Antropologische thema’s uit de hedendaagse wijsbegeerte
Hoofdstuk 1: Wat is filosofie?
Om filosofie te kunnen definiëren, moeten we eerst weten wat een definitie is.
Definitie = opsomming van kenmerken die je vindt bij alle filosofen en hun opvattingen
(filosofieën) en uitsluitend bij filosofen/filosofieën.
Wat is filosofie dan? Op grond waarvan noemen we iets filosofie/filosofisch?
1. Een attitude
Socrates (eerste grote filosoof)
" Zette de jeugd aan om eindeloos vragen te blijven stellen over de orde, voor de hand
liggende zaken onderuit te halen, de status quo te verbreken…
o Moest de gifbeker drinken hierdoor
Filosofie is dus een kritisch denken
" Filosofen houden zich vooral bezig met het in vraag stellen van vele dingen die
andere mensen als vanzelfsprekend beschouwen.
Dit idee gaat terug naar de tijd van René Descartes
Filosofie begint bij twijfel, we moeten aan alles twijfelen
" Autoriteiten en hun uitspraken betwijfelen
o Van personen: andere filosofen, wetenschappers, politici…
o Van onze eigen zintuigen en cognitieve vermogens: optische illusies, dromen…
" Als onze zintuigen onbetrouwbaar zijn, is onze kennis dat dan ook? Descartes
was een belangrijk figuur voor wiskunde, maar zei dat we zelfs dat kunnen
betwijfelen.
" Het is niet uitgesloten dat ons denken voortdurend misleid wordt door een
kwade geest, malin génie. Dat ons brein zo in elkaar zit dat we wiskundig altijd
tot een foute conclusie zullen komen.
MAAR:
o Filosofie is niet enkel kritisch zijn, het is niet het einddoel van de filosofie.
o Deze attitude van het kritisch zijn, twijfelen en vragen stellen vinden we dus ook
terug bij kinderen en wetenschappers. Het is niet uniek voor filosofen.
2. Een methode
o Eigen intuïties, het gezond verstand: kennis die op een onmiddellijke manier
verkregen wordt, een spontane overtuiging die we in onze eigen geest
aantreffen wanneer we over een bepaald onderwerp nadenken.
§ MAAR: is niet uniek voor filosofen, ook wetenschappers baseren zich op
hun intuïties, die door onderzoek worden bevestigd, weerlegd…
o Conceptuele analyse: ontrafelen en verbeteren van concepten die we in het
dagelijks leven gebruiken. Het doel is om te bepalen waarover we precies
spreken. Bv. wat is wetenschap? Wat is waarheid? Wat is ziekte? Wat is leven?
§ MAAR: wordt niet door alle filosofen gebruikt, en niet enkel door
filosofen. Ook in de biologie en andere wetenschappen doen we aan
conceptuele analyse: wat is DNA? Wat is een cirkel? Ook bij het maken
van woordenboeken: wat is bloemkool?
" Conceptueel werk zit in de kern van alle wetenschappen, incl. filosofie
1
, o Gedachte-experiment: we gebruiken verbeelding om nieuwe informatie over
een thema te verkrijgen zonder gebruikt te maken van nieuwe data.
Bv. Brain in a vat: gedachte-experiment waarbij we ons inbeelden dat onze
hersenen zich op een andere planeet bevinden, waar ze signalen krijgen
waardoor we denken dat we nu in de les zitten
" onze hersenen kunnen niet nagaan of onze gedachten echt zijn, dus we
kunnen niet weten of we niet gewoon hersenen in een vat zijn.
" we kunnen niet zeker zijn van de meest eenvoudige schijnbare zekerheden
§ MAAR: ook in de wetenschap (economie, geschiedenis, fysica…) maakt
men gebruik van gedachte-experimenten.
Bv. Einsteins relativiteitstheorie, dagdromen, kat-paradox…
Conclusie: deze methodes worden dus ook buiten de filosofie gebruikt. Daarnaast
wordt niet altijd conceptuele analyse toegepast of een gedachte-experiment
uitgevoerd. Ze zijn dus ook niet overal te vinden in de filosofie.
3. Een domein
= de aard van de vragen en problemen waarmee het zich bezighoudt
" De filosofie bestudeert onbeantwoordbare vragen en fundamentele problemen
MAAR:
o Onbeantwoordbare vragen is eigenlijk iets vaags, van heel wat vragen denken
we dat ze beantwoordbaar zijn, terwijl dat niet zo is. Andere onbeantwoordbare
vragen zouden we eigenlijk wel kunnen beantwoorden.
" Het onderscheid tussen deze vragen is dus heel vaak niet te maken.
o Daarnaast zijn er heel wat onbeantwoordbare vragen die niks met filosofie te
maken hebben. Bv. ‘wat is liefde’ is een filosofische vraag maar ‘hoe lang ga ik
leven’ is een onbeantwoordbare niet-filosofische vraag. We hebben dus ook
onbeantwoordbare vragen in andere disciplines.
We kunnen het domein opsplitsen in 4 deeldomeinen
• Metafysica
" wetenschapsfilosofie
• Epistemologie
• Logica
• Moraalfilosofie
" Het probleem verschuift nu van ‘Wat is filosofie?’ naar ‘Wat is metafysica?’ enz.
Een onvolledige poging om de begrippen te definiëren:
Metafysica: de studie van wat en de aard van wat er bestaat.
