4. GEZONDHEID EN -EDUCATIE
4.1 Gezondheidsbeleid
Sinds 1 september 2007 wordt er van elke school verwacht dat zij een gezondheidsbeleid uitwerken.
4.1.1 Definitie van gezondheid
Gezondheid is meer dan enkel gezonde voeding, er wordt gewezen op drie essentiële dimensies:
o Fysiek welbevinden: genoeg voedsel hebben, energiek voelen, …
o Sociaal-emotioneel welbevinden: pestgedrag, zich mentaal goed voelen, …
o Psychisch welbevinden: problematiek van eetstoornissen, …
è Enkele bedenkingen bij deze dimensies: iemand met een fysieke beperking gezond? Gezondheid in
niet altijd objectief waarneembaar, moeilijk te bepalen, subjectief.
Gezondheid wordt beïnvloed door verschillende factoren = gezondheidsdeterminanten
o Biologische factoren = factoren binnen persoon zelf: aangeboren kenmerk, geslacht, gewicht, …
o Voorzieningen gezondheidszorg: gezondheidzorg in ons land zorgt ervoor (in de meeste gevallen) dat
medische zorg betaalbaar blijft. Voor kwetsbare groepen is dit minder het geval en vinden moeilijker hun
weg naar gespecialiseerde zorg
o Leefstijl: verschilt van mens tot mens. Heeft een grote invloed op gezondheid bv. sporten, slaap, eten, …
o Omgeving:
o De fysieke omgeving: stedelijk of landelijk, aanwezigheid van industrie, natuur, …
o Sociale omgeving: gezinssituatie, vrienden, collega’s
o Economische omgeving: betaalbaarheid
o Politieke omgeving: wetten, aanbevelingen, …
11
,4.1.2 Gezondheidsbeleid op school
Hoe ouder je bent, hoe moeilijker om ingeslepen gewoontes af te leren. Vanaf de kleuterklas dus goede
gewoontes aanleren!
Oefenterrein
School is een oefenterrein:
o Met professionele hulp leren rekening houden met eigen gezondheid en die van anderen
o Leren over gezonde voeding, leren tanden poetsen, leren handen wassen, …
o Andere elementen zoals bewegen, veiligheid, opkomen voor jezelf, rekening houden met anderen, …
Recht doen aan verschillen
Kls hebben allemaal hun eigen gewoontes, behoeften, culturele achtergrond, ervaringen, … en brengen dit mee.
KL moet dus sterk rekening houden met deze verschillen.
Consequenties
Niet overdrijven met stellen van uniformele gedragsregels. Zinvoller om kls te stimuleren zelfstandig beslissingen
te nemen + hen daartoe de nodige kennis op niveau aan te reiken.
In de kleuterklas kan ernaar gestreefd worden om:
o Kls laten ontdekken dat bepaalde situaties/gedragingen (on)gezond zijn
o Kls actief betrekken bij de zorg voor de eigen gezondheid en die van anderen
o Kls leren en stimuleren zelf verantwoordelijkheid te dragen voor eigen gezondheid en die van anderen
è Kls leren zich een gezond gedragspatroon eigen te maken dat past bij hunzelf en de omgeving waarin
ze opgroeien
Gezondheidsbeleid
Op de hele school een gezondheidsbeleid implementeren (= invoeren) gebeurt stapsgewijs
o School brengt eerst bestaande situaties in kaart
o Hoe omgaan met traktaties? Hoeveel sport op school? Hoe voelen de kinderen zich?
o Daarna bepalen waarvoor de school zich wil inzetten en welke doelen ze willen bereiken
o Concrete acties worden opgesteld die vervolgen uitgewerkt en toegepast worden.
Individuele leerling Klas School (alle Omgeving buiten
(+ prioritaire of leerlingen en hun de school (ouders,
risicogroepen) leefomgeving) vrienden, …)
Educatie
Omgevingsinterventies,
structurele maatregelen
Afspraken en regels
Zorg/begeleiding
Vier strategieën:
o Educatie: je brengt bepaalde kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes gericht aan bv. kls aanleren hoe
ze veilig en hygiënisch kunnen koken
o Structurele maatregelen: schoolomgeving aanpassen zodat deze aanstuurt op gezond gedrag. Bv.
