Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Inleiding tot de antropologie (16/20 eerste zit) €15,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Inleiding tot de antropologie (16/20 eerste zit)

 55 vues  3 fois vendu

Deze samenvatting omvat mijn lesnotities, informatie uit de ppt's en het boek. Daarnaast vindt u onderaan een overzicht van de belangrijkste aangehaalde werken. Ook is een overzicht met de interessante informatie over de te kennen antropologen terug te vinden. Ik behaalde met deze samenvatting een ...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 65  pages

  • Non
  • Delen besproken in de les
  • 30 août 2023
  • 65
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (8)
avatar-seller
NDW1
Inleiding tot de antropologie – Hugo DeBlock

Les 1: p 9-19

Module 1: Historische context

1. Wat is antropologie?

Klassieke definitie
Antropologie (van het Griekse 'anthrōpos', mens) betekent letterlijk studie of wetenschap van de
mens. Antropologen willen weten hoe mensen overal ter wereld door het aangaan van sociale
relaties op heel verschillende manieren vorm en betekenis geven aan hun leefwerelden.

Het vakgebied zit verankerd in troebele wateren van de geschiedenis van het kijken naar ‘De Ander’.

3 acceleraties:
 ontdekking (ontdekkingsreizen vanaf 15e eeuw) (vb. Columbus, Vasco Da Gama, Magellaan)
 (handel en) kolonisatie (vanaf de late 18de eeuw): Niet enkel geïnteresseerd in de ander,
maar tegelijk gaan onderdrukken om zo toegang te krijgen tot de grondstoffen en andere
kostbaarheden uit die verre streken die de westerse wereld tot zijn bezit maakte
 Dekolonisatie

het vakgebied bevraagd zichzelf ook constant en zet zich af van het wetenschappelijke racisme waar
het uit voortkomt.

Antropologie = een behoorlijk ‘witte’ discipline
-> machtsfactor: wij = westen, domineren, uitbuiten
-> we hanteren een wit referentiekader

Antropologen proberen hier iets aan te doen: nl. het omzeilen van het monopolie van het eigen
perspectief en de dominantie van het witte perspectief door te proberen zich in te leven in andere
disciplines, referentiekaders en zijnswijzen.

> in vraag stellen van het eigen Westers en Eurocentrisch perspectief

Ze nemen de rol aan van bemiddelaar, mediator en intercultureel vertaler

> belang van positionaliteit: groot deel van het werk van een antropoloog
> ze gaan opzoek naar vergeten of verhulde stukken geschiedenis, die meestal te maken hebben met
uitbuiting en kolonisatie en waarvan “wij” enkel het officiële verhaal kennen
> Antropologen willen ongekende geschiedenis en actualiteit aan het licht brengen aan de hand van
lokale kennis, verhalen en geschriften.

Vb. What the Rest Think of the West – Laura Nader
- Omkeren van de blik van de geschiedenis
- Vertrekken vanuit lokale verhalen en geschriften

2. Methodologie


1

,=> Etnografisch veldwerk volgens het principe van de participerende observatie

> Antropologen gaan ‘in het veld’ en dompelen zich onder in de gebruiken en tradities van de
culturen die ze bestuderen

Ze gaan deel uitmaken van het lokale leven in al zijn facetten

Ze participeren en observeren

Vader = Bronislaw Malinowski
> dankzij de ontwikkeling van deze methode werd de discipline volwassen
> toevallige ontdekking: 1914 van Engeland naar Papoea-Nieuw-Guinea, veldwerkplek =
Trobiandeilanden, WOI brak uit dus hij zat er vast

=> veldwerk:
 Een antropoloog gaat alleen en voor een lange tijd leven in een cultuur
 Leert de taal, gebruiken en gewoontes, participeert en observeert
 De ‘etnografische’ data worden gebruikt om de cultuur te analyseren en te begrijpen
o Etnografische data:
 Veldwerknotities in notitieboekjes
 Audio- en filmopnames
 Informele momenten en reflecties
 deze datawerd geabstraheerd en afhankelijk van de verschillende theoretische
kaders in de antropologie, al dan niet in elegante modellen gegoten die de
werkelijkheid (pogen te) verklaren.

=> data:
 Alles registreren wat zich afspeelt op dagelijks niveau
DUS: de antropoloog kijkt niet enkel naar dramatische rituelen, dans of cultuur- en
kunstproductie. Ook naar vb. hoe mannen en vrouwen omgaan met kinderen,
onderwijsactiviteiten, dagelijkse taken, vrijetijdsmomenten

=> Etnografie:
 Het (be)schrijven van cultuur: een boek, geschreven door een antropoloog, dat een cultuur
beschrijft aan de hand van resultaten uit het veldwerk
 Voorbeelden:
o Argonauts of the Western Pacific (Bronislaw Malinowski)
o We, the Tikopia (Raymond Firth)
o Coming of Age in Samoa (Margaret Mead)

=> de informant:
 Cruciaal onderdeel van de antropologie en de methode van het etnografisch veldwerk
 De informant is degene via welke je als antropoloog je informatie inwint
 Informanten kunnen verschillende rollen hebben: familieleden, dorpsgenoten, chefs,
‘waarzeggers’, medicijnmannen etc.
 Typce informant is afhankelijk van het onderzoek
 Tegenwoordig meer actieve benaming: respondent of co-researcher
 Actief deel van het werk van antropologen: toenemende erkenning
 Komen in toenemende mate zelf aan het woord
 Bijvoorbeeld als vignette in etnografie: transcriptie van een volledig gesprek (de volledige
blok tekst is volledig afkomstig van de informant)

