Samenvatting spraak en taal van het oudere kind
DENKSTIMULERENDE GESPREKSMETHODIEK (DGM) – MARION BLANK
HYBRIDE BENADERING
- Een tussenvorm tussen therapeutgestuurde en kindgerichte benadering
- Sturende rol van therapeut, maar kind heeft mogelijkheden voor spontane reacties en initiatieven
THERAPEUTISCHE TECHNIEKEN IN HYBRIDE BENADERINGEN
- DGM: ontwikkeld voor leerkrachten die met kinderen uit achterstandswijken werken
o DOEL: relatie tussen taal en denken versterken
- Uitgangspunt: spelen of manipuleren met concreet materiaal (= aansluitend bij interesses van kind)
o Handelen met materiaal vormt ondersteuning voor wat kind bedenkt en verwoordt
ALGEMEEN: WAT IS DGM?
- Manier om het denken v kinderen te stimuleren door middel van een denkgesprek
- DOEL: kinderen met taalachterstand stimuleren in taalontwikkeling en cognitieve ontwikkeling
ALGEMEEN: TAAL EN COGNITIE
- Taaldenken: wederzijdse beïnvloeding
o Proces van interiorisatie (= verinnerlijking)
o Materiële handelingen worden mentale handelingen
o Taal wordt een cognitieve vaardigheid en denken wordt verbaal
- Een proces van interiorisatie
o Ontwikkeling v innerlijke taal: gesprekje voeren of nadenken over zaken zonder expressie
- 2 belangrijke cognitieve mijlpalen
o Symbolsime: kind beseft dat woorden ergens voor staan
o Objectpermanentie: object bestaat nog steeds en heet nog hetzelfde, ook al is het uit beeld
- Taal is een middel om de omgeving te ordenen
o Communicatieve -en sociale functie
o HOE: vragen stellen, luisteren en praten
TOEPASSING
Taal bestaat uit verschillende aspecten / componenten
- DGM: gericht op berijpen en produceren van semantische relaties + aandacht voor pragmatiek
- DGM: draagt bij tot versterken van innerlijke taal + stimuleert vaardigheid om problemen op te lossen
,Samenvatting spraak en taal van het oudere kind
o Draagt bij tot begrijpend lezen
- Cognitieve taalfuncties aanpakken wanneer aan doelen voor pragmatiek gewerkt worden
o Leren rapporteren, redeneren, zichzelf verplaatsen in gedachten / gevoelens en fantaseren
4 ABSTRACTIENIVEAUS
- DGM is gebaseerd op de perceptual-language distance
- DOEL: op een steeds hoger abstractieniveau ervaringen en waarnemingen verwerken
o Gebruik van taal om de denkprocessen te ontwikkelen
- Hoe hoger het abstractieniveau, hoe meer perceptie en taal uit elkaar vallen
o Kind ziet auto en benoemt het
o Wat we zien is nauw verbonden met taal, namelijk auto
o Redenering gebeurt innerlijk, bv. wat zou er gebeuren als auto’s botsen
NIVEAU 1: MATCHING PERCEPTION = BENOEMEN
- Beheerst door 4-, 5 -en 6-jarige
- Voorwerp, figuur, plaats wordt in zijn totaliteit ervaren, herkend en benoemd
o Context van hier-en-nu: onmiddellijk geheugen
- Onderliggende vaardigheden: benoemen, opzoeken, nazeggen, herinneren via zintuigelijke info
NIVEAU 2: SELECTIVE ANALYSIS OF PERCEPTION = ANALYSEREN / BESCHRIJVEN
- Beheerst door 4-, 5 -en 6-jarige
- Eigenschap of meest opvallende kenmerk van iets waarnemen en benoemen
- Beschrijven, begrippen, verschillen, categoriseren, bewustzijn van taal, herinneren via auditieve info