kraantjeswater installeren op de speelplaats, fruitautomaat
12
, o Afspraken: gericht op gezond gedrag bv. schoolafspraak: geen snoep als traktaties tijdens verjaardag
o Zorg en begeleiding: voor sommige gezondheidsthema’s kan het relevant zijn om een specifieke zorg en
begeleiding te voorzien, voornamelijk voor risicogroepen bv. aanpak uitwerken over omgaan met
pestgedrag
Vier niveaus:
o Individuele leerling: aandacht voor kls met bijzondere noden zodat je gedifferentieerde aanpak kan
realiseren bv. doos met glutenvrije koekjes zodat kl bij traktatie verjaardag ook iets lekkers kan eten
o Klas: bv. klasgesprek over pesten en hier enkele afspraken over maken
o School: specifieke afspraken op school om pestgedrag aan te pakken
o Schoolomgeving: hier werkt de school ook samen met andere partners: ouders, opvang, CLB
4.1.2 Gezondheidseducatie in de kleuterklas
Drie manieren werken aan gezondheidseducatie in de kleuterklas:
o Voorziet geplande gezondheidseducatie: KL plant zelf in bv. thema, project, bslk’s, …
o Speelt in op onvoorziene situaties: occasionele gezondheidseducatie
o Bewust activiteiten of momenten inbouwen naar aanleiding van een voorval, iets toevallig
waarbij de betrokkenheid van de kls hoog is
o Onvoorbereid, inspelen op situaties
o Volledige activiteit of kort intens moment
o Toont voorbeeldgedrag
o Zelf goede voorbeeld tonen bv. muts en sjaal aandoen om naar buiten te gaan, handen wassen,
neus snuiten, …
4.2 Veiligheidsopvoeding
Doel veiligheidsopvoeding: naast het creëren van een veilige omgeving om ongevallen te voorkomen, is het
ontwikkelen van een bewuste houding tegenover risico’s waarbij er op een verantwoordelijke wijze met risico’s
kan omgegaan worden.
4.2.2 Veiligheidsopvoeding bij kleuters
Veiligheid is een belangrijk aspect van de gezondheid en wordt bepaald door:
o Materiële veiligheid van de omgeving en de aanwezige milieuomstandigheden
o Het veiligheidsbesef bij de persoon
Kinderen hebben weinig veiligheidsbesef en moeten daarmee geholpen worden. De veiligheidsopvoeding moet
mee evolueren met het ontwikkelingsniveau van het kind.
o Geef kinderen voldoende aanmoediging en bevestiging bij het omgaan met risico’s, zorgt voor
zelfvertrouwen.
o Sta bewust omgaan met risico’s toe = risky play
Veiligheidsopvoeding overbrengen
1. Voorleven: toon het goede voorbeeld want kinderen nemen dit over.
Bv. schaar op een veilige manier vastnemen, gezonde tussendoortjes eten, …
2. Oefenen: oefenkansen creëren omgaan met risico’s. Besef rol van eigen gedrag kan ongelukken
veroorzaken of net vermijden. Bv. op welke manier roeren in soep op het vuur zonder te verbranden
13
, 3. Kennis: Enkel met kennis kan het kind verantwoordelijkheid nemen en ontwikkelen van veilig gedrag.
o Veilig handelen aanleren: waarom moeten we ons zo gedragen of zo handelen?
o Visueel ondersteunen door filmpje, tekening, pictogrammen, …
o Herkennen van pictogrammen + betekenis aan geven + opdracht uitvoeren
o Adhv een verhaal, exploratietocht, rollenspel, … kunnen kinderen geïnformeerd worden
omtrent veiligheid en gevaren.
4.3 Kind in beweging
4.3.1 Beweging in functie van de gezondheid
1. Beperk stil zitten en beweeg
Sedentair gedrag = langdurig stilzitten
Voordelen van bewegen voor kleuters dat niet gepaard gaat met sedentair gedrag:
o Gezondheid
o Sterke ontwikkeling van de hersenen
o Gezonde groei en ontwikkeling
o Gezond gewicht
o Versterken van spieren en botten
o Betere sociale vaardigheden
o Meer zelfvertrouwen
o Minder luchtvervuiling
o Beter evenwicht, coördinatie en motoriek
Gezondheidsrisico’s van te lang stillenzitten bij kleuters:
o Lagere cardiovasculaire fitheid
o Overgewicht en obesitas
o Overgewicht op volwassen leeftijd
o Hoger percentage vetweefsel
2. Richtlijnen en normen
Beweging bij kinderen:
o Baby’s 0-1 jaar: moeten zoveel mogelijk kansen krijgen om te bewegen en te spelen Bv. geïntegreerd in
dagelijkse routines (in bad gaan, knuffelen, …)
o Baby die nog niet kruipen: 30min per dag in buiklig plaatsen
o Vanaf 1-5 jaar: minstens 3 uur per dag bewegen
o 1-2 jaar: intensiteit van deze bewegingen niet vastgelegd
o 2-5 jaar: min. 3 uur bewegen per dag waarvan min. 1 uur matig of intensief
o Vanaf 6 jaar:
o Aangeraden min. 1u per dag matig of intensief te bewegen
o Min. 3 dagen per week 60min hoge intensiteit + krachtoefeningen te doen om spieren en botten te
versterken
Sedentair gedrag bij kinderen:
Het wordt aangeraden om langdurig stilzitten zoveel mogelijk te vermijden en zitten regelmatig te onderbreken.
o 0-5 jaar: extra aandacht om langdurig zitten te onderbreken bv. in kinderstoel, zeker om het uur wisselen
van positie
14