Projectmanagment
Inleiding
1. Projectmanagement
❖ Projectmanagement = Een manier om je werk aan te pakken.
➔ Vraag stellen: ‘Hoe pak je dit aan?’
3 manieren om project aan te pakken:
1) Improvisatie
➔ Waarvoor: Als het plots en snel moet gaan, plotse en snelle gebeurtenissen
➔ Bijvoorbeeld: Verkeersongeval, last minute feestje
➔ Voordeel: Veel vrijheid voor uitvoerder + ruimte voor creativiteit, kiezen hoe je het aanpakt
➔ Nadeel: Onzekere uitkomst + chaotische werkwijze
2) Routineus
➔ Waarvoor: Herhaaldelijk werk met goed voorspelbaar resultaat
➔ Bijvoorbeeld: Productie in fabriek, werk in restaurant
➔ Voordeel: Kan op eerdere oplossingen terugvallen en werkt volgens een duidelijke procedure
➔ Nadeel: Nauwelijks vrijheid/bepaling hoe je het gaat aanpakken + nauwelijks creativiteit voor
uitvoerder.
3) Projectmatig
➔ Waarvoor: Als je het voor de eerste keer doet, maar niet geïmproviseerd. Je wil je een beetje
voorbereid hebben ervoor. Per taak ga je kijken hoe je het gaat aanpakken.
➔ Bijvoorbeeld: website maken, productontwerp
➔ Voordeel: Je ontwerpt een plan van aanpak gebaseerd op het te behalen resultaat. Plan hangt
af van eindresultaat.
➔ Nadeel: Werkwijze is niet onmiddellijk duidelijk, je moet vaak toch nog improviseren. Veel
frictie tussen bedrijf en klant of teamleden onderling.
➔ Zit tussen improvisatie en routine in. Het kan een routine worden.
Algemeen voorbeeld: Corona
➔ Start: chaos
➔ Vervolgens: project (online les)
➔ Nu: routine
Conclusie: Alle werk startte ooit geïmproviseerd, groeide daarna uit tot een project en werd vervolgens
een routine.
4 voordelen projectmatig werken:
1) Betere controle: Je pakt geen onnodige risico’s
2) Betere communicatie: Iedereen spreekt verwachtingen uit
3) Tevreden klanten
4) Betere resultaten: Op goede en lange termijn
1
,❖ Project = Tijdelijke samenwerking van een aantal mensen – meestal uit versch. vakgebieden – om
binnen een vastgestelde tijd een vooraf vastgelegd doel te bereiken of werk te voltooien binnen
een vooraf vastgesteld budget.
Bij opzetten van een project, rekening houden met iron triangle!
❖ Iron triangle (ijzeren driehoek) = Als je projecten aanpakt → rekening houden met 3 elementen:
1) Cost: Hoeveel mensen en middelen zijn er nodig voor het project. Vb. Festival: Zoveel mag het
kosten en zoveel mensen heb ik nodig voor organisatie.
2) Time: Tijd die je nodig hebt om het project op poten te zetten.
3) Scope: Hoeveelheid werk. Al het werk dat vooraf gedaan moet worden.
➔ Probleem:
o Kwaliteit = afhankelijk v/d 3 elementen, zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar.
▪ Als je iets goed en snel wil, heb je meer mensen nodig
▪ Als je iets snel en goedkoop wil, is de kwaliteit minder.
➔ Oplossing: Zal altijd moeten kijken wat je met de 3 elementen gaat doen om project goed aan
te pakken.
➔ Vergroot je de ene, gaan de andere ook mee. Vb. TML: veel geld nodig, veel tijd, …
❖ Scope creep = Fenomeen waarbij tijdens de uitvoering v/e project de klant altijd meer vraagt.
➔ Probleem bij productontwikkeling in alle sectoren.
➔ Vb. Iemand renoveert je huis → jij vraagt nog dingen tijdens de uitvoering → klant blijft dingen
vragen dat hij nog wil → prijs + duur project stijgt.
➔ Probleem in veel projecten: Meer geld + meer middelen + meer tijd om de kwaliteit v/h
product te verhogen, kan zorgen voor een flop → geen winst... Vb. een film
2. Watervalmethode
❖ Watervalmethode = Klassieke aanpak van projecten. Je start bij een vaag idee en probeert het te
realiseren tot het klaar is.
➔ 6 technieken:
1) Initiatief: Wat is het idee? Kunnen we dit maken? Wie hebben we nodig?
2) Definitie: Wat moet er gebeuren? Hoeveel tijd, mensen, middelen nodig?
3) Ontwerp: Hoe moet het eruit gaan zien?
4) Voorbereiding: Hoe en door wie kan het gemaakt worden?
5) Realisatie: Ontwerp realiseren, projectresultaat uitvoeren zoals gepland.
