -kosten hier te duur =>
,arbeidsrecht is een element van competitie geworden, dus bescherming van arbeiders wordt
hiermee geconfronteerd = economische agenda
Europa moet een antwoord bieden want willen niet vijandig worden met landen over de
grens
Arbeidsrecht Les 2 – 05/10
Arbeidsrecht en Europa
Interactie tussen de twee, focus op de EU of hij wel bevoegdheden heeft in het arbeidsrecht,
en welke dan, in welke mate kunnen de lidstaten hun eigen soevereiniteit erin behouden?
Internationale en Europese instellingen van belang voor het arbeidsrecht:
ILO: in Zwitserland 1919 = Tripartite van de VN: bestaat uit overheden, vakbonden:
werknemersvertegenwoordigers én werkgeversvertegenwoordigers => duurzame vrede, via
sociale rechtvaardigheid, agenda om sociale dialoog te verbeteren en het recht op werk te
bevorderen, via aanbevelingen in bindende normen proberen vast te leggen = Future of
work, hoe AR vormgeven?
OECD: samenwerkingsverbond 38 landen voor sociaal-en economisch beleid te coördineren
en bespreken, problemen oplossen gezamenlijk, en internationaal beleid op elkaar
afstemmen
Al deze instellingen hebben allemaal impact op nationale AR, via meerlagigheid
WEF: landen op competitiviteit rangschikken, van belang om buitenlandse investeringen aan
te trekken – bv. flexibelere AR, sneller mensen aannemen
Europese Commissie in Brussel: beleidsmaker op Europees niveau: DG employment, social
affairs en inclusion: verantwoordelijk voor Europees beleid op vlak van werkgelegenheid,
arbeidsmobiliteit, sociale aangelegenheden…
ELA: Europese Arbeidsautoriteit: flexibele en efficiënte manier mobiliteit te faciliteren, helpt
landen om Europese regels daaromtrent op eerlijke manier te gaan toepassen, en regels te
handhaven
EESC: adviesorgaan over nieuwe Europese initiatieven, economisch en sociaal aspect
Eurofound: kennis verspreidt voor verbeteren van werkgelegenheidsbeleid, bv. via surveys
die ons veel informatie verlenen
Europees hof van justitie: rechtbank op Europees niveau, invloed op nationale arbeidsrecht –
bij tegenstrijdigheden, geeft beleid weer (maar is niet zijn functie)
Ontwikkelingen Europese integratie
Sinds begin georiënteerd op realiseren van economie integratie met interne vrije markt bv,
binnen lidstaten zonder problemen handel drijven => zou leiden tot betere sociale
verhoudingen in de lidstaten zelf
Vanaf 1957: Verdrag van Rome: heel beperkt beleid, met slechts aantal bepalingen (4)
Vanaf 1972: oliecrisis dus recessie in Europese landen, we hebben economische integratie
MR toch veel faillissementen, werknemers zitten in problemen => dus sociaal beleid moet
even belangrijk zijn als economisch beleid – In Verklaring van Parijs (2 jaar later werd dit een
sociaalactieprogramma voor Europees arbeidsrecht te maken: zoals bepalingen op verbod
op discriminatie bv mannen en vrouwen en herstructurering van bedrijven, dit laatste leidt
vaak tot collectief ontslag
Eind jaren 80: meer mensen met de roep dat Europa antwoord moet geven over uitdagingen
van de wereld in het wek => (11) lidstaten ertoe te bewegen om Gemeenschapshandvest
van sociale grondrechten van werkenden aan te nemen. Om komen tot politieke wil om
sociale bevoegdheden te creëren in de EU => leidde tot 1991: Wetgevende maatregelen,
lidstaten nieuwe bevoegdheden = Sociaal hoofdstuk (art.151 vweu)
, Bv. niet: verenigingsrecht, stakingsrecht of recht op uitsluiting: als werkgever contractuele
plicht om iets na te leven voor werknemer niet nakomt => verenigingsrecht: niet op
Europees, juridisch kader, collectief arbeidsrecht is op Europees niveau heel beperkt
Richtlijn minimumloon op Europees niveau: bv. op de mediaan van 60 procent: bescherming
voor werknemers, waar dat niet bestaat, toch een normaal leven te leiden met loon die je
had
Minimumloon! Bepalingen omtrent beloning die EU had aangenomen, speelt niet in op
beloningsaspect zelf, maar wel impact, maar gaat niet in op systeem van beloning in een
land
Maar blijft: Spanning tussen sociale dimensie van de EU en de interne markt en
economische dimensie – werkgevers moeilijk ruime sociale dimensie te zien, want willen
economisch sterk staan, hoe hoger economisch je staat, hoe aantrekkelijker je bent voor
buitenlandse investeringen binnen te halen
Discussie sociale en economische aspect speelde op, waardoor groeiende druk op
hervorming => beleidsdocumenten om sociaal beleid op Europees niveau uit te werken,
zoals:
Groenboek: beleidsdocument, is nog niet af, moor discussie vatbaar, nog niet definitief
Witboek: is klaar
Hierin: EU boodschap: moeten naar sociaal beleid, groei, verbeteren van
concurrentievermogen en werkgelegenheid in de EU -> arbeidsrechtelijke regels nodig die
inspelen op economie zoals die is van vandaag en tegelijk moeten we werknemers
beschermen => Moderniseringsgedachte kwam op gang: heel veel initiatieven hierom (bv.
als iedereen een andere definitie van werknemers en zelfstandigen heeft) => sociale
integratie in de EU dus even belangrijk als economische integratie
Grondrechten van de EU in 2000, document werd aangenomen, maar pas bekrachtigd in
verdrag van Lissabon
Uitbreiding Oostelijke lidstaten (lagere sociale bescherming in vergelijking met
oorspronkelijke lidstaten) daardoor besluitvorming EU: moeilijk om akkoord te maken
Brexit 2021: arbeidsrechtelijk: UK blokkeerde veel, want markt moest gewoon zijn werk doen
– dus sociaal beleid tegengewerkt :/
Artikel 3, Verdrag van de Europese Unie (veu)
Sociale en economische wordt vermengd, doelstellingen expliciet opgenomen in het verdrag
De ‘Europese Pijler’
In 2017: sociaal beleid krijgt extra boost om een signaal geven dat sociaal Europa minstens
even belangrijk is als economisch Europa. Vonden: sociaal en economisch moet gelijk staan,
is het nochtans niet
Veel spanning errond, pijler naar voren geschoven door Juncker, afgekondigd in 2017
Beginselen die niet juridisch afdwingbaar zijn (20)
Als kompas: moet richting geven aan beleid van instellingen, sociale partners en de lidstaten
zelf, maar nog omgezet worden in initiatieven van lidstaten zelf
Sociaal hoofdstuk Art. 153 VWEU (waar Eu bevoegd is op sociaal beleid, en waar niet voor)
- Gekwalificeerde meerderheid: gewone meerderheid en bijkomende voorwaarden
moeten worden voldaan: 55 procent lidstaten vóór (dus min. 15 van de 27), en
moeten 65 procent van de bevolking vertegenwoordigen
- Unanimiteit: alle lidstaten moeten akkoord zijn bv. ontslagrecht
- Samenwerking