inleiding sociologie in het sociaal werk (hb p13-20)
1.1 over de vissen en het water
‘het sociale is voor de mens wat water is voor de vis’
➔ sociale kunnen we zien als
- sociaal handelen
- sociale systemen= hetgene wat de context en het resultaat is van dat sociaal handelen
binnen de sociologie bestuderen en analyseren we dat sociale op een wetenschappelijke manier, en
zo ontstaan sociologische theorieën
die sociologie vraagt heel wat verbeeldingskracht → het biedt ons een bril om boven en voorbij het
individuele niveau te kijken, en ook interpersoonlijke en structurele component vh sociale te zien,
begrijpen en analyseren
1.2 is sociologie nuttig
de waarde van sociologie → het helpen verhelderen, het aanbrengen van nuance en het zien van
complexiteit van concrete situaties
1.3 wetenschap en professionaliteit
wetenschap → stelt men in staat om situaties te verhelderen, te bekijken en iets te zien wat verder
ligt dan men denkt of zegt
sociale werkers moeten autonoom kunnen denken en moeten dus kritisch zijn → het vermogen
hebben om onderscheid te maken
➔ hiermee bedoelt men: het overstijgen vh alledaagse discours, het is afstand nemen adhv
abstractie te maken en conceptueel na te denken
professionaliteit → sociale beroepen moeten meer zijn dan sociale pathologen die sociale problemen
enkel als persoonlijke moeilijkheden beschouwen
! sociale/sociologische verbeelding= impliceert het vermogen om afstand te kunnen nemen
vh alledaagse (evidente context), er worden zo verbanden gelegd tussen individuele
gebeurtenissen (vb: wat eet je,..) en de sociale krachten die er een vorm aan geven
Het sociale is een evidente context → desondanks moeten we sociologische taal kennen om die
context te begrijpen, zien, beschrijven en verklaren
Taal geeft dus vorm aan die sociologische verbeelding, het zorgt ervoor dat we afstand
nemen vd evidente context en onze blik naar de dingen dus gaan verbreden
! onze individuele keuzes worden dus sociaal bepaald → we mogen daarom dus nooit het sociale
reduceren tot een individueel gegeven
vb) door je geslacht, afkomst, …
1
,1.4 verbeeldende wetenschap
sociologie is dus een verbeeldende wetenschap → bijdrage leveren aan de maakbaarheid vd mens en
van sociale systemen
! verbeelding is dus een cruciaal element
Een samenleving is mensenwerk→ autonoom denken/ denken buiten de kaders is onontbeerlijk
DEEL I: het vizier, de sociologische kijk
hoofdstuk 1: wat bestudeert de sociologie
1.1 het sociale als morele kwaliteit en als sociaal feit
morele kwaliteit= betrokkenheid op medemensen en solidariteit met de gemeenschap
! het gaat over het ‘sociaal zijn’ → empathisch, geëngageerd, altruïstisch,..
ons moraal weerspiegelt geen onverantwoordelijke menselijke aard, maar houdt nauw verband met
de manier waarop we samenleven
er zijn 2 niveaus van sociaal als morale kwaliteit:
- horizontaal niveau= heeft te maken met de sociale relaties en is het niveau van de
interactie tussen mensen, het is de één op één moraal, is gebaseerd op het besef dat
eigen gedrag anderen beïnvloedt.
→ leidt tot empathie, caritas en humanitas
2
, ! 1 op 1 moraal is beperkt, er is behoefte aan een 2e niveau
- verticaal niveau= heeft betrekking tot de grotere gemeenschappen, het is het niveau van
het sociaal systeem, het is een ‘zorg voor de SL’ moraal
→ leidt tot sociale RV en solidariteit
1.2 het sociale als studieobject
circulaire causaliteit/oorzakelijkheid= mensen maken hun sociale context en worden er tegelijkertijd
door bepaald , het is een wisselwerking tussen het sociaal handelen en het systeem, het sociale is
dus een proces → we moeten proberen de feiten te overstijgen, en van bovenaf proberen te kijken
als we naar het sociaal kijken, kunnen we zien dat het bestaat uit
- sociaal handelen= het is de horizontale pool en dus het interactieve
! agency perspectief
- sociaal systeem= de verticale pool, de gemeenschap, het is de de bepaalde context
waarin iets is gebeurt
! structuur en cultuur perspectief
- de tussenruimte, het gaat hier over de wisselwerking tussen het handelen en systeem
er is dus een tweedeligheid → namelijk de agency-structure probleem id sociologie= oftewel gaan
sociologen zich focussen op de agency, het sociaal handelen dus en leidt men daaruit het systeem af,
oftewel de structuur-perspectief, de gemeenschap en leidt men daaruit het sociaal handelen af
- optie 1 → onderzoekt de sociale constructie vd sociale werkelijkheid
- optie 2 → onderzoekt de sociale bepaaldheid
probleem: heel wat sociologen kiezen voor 1 vd 2 i.p.v. van bovenaf te kijken, dit wordt
bewezen door de grondleggers vd sociologie
1: Max weber → vanuit optie 1
2: Emile Durkheim → vanuit optie 2
! de sociale werkelijkheid is echter altijd beide→ we maken ons sociale milieu en we worden bepaald
door deze sociale omgeving, we maken oa relaties, wat we maken wordt bepaald door onze W en N
en verwachtingen
Bovendien worden we allemaal beïnvloed door dezelfde W en N, over wat een bepaalde
standaard is, we worden beïnvloed door onze context en gaan herkenbare situaties spiegelen
op ons leven
3
, 1.2.1 Wat is sociologie dan exact?
Sociologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het analyseren, beschrijven en verklaren van
- het gedrag van en tussen mensen en hoe dat gedrag beïnvloedt is door sociale
verhoudingen
- de daaruit voortgekomen gedragspatronen, structuren en opvattingen in hun ontstaan,
voortbestaan en veranderen
1.3 sociale constructie, het actor/agency perspectief
sociale constructie= sociologen die in hun studie gebruik maken van de horizontale pool, de focus ligt
op interactie, het analyseert hoe mensen maar ook subsystemen in en door interactie, in wederzijdse
beïnvloeding met elkaar het sociale construeren
Max Weber:
- Schrijft een werk over de geest vh kapitalisme en de protestantse ethiek
Protestanten geloven dat ze door hard werken en sober leven een plaatsje id hemel
zouden krijgen
- Weber merkt dat waar er meer protestantisme was, er meer kapitalisme was
! hij ziet een verband tussen het protestantisme en het kapitalisme → ontwikkelt een
theorie waarbij de protestanten het kapitalisme id hand gewerkt hebben
→ protestanten gaan hard werken om in de hemel te geraken en doen dat door
samen-handelen
! er ontstaat een economisch systeem dat later uitgedraaid is tot het kapitalisme
Mensen gaan in interactie vanuit een betekenisvolle relatie → wat betekend de ander voor mijn
handelen, in welke mate stem ik mijn handelen af op dat van een ander,..
➔ Het sociaal handelen verondersteld de aanwezigheid van andere individuen en vormt dus het
samenleven, het handelen is dus pas sociaal als het individu rekening houdt met het gedrag
van anderen en zo dus wordt beïnvloed
! sociaal handelen verschilt van individueel handelen= handelen wanneer er geen
betekenisgeving geïmpliceerd is, je hebt je niet laten leiden door de ander en hebt geen rekening
gehouden met hem/haar, het gebeurde gewoon
(vb: als ik mij verontschuldig als ik tegen iemand bots is het dus WEL sociaal handlen!)
Sociaal handelen kan gericht zijn op
- Het verleden
- Het heden
4