6) Nazorg: Testen, gebruiken, waar mogelijk in stand houden.
➔ Voordelen:
• Gestructureerd: Sluit elke fase af voor je de volgende start
• Voorspelbaar: Klant krijgt precies wat is afgesproken
• Gedocumenteerd: Alles staat op papier
• Gepland: Iedereen weet wat van hem/haar verwacht wordt.
2
,2.1 Problemen bij projectwerk/nadelen watervalproject
Vage doelen bij de start
➔ Verkoop je iets, dan heb je iets in je hoofd, maar de klant heeft ook een idee in zijn hoofd hoe
het eruit moet zien. Dat kan er verschillend uitzien in de hoofden. Klant weet ook vaak op
voorhand niet zo goed wat hij wil.
o Kan ervoor zorgen dat jullie niet op dezelfde lijn zitten van wat je wil gaan maken.
o Budget kan een probleem zijn als je wil realiseren wat de klant wil.
Vraag klanten wijzigt
➔ Vragen van klant verandert vaak tijdens proces door nieuwe inzichten: ‘leuk, kan dat er ook
nog bij?’
Trage voortgang
➔ Telkens wachten tot de vorige fase gedaan is om nieuwe te kunnen starten.
Niet of te laat testen
➔ Iedereen in het team gaat liever meteen aan de slag met vraag klant.
o Probleem: Idee kan niet aanslaan bij publiek. Je moet opnieuw beginnen.
▪ Kost tijd en geld
Excel hell
➔ Wanneer je veel meer tijd steekt in documentatie dan in werken.
Paper planning
➔ Je hebt een plan en tijdschema, maar je houdt je er niet aan.
Team troubles
➔ Problemen binnen het team.
Gemiste deadlines
➔ Projecten in creatieve sector starten zelden op tijd of geraken zelfden op de deadline af.
Masterpiece mentality
➔ Soort van perfectionisme
➔ Kijkt veel naar details
➔ Je hebt een meesterwerk in je hoofd met alle details. Zo lang je het niet goed vindt, blijf je
eraan werken.
Onvoorspelbaar
➔ Je denkt dat je middelen hebt om het te doen, maar in realiteit zal het er anders uitzien omdat
er onverwachte dingen kunnen gebeuren.
3
, 3. Tijdverspillers
Uitstelgedrag
➔ Geeft geen voorrang aan hoofdtaken + doet alles tegen de deadline.
o Nadelen: mentale stress en druk, moeilijke onderscheiding tussen hoofd- en bijzaak,
resultaten lijden eronder
Wet van Parkinson
➔ Mensen hebben de neiging alle voorziene tijd voor een taak effectief te benutten.
o Hoe meer tijd je hebt voor de taak, hoe langer de taak duurt/hoe meer tijd je gaat
nemen.
o Daardoor blijft je project vaak niet binnen tijd en budget.
➔ Vb. Je krijgt 6 dagen voor een taak, maar die duurt maar een uur. Je gaat die taak spreiden
over de dagen waardoor je er langer mee bezig bent.
➔ In een werksituatie word je meestal ook niet beloond als je eerder klaar bent dan de deadline.
Ze geven je dan nog wat extra werk. Hierdoor ga je je werk vertragen.
Multitasking
➔ Tegelijkertijd aan meerdere activiteiten samenwerken.
o We kunnen dit heel slecht.
o Leidt tot verlaging van productiviteit.
➔ Reden: Hoe vaker je van taken switcht, hoe meer tijd je nodig hebt om je in te werken.
➔ Oplossing: Op 1 activiteit concentreren → taak is sneller af.
3.1 Tegenstrijdige trekken die samen komen in al deze tijdverspillers
- Neiging om onszelf te overschatten en de taken te onderschatten. Vb. ‘Dat fiks ik wel op 1 dag.’
- Snel een inschatting van de tijd opmaken, doe je in grote lijnen. Vaak vergeet je de
deelactiviteiten van die grote lijnen die ook tijd kosten.
- Buffertijd: Veel projectmanagers rekenen soms veel marge in de doorlooptijd van een project.
Nadeel: Project duurt nog langer in de praktijk.
- Grote projecten nemen vaak te veel buffertijd, freelancers vaak te weinig.
3.2 Hoe dit vermijden?
- Jezelf niet overschatten
- Onderschat aantal taken niet
- Werk met korte doorlooptijden, voorzie niet te veel buffertijd
- 1 taak per keer
- Zet strikte en korte deadlines + doe dit geregeld tijdens de ganse doorlooptijd
- Focus altijd op dringende en belangrijke zaken eerst
3.3 Pareto principe
➔ Regel van 80/20 = bedacht door Pareto
➔ Ontdekte dat 80% v/d economie in zijn land werd beheerst door 20% v/h volk.
4