Communicatiewetenschappen 1
1. Inleiding
Doelstellingen
• kan je de historische ontwikkeling en het achterliggende mens- en maatschappijbeeld
van de voornaamste theoretische stromingen in de communicatiewetenschappen
aanduiden
• kan je verbanden leggen tussen de voornaamste theoretische stromingen in de
communicatiewetenschappen en overige (sociaal)wetenschappelijke stromingen en
paradigma's
• ben je in staat om belangrijke theorieën en concepten in de
communicatiewetenschappen te omschrijven, te illustreren en aan elkaar te linken
• ben je in staat om onderzoeksvragen en -resultaten over de verschillende onderdelen
van het communicatieproces (zender / medium / boodschap / ontvanger / effect) te
identificeren, te contextualiseren en te bespreken.
Het examen
• Examenperiode januari
• Schriftelijk examen
• Hoofdzakelijk meerkeuzevragen
• Nadruk op kennis en inzicht
• Voorbeeldvragen
tijdens de les;
proefexamen, ook op Canvas gepubliceerd
Kennismaking in vogelvlucht
• Tour d’horizon
• Ontwikkeling van het veld en vestiging van de discipline
• Overzicht media; focus op massacommunicatie
• Theorieën: algemeen sociaal-wetenschappelijke / specifiek media gefocuste
• Auteurs, scholen en tradities
• Onderzoeksonderwerpen en onderzoeksvragen
• Cf. ‘Communicatiewetenschappen II’ (Ba2)
1
,Klemtoon op mediacommunicatie
• Communicatie (vormen/ processen) via een technologisch medium
Massacommunicatie
Gemedieerde communicatie (zender stuurt via medium iets naar een
ontvanger)
• In het licht van mediatisering van de maatschappij (iedereen gebruikt constant media
direct gsm checken bij opstaan voor nieuws, op weg naar het werk de radio
luisteren, tijdens het werk tussendoor op je gsm, als je thuiskomt krant lezen of
netflix kijken) media neemt toenemende rol op in de samenleving heeft een
impact
• Niet de interpersonele face-to-face communicatie
• Let op voor technologisch determinisme (TD: technologie heeft eigen logica, los van
andere factoren én is drijvende kracht achter maatschappelijke verandering)
technologie gaat alle andere sociale processen bepalen; is iets complexer; is
inwerking van technologische processen op elkaar met politieke processen, culturele
processen,…
è Bv: Twitter heeft in 2011 een revolutie in het Midden Oosten aangewakkerd
is niet alleen door Twitter, maar gaat eigenlijk gepaard met andere zaken
zoals politiek en cultureel
è Bv: als je gewelddadige spelletjes gebruikt, wordt je zelf ook gewelddadig…
of je gewelddadig wordt hangt van veel meer af eigenlijk
Multi- en interdisciplinariteit
• Mediacommunicatie gebeurt in een complex van op elkaar inwerkende historische,
sociale, politieke, psychologische, culturele, economische, technologische, juridische,
… processen (interessant om als communicatiewetenschapper te bestuderen) (je
moet alle soorten transformaties en stromingen in kaart brengen)
• We focussen ons niet louter op media maar we gebruiken een brede blik rode
draad dit vak
• Daarom inspiratie en materiaal in andere disciplines die focussen op bovenstaande
processen
• Inzichten uit sociologie, politieke wetenschappen, economie, recht, antropologie,
psychologie, filosofie & ethiek, geschiedenis, cybernetica, technologiestudies, …
(multidisciplinariteit)
• Integratie/combinatie in de communicatiewetenschappen (interdisciplinariteit)
• Voor- en nadelen (niet altijd even gemakkelijk inwerken in andere studies niet
eenvoudig) (maar verschillende inzichten komen hierdoor naar boven)
2
,Belang van maatschappelijke en historische context
Belang van context
• Plaatsen van begrippen, theorieën, auteurs, tradities in hun historische en
maatschappelijke context
• Mens- en maatschappijbeeld (achter elke theorie)
è sommige onderzoekers hebben een heel negatief beeld over de mens “de
ontvanger is heel passief en manipulatief” (Bv: cultivatietheorie)
è sommige onderzoekers stellen dat de mens heel slim is de ontvanger kiest
wat hij doet met het media aanbod (Bv: parodie’s maken);
• Belang van historische kritiek en ‘Mediageschiedenis’ (de Vietnamoorlog werd
gesteund door USA, maar na gruwelijke foto’s in de media, kreeg het minder steun)
Wetenschappelijke en kritische benadering
• Doel: kritisch inzicht in functioneren van media
• Door middel van kennis over wetenschappelijk onderzoek
• Via gebruik van (abstracte) theorievorming en concepten
• Voorbeelden
• Geen praktische handleiding
• Complexiteit van media en communicatie
• Onmogelijk volledig neutraal /waardevrij over media te spreken of onderzoek te
doen
• Geen definitieve antwoorden
• Expliciteren vooronderstellingen
• Kritiek
• Zelfkritiek
3
, 2. Centrale thema’s
Communicatiewetenschappen – een Mickey Mouse wetenschap?
• Geen echte wetenschap (zoals geneeskunde, biologie,…)
• Triviaal (houdt zich bezig met de media, thuis, familie, radio, reclame,…) “geen
belangrijke dingen”
• Efemeer
• Leentjebuur
• Containerdiscipline (er zit vanalles in)
• Lichtgewichte wetenschap
• Geen toekomst
Triviaal (houdt zich bezig met de media dus niet aantrekkelijk)
Onaantrekkelijk voor werkgevers
• A-historisch
Focus op de waan van de dag; moral panics
Medium- of technologie-geöriënteerd
• Onwetendheid en misrepresentative (veel mensen weten niet wat
communicatiewetenschappen exact inhoudt)
• Steeds doordringender in samenleving en het dagelijkse leven (media en
communicatie worden steeds belangrijker in ons leven en de samenleving; vanaf het
moment dat je opstaat tot het moment je gaat slapen)
Mediatisering
• Media als startpunt voor maatschappelijke vraagstukken (eco, pol, soc,…)
• Media neemt volgens onderzoek meer van onze tijd in (we slapen het meest, maar
daarna besteden we onze tijd vooral aan media) interessant voor
communicatiewetenschappers om te onderzoeken
• Complexiteit en multipliciteit: media heeft twee componenten:
è Materieel: (het tastbare) Bv: een computer, een scherm, de VRT toren
Hier kan je interessante vragen over stellen: wie is de CEO van Telenet,
wie werkt er in de VRT toren
è Ideëel: (het niet-tastbare, de boodschappen, de ideeën) Bv: wat er op het
scherm komt: televisieprogramma’s, films, de inhoud van sociale media
4