• Bv. Bestaat vrije wil? Bestaan getallen? Bestaat materie? Bestaan natuurwetten? En als
ze bestaan, welke aard hebben ze? Wat betekent het voor iets of iemand dat hij/zij/het
bestaat? Op grond waarvan zeggen we dat iets bestaat?
Logica: studie van geldigheid van redeneringen en argumenten, hoe kunnen we bewijzen dat
ze geldig of niet geldig zijn. Niet geldige redeneringen (drogredenen):
• Post hoc, ergo propter hoc: als iets na iets anders gebeurt, dan gebeurt dat door datgene
dat ervoor is gebeurt
• Affirming the consequent: als de lamp kapot is, is het donker. Als het donker is, is de
lamp kapot.
2
,Epistemologie: studie van aard en mogelijkheid van kennis, wil weten wat kennis precies is en
hoe we weten wat we denken te weten.
• Houdt zich bezig met vragen zoals wat is waarheid, wat is kennis... kunnen we dingen
echt kennen? Kunnen we iets buiten ons denken echt kennen?
• Bv. Brain in a vat is een typisch epistemologisch experiment
Moraalfilosofie: studie van principes die betrekking hebben op goed en kwaad, de studie van
ons oordelen van wat goed en kwaad is. Wat betekent het om het goede te doen of een goed
persoon te zijn?
• Bv. Trolley problem
We bekijken de geschiedenis van filosofie om de vraag ‘wat is filosofie?’ te beantwoorden
• MAAR: ‘dit is filosofie omdat het vroeger filosofie was’ is drogredenen (begging the
question1)
• Filosofie moest zich voortdurend herdefiniëren, omdat het uitgedaagd werd door
andere vormen van kennis
o Antieke oudheid: mythologie
§ Thales (beweerde dat alles uit water bestaat en aarde een vlot is),
Anaximander (bedacht een ongedefinieerde substantie en de aarde is
ton), Anaximenes (lucht is de oorsprong van alles en aarde is een ufo)
" eerst filosofen (waren natuurfilosofen & naturalisten)
§ Piek antieke filosofie: Plato (zintuigelijke wereld is te veranderlijk om
conclusies uit te kunnen trekken) en Aristoteles (naturalist; alles wat we
nodig hebben om de natuur te beschrijven en te verklaren, is aanwezig
in de natuur zelf)
o Middeleeuwen: religie
§ 313 = anno domini: christendom toegelaten als religie in Romeinse Rijk
" filosofen besteden nu veel aandacht aan het verklaren van begrippen
en argumenten die samenhangen met het christelijk geloof
§ Geloofsovertuiging: resultaat van communicatie met goddelijke i.p.v.
resultaat van redenering, experimenten en observatie
" tegengestelde van filosofie, wat kritisch is en geen genoegen neemt
met de mening van een autoriteit
o Moderne tijd: wetenschap
§ Is een product van wetenschappelijke revolutie: periode waarbij nieuwe
ideeën in fysica, astronomie en biologie tegen de oude dogma’s ingingen
§ Descartes en Newton deden zowel filosofie als wetenschap
• Oude filosofische vraagstukken oplossen met nieuwe
technologieën " ontstaan van nieuwe vraagstukken
§ Feynman vindt dat filosofie eindigt waar wetenschap begint
• Negatieve visie filosofie, vindt het overbodig
• Men vindt de analyse van Feyman een voorbeeld van scientisme.
Sciëntisten zijn overtuigd dat wetenschap zal antwoorden vinden
op alle vragen.
1
Cirkelredeneren: wanneer de uitgangspunten van een argument de waarheid van de conclusie veronderstellen,
in plaats van deze te ondersteunen.
3
, EXTRA: Wijsbegeerte, waarom en hoe het te studeren
Filosofie is een scheldwoord: warrig, esoterisch, onpraktisch, onhandig, nutteloos…
" Waarom moeten we het dan studeren?
Nutteloos is niet zinloos:
• We leren veel wat we niet onmiddellijk kunnen gebruiken
• Academische vorming = bredere vorming dan professionele vorming; geeft je een
breder zicht als mens, dat aan de pas kan komen in je beroep, maar ook als mens, we
vinden het waardevol
Is filosofie nutteloos?
• Filosofen beweren dat het analytische en kritische vaardigheden verbetert.
o Niet duidelijk voor academische filosofie
o Wel het geval voor filosofie in lager en secundair onderwijs
• Leidt filosofie tot een hoog inkomen? In de VS is er wel sterke correlatie, maar dit
betekent geen causaliteit. (post hoc, propter hoc)
• Kan je beroemd worden na het studeren van filosofie? Kan dat je erdoor beroemd
wordt, maar betekent niet dat je er zeker beroemd door wordt.
Waarom is het dan nuttig?
• Toont dat wat vanzelfsprekend lijkt, niet altijd vanzelfsprekend is.
o Wetenschappen: is er evidentie voor X?
o Filosofie: wat is/betekent X? Is/betekent X wel wat we denken dat het
is/betekent?
• Denken over denken zorgt voor bijsturen van denken: in de filosofie denken we over
denken, wat een invloed gaat hebben op het denken.
• Zou moeten bijdragen aan wijsheid: bredere perspectief. Door te denken over denken,
over wat is/betekent X, plaatsen we alles in een breder perspectief.
4