o Onderliggende vaardigheden
NIVEAU 3: REORDENING PERCEPTION = ORDENEN / BEGRIP VAN TIJD EN VOLGORDE
- Beheerst door 5 -en 6-jarig kind
- Informatie die niet duidelijk zichtbaar is, moet worden afgeleid uit de waarneming
- Taal als middel om werkelijkheid te ordenen en handelingen te organiseren en te sturen
- Overeenkomsten, definiëren, rolnemen, ordenen (volgorde v tijd), opdrachten uitvoeren, opzoeken
o Onderliggende vaardigheden
o Opzoeken, waarbij verbale en visuele info worden geïntegreerd
NIVEAU 4: REASONING ABOUT PERCEPTION = REDENEREN
- Beheerst op 6-jarige leeftijd
- Relatie tussen waarneming en taal is echt abstract
o Centraal: redeneren en reflecteren
- Onderliggende vaardigheden: redeneren, kiezen, oplossing formuleren, voorspellen, verklaren
o Kiezen (middel-doel): doel = iedereen stuk taart geven / middel = mes
o Redeneren (oorzaak-gevolg): kast gaat niet op de auto (gevolg) omdat ze te groot is (oorzaak)
,Samenvatting spraak en taal van het oudere kind
INVALSHOEKEN
1. CONSTRUCTIE VAN MATERIAAL
Knutselactiviteiten, om dagelijkse voorwerpen te analyseren
2. TRANSFORMATIE VAN MATERIAAL
Materiaal verandert van toestand
- Kookactiviteiten
- Kleurstoffen mengen
- Vergelijken van eieren, water (ijs, damp, …)
3. VERHAAL VERTELLEN
Verbanden leren leggen tussen gebeurtenissen
- Via een verhaaltje, via een rollenspel, …
4. WAARNEMINGSANALYSE
Ontdekken dat voorwerpen bestaan uit diverse delen, bv. puzzelen, lotto, …
5. MOTORISCHE ACTIVITEITEN
Afwisselingvan cognitieve en motorische activiteiten kan de motivatie en interesse verhogen
HET DENKGESPREK: VERLOOPT IN 3 STAPPEN
- Stap 1: stel een vraag, laat interessant voorwerp zien / plaatst opmerking dat kind uitnodigt tot reactie
o Niet enkel geheugen -en benoemingsvragen (niveau 1 en 2)
o Ook probleemoplossingsvragen (niveau 4) > in gevarieerd aanbod en niveau v kind
- Stap 2: het kind reageert
- Stap 3: volwassene geeft feedback en speelt in op het antwoord van het kind
STAP 1: VORM VAN DENKVRAGEN
- Kort en duidelijk
- Vermijd ja/nee vragen
- Verifieerbare antwoorden
- Geen te open vraagstelling
- Variatie in de soorten vragen
STAP 2: REACTIE KIND
STAP 3: FEEDBACK GEVEN
, Samenvatting spraak en taal van het oudere kind
Laat weten goe je over het voorgaande denkt: bevestigen
- Accepteren
- Inzet prijzen
- Uitleg afkeuren
- Antwoord prijzen
- Indirecte feedback
- Non-verbale feedback
STAP 3: INSPELEN OP HET ANTWOORD
POSITIEF ANTWOORD: MOEILIJKHEIDSGRAAD VERHOGEN
- Uitdiepen
- Moeilijker begrip inoveren
- Een handeling laten verwoorden
- Overgaan op hoger cognitief proces
NEGATIEF ANTWOORD: VEREENVOUDIGEN (VERBAAL / PERFORMAAL) EN REGULEREN
Verbaal
- Herformuleren
- Opdracht opsplitsen
- Volledig antwoord geven
- Handeling laten uitvoeren
- Gedeeltelijk antwoord geven
- Alternatieve oplossingen aanbieden
Performaal
- Complexiteit verminderen
o Contrasten vergroten
o Aantal elementen verkleinen
- Verhelderend materiaal geven
o Werken met duplicaten
o Concreet maken door iets te laten zien
Reguleren
- Herhalen
- Uitstellen
- Stimuleren
- Meer vragen
- Verduidelijken
- Aandacht richten