Antropologische thema’s uit de
hedendaagse wijsbegeerte
Handboek + kennisclips leerstof examen + notities van de les
1. Wat is filosofie?
Drie aspecten
Atti tude
= het voortdurend in vraag stellen van bepaalde autoriteiten; bepaalde personen,
concepten etc
Filosofen zijn party-poopers. Ze ergeren zich aan banaliteiten waarop het dagelijks leven
rusten en willen zich niet neerleggen bij schijnbare evidenties en overgeleverde inzichten
vb. Socrates, ook de eerste (grote) filosoof. Bekend in Athene voor het corrumperen van de
jeugd, door die aan te zetten om vragen te blijven stellen. Onverstoorbaarheid en eindeloos
vragen stellen. Men begint bij verwondering en eindigt bij verwondering. Verwondering is
een typische attitude voor filosofie.
Descartes kritische houding, permanente betwijfeling. Descartes wil vanuit dat punt komen
op een fundament dat wel zeker is en daarop bouwen. Niet alleen vragen stellen maar ook
antwoorden proberen vinden. Vragen verkennen en antwoorden geven. Zelfs als zijn die
nog niet echt bevredigend.
Descartes betwijfelt permanent omdat onze observaties ons soms kunnen foppen en als
onze zintuigen onbetrouwbaar zijn dan zou onze kennis dan ook onbetrouwbaar moeten
zijn, omdat onze zintuigen een belangrijke rol spelen bij het verwerven van kennis. Zelfs de
wiskundige principes ging hij betwijfelen. Volgens hem zou het mogelijk zijn dat ons denken
voortdurend gefopt wordt door een grotere macht nl. Een malin génie.
Maar filosofie is niet enkel kritisch, kritisch is niet altijd het einddoel van filosofie en kritiek
is geen kenmerk die enkel bij filosofie hoort.
Filosofie tracht vaak ook een positief en constructief project te formuleren, dat de
bekritiseerde elementen vervangt door elementen die beter bestand zijn tegen kritiek.
Wetenschap en filosofie hebben attitudes gemeenschappelijk, ze zoeken allebei naar
waarheid en zijn kritisch. Freydman gaf een redelijke filosofische definitie van wetenschap
die ook op gaat voor de filosofie:
“Wetenschap leert ons de waarde van rationeel denken en het belang van vrijheid
van denken en leert ons dat het loont om te twijfelen aan de waarheid en wat ons
wordt verteld.”
,Methodologie
De filosofie gebruikt verschillende methoden. Het probleem is wel dat geen enkele methode
uniek is voor filosofie en methoden die wel uniek zijn voor filosofie worden niet door alle
filosofen gebruikt.
1. Het gebruik van intuïties
Intuïties in de 17de eeuw werden gezien als kennis die op een onmiddelijke manier
werd verkregen. Descartes zijn idées claires et distinctes, intuïties die geen redelijk
mens zou durven betwijfelen (Je pense donc je suis).
Maar in de 20ste eeuw kreeg de term “intuïtie” een nieuwe en wat negatieve
betekenis, dit zijn spontane overtuigingen van onze geest wanneer we het over een
bepaald onderwerp hebben, Common sense.
Maar intuïties zijn heel variabel, tussen culturele groepen en tussen personen maar
ook van tijdstip tot tijdstip of van context tot context. Ook wetenschappers baseren
zich hier vaak op.
(fauteuilfilosofen = filosofen die gebruik maken van intuïties maar amper van
empirisch onderzoek)
2. Conceptuele analyse
Een poging tot conceptuele analyse maken dwz bepaald concept in meerdere
concepten analyseren. Bepaalde begrippen ontleden in eenvoudigere begrippen om
zo beter te begrijpen en beter te kunnen gebruiken. Dit wordt gebruikt om zo te
kunnen bepalen waarover men spreekt.
Maar niet door alle filosofen en niet door enkel filosofen, wordt ook in de
wetenschappen gebruikt. (Luciano Floridi “conceptual engineering”)
3. Gedachte-experiment
= is een instrument van verbeelding dat gebruikt wordt om nieuwe informatie over
een thema te verkrijgen zonder gebruik te maken van nieuwe empirische data. Dit
speelt zich vooral af in de menselijke geest. Men bedenkt een bepaald scenario (niet
in het echt uit te voeren) dat men een conclusie helpt te maken.
Voordelen
o Verhelderen een probleem door het te visualiseren.
o Leveren gegevens op die voor of tegen een bepaalde theorie kunnen worden
gebruikt.
o We kunnen er financiële, technologische en morele problemen mee omzeilen
die zich zouden stellen bij echte-wereld-experimenten
Denk aan brain in a vat, de hersenen in de vat beschikken niet over een manier om
te weten of hun gedachten en indrukken echt zijn, daarom kunnen wij ook niet echt
weten of wat we denken juist is en zo wordt alles betwijfelt. Onze zekerheden zijn
eigenlijk geen echte, fundamentele zekerheden.
Maar methode ook in de wetenschap gebruikt, niet uniek voor filosofie.
Benadrukt wel eigenheid van het domein van de filosofie.
Veel filosofen bestuderen dingen die zo fundamenteel zijn dat ze de
wetenschap te boven gaan.
, De laatste jaren ontstond een nieuwe filosofische discipline, de experimentele
filosofie. De empirisch-wetenschappelijke methoden kunnen soms bijdragen aan een
oplossing voor traditioneel filosofische problemen.
Domein
De aard van de vragen waarmee filosofen bezig zijn is belangrijk. Dit zijn onbeantwoorde of
onbeantwoordbare vragen en fundamentele problemen. Maar die vragen moeten dan wel
een antwoord hebben in andere disciplines. Er zijn onbeantwoordbare vragen die niet
filosofisch zijn.
Thomas Nagel : ”We zouden niet ver komen als we fundamentele begrippen zoals tijd etc
niet als vanzelfsprekend zouden beschouwen”. We kunnen begrippen vanaf een bepaalde
leeftijd allemaal op de juiste manier gebruiken, zonder er verder over na te denken.
De wet van Humphrey: Als je na gaat denken over een geautomatiseerde taak, gaat dit de
uitvoering van de taak belemmeren.
Maar wetenschappen waagden zich ook aan fundamentele vragen in hun discipline, ook al
vinden ze filosofische vragen verwarrend en bedreigend. Het stellen van fundamentele
vragen is dus niet echt uniek voor filosofie.
Dit zorgt volgens bepaalde mensen voor een negatieve vooruitgang, er worden nooit
antwoorden gevonden. We komen dichter bij het antwoord op fundamentele vragen maar
we vinden geen juiste antwoorden. We weten echter enkel wat de foute antwoorden zij.
Dit kan men tegenspreken door te zeggen dat ook de wetenschap in horten en stoten
verloopt, waarbij de ene paradigma de andere opvolgt zonder echt op elkaar verder te
bouwen.
Vier deeldomeinen
Wat is filosofie? Is een vraag filosofisch? Hoort het bij een van de deeldomeinen? Als een
vraag tot een deeldomein hoort dan hoort het tot filosofie, maar wat is de betekenis van
deze deeldomeinen? (verschuiving van het probleem)
1. Metafysica
= is de studie van het bestaan en de aard van het bestaan. Houdt zich bezig met de
structuur en de aard van de wereld. Vb. verhouding van lichaam en geest of ‘wat is
tijd?”
2. Logica
= is de studie van geldigheid van redeneringen en argumenten, het weerleggen van
drogredenen. (onderdeel van kritisch denken)
Niet-geldige redenering: Post hoc, ergo propter hoc,
Als P -> Q, dan Q niet -> P: “Als de lamp kapot is is het donker, het is donker
maar de lamp is niet perse kapot.
3. Epistemologie
= is de studie van aard en mogelijkheid van kennis. (= kennisleer) Wat kunnen we
weten? Wat is kennis? … vb. Brain in a vat
, 4. Moraalfilosofie
= is de studie van principes die betrekking hebben op goed en kwaad, de normatieve
studie van goed en kwaad. (= ethiek) (Denk aan wagonnetjesprobleem)
Discussie over wat een probleem precies moreel maakt. In wat verschilt het morele
van anderele elementen in het normatieve universum?
Het normatieve universum is de verzameling van rechten, plichten, aanbevelingen,
geboden en verboden.
De vier deeldomeinen kunnen op hun beurt in kleinere domeinen worden onderverdeeld in
meer specifieke takken van de filosofie. Wetenschapsfilosofie is zo een toegepaste vorm van
epistemologie en metafysica. Wetenschapsfilosofie wordt ook in algemene en toegepaste
wetenschapsfilosofie opgesplitst. Het ene is meer uit intrinsieke interesse terwijl het andere
uit instrumentele interesse is.
Algemene wetenschapsfilosofie
o Fundamentele kwesties die verband houden met de wetenschap.
o Wetenschap wordt gezien als modelvoorbeeld van kennis DUS filosofen ook
geïnteresseerd in wetenschap.
o Filosofen hebben een intrinsieke interesse in wetenschap.
o Fysica wordt gezien als fundamentele wetenschap.
Toegepaste wetenschapsfilosofie
o Filosofische vragen die betrekking hebben op specifieke wetenschappen zoals
biologie etc.
Kunnen de resultaten van wetenschap X een nieuw licht werpen op
filosofische problemen buiten die wetenschap?
o Instrumentele interesse in wetenschap.
=> 2 problemen:
- Op grond waarvan is de logica wiskundig of filosofisch. Ook moraalfilosofie is niet ver van
moraal psychologie.
- Hoe moet je deze domeinen definieren? Via onvolledige antwoorden.
Men is het wel eens over dat filosofie geen wetenschap en geen religie is maar dit is het
einde van de consensus.
Geschiedenis van de filosofie
De filosofie kan gedateerd worden in mate van verandering van de filosofie doorheen de
tijd. Die heeft zichzelf op verschillende manieren gedefinieerd doorheen de geschiedenis in
functie van de uitdagingen door andere vormen van kennis zoals theologie, mythologie en
wetenschappen, waardoor er variatie bestaat in de definitie van filosofie. Het moest zich
steeds opnieuw zichzelf heruitvinden en herdefiniëren.
Anti eke oudheid
In de antieke oudheid werd de filosofie uitgedaagd door de mythologie.