2

, 3. Objecten van studie

=> Kinship studies: verwantschapsstudies
-> Henry Morgan
 Studie naar manieren van samenleven
 Van het kleinste microniveau: de nucleaire familie
 Tot macroniveau: het ontstaan van sociale structuren, leiderschap en macht
 Onderscheid:
o Descriptieve verwantschap (Despcriptive Kinship)
 Vader = vader / moeder = moeder
o Verwanschap volgens classificatie (classificatory kinship)
 Vb. In matrilineaire samenlevingen (afstamming via moederlijk lijn), wordt de
oom aan moederszijde als belangrijkere verwant gezien dan de vader
aangezien bij geboorte diens bloed wordt meegegeven via de moeder
 Dergelijke conventies bepalen goe de samenleving geordend wordt en cultureel wordt
bepaald = van belang voor pedagogische relaties

=> Exchange: uitwisseling
 Uitwisseling van goederen als basis voor economie
o Link tussen economie en politiek
o Religie, politiek en ritueel zijn vaak verbonden en daarom belangrijke
onderzoeksthema’s en topics in de ontwikkeling van de antropologie als
wetenschappelijke discipline

=> Materiële cultuur en kunst
 Einde van de 19e eeuw: studie van de materiële cultuur en kunst van verafgelegen gebieden
als leidraad bij uitstek voor het bestuderen van culturen
 Informatie over mensen en hun cultuur werd afgeleid uit wat ze materieel voortbrachten
 Eind 19e tot begin 20e eeuw: museumperiode van de antropologie
 Objecten = etnografische ‘specimens’ (voorheen curiositeiten)
 Vanaf 1980: opnieuw aandacht voor museumantropologie, specifiek vanuit een kritische blik
op verzamelgeschiedenis
 nog steeds een belangrijke bron van kennis en dus educatie over ‘De Ander’

> problematische geschiedenis: vb. kritieken: Wat is roofkunst en wat niet? (zie ppt 1 dia 34)

4. Vertakkingen

 Sociale en/of culturele antropologie
 opsplitsing door verschillen in aanpak en theorie:
o Sociale antropologie: VS en Europa
o Culturele antropologie: VS
 samen = ANTROPOLOGIE: overkoepelende discipline houdt zich bezig met de volledige
studie van de mens (brede visie)
-> Vandaag de dag zijn culturele antropologie en antropologie zeer gelijklopend


 Wijsgerige antropologie
 Rechtsantropologie
 Medische antropologie

3

,  Visuele antropologie
 Antropologie van educatie

Sociologie wordt veelal als een onderdeel van de antropologie gezien, nl. als het gedeelte dat zich
bezighoudt met de manier waarop mensen samenleven in groep, in sociale contecten en in
contexten van migratie en de multiculturele samenleving.

 Verschil met sociologie: de antropologie gaat minder gebruik maken van kwantitatief onderzoek
(statistiek) en veel meer inzetten op kwalitatief onderzoek. Sociologisch veldwerk werkt met diepte-
interviews en focusgroepen en antropologisch veldwerk is participerend-observerend over lange tijd,
waarbij men de cultuur in scope, in totaliteit probeert in beeld te brengen en te verklaren


Les 2: p 21-55, 33-46, 59-65, 44-46

5. De Roots: de interesse in ‘De Ander’

De mens is altijd geïnteresseerd geweest in ‘andere’ mensen

Via verhalen, oorlog, huwelijken
-> sommige verhalen werden uitgewerkt als mythologieën of werden neergeschreven en vergeleken

=> begin van de antropologie als interesse in ‘De Ander’

In Europa: Herodotus van Halicarnassus (geschiedkundige) -> hoe omgaan met de beschrijving van
niet-Grieken?
= opzoek naar een manier om andere groepen te begrijpen en vooral een manier om ze te kunnen
beschrijven -> referentiekader

Vb. taalgebruik, plaatsen in een historische context
-> “barbaar” = niet-griek, vandaag: onbeschaafd, bruut
> zijn beschrijvingen stonden vol vooroordelen en veralgemeningen
> Op andere momenten toont hij genuanceerd aan dat andere mensen soms aandere sociale en
culturele waardenhebben omdat ze in andere streken leven, en niet omdat ze per se inferieur zijn
aan de Grieken

DUS: reeds in de klassieke oudheid scheefgetrokken relaties denk aan het voorbeeld, voor de oude
Grieken was elke niet-Griek een ‘barbaar’
> In hoe de elite naar ‘De Ander’ keek zat steeds racisme vervat

Vanaf het prille begin zit er een agenda in de beschrijvingen van andere mensen uit andere streken,
om invallen te legitimeren en om dominantie van één bevolkingsgroep over de andere te
rechtvaardigen -> in geval van het voorbeeld was het argument ‘de graad van beschaving’ en het
afdoen van ‘De Ander’ als ‘barbaar’

+ vb. in schrijfsels van Plato en Aristoteles, vaak teruggebracht onder Socrates’ geloof in de
universele rede van de mens die leidt tot de universele waarheid.
> een relativist zal zeggen dat de waarheid altijd zal variëren, naargelang de ervaring van de mens in
kwestie, in wat we vandaag de dag ‘cultuur’ noemen.

Middeleeuwen: Europa meer periferie dan centrum

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur NDW1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter