SOCIOLOGIE SOCIALE STRUCTUUR
Structuur Vorm Vb snelwegen België
Hoe organiseren we? Hoe coördineren? Wat van wie verwachten ?
SYSTEEM Cultuur Inhoud Vb kerstmis
Waargedeeld betekeniskader? Normen, waarden, betekenis, vanzelfs,..
Instituties Samenkomst cultuur&structuur Vb parlement
1. SOCIALE ACTOREN EN SOCIALE POSITIES
Sociale actoren = Actoren die sociaal handelen Actief + niveau-afhankelijk
->Beschikken over sociale locatie
-> krijgt in SH maar betekenis doorheen de relaties waarmee
de sociale actor in een sociaal netwerk treedt = sociale positie
Elke Sp impliceert een netwerk andere posities die hiermee =
verbonden zijn
Sociale locatie krijgt in SH maar betekenis doorheen relaties waarmee sociale actor in
een sociaal netwerk treedt =
Positieset Wie ben ik (=actor, die SH)? Wie ben ik waar? En voor wie?
De plaats die actor inneemt in netwerk van sociale relaties
We handelen positiegebonden en benaderen de ander als positiebekleders
Verworven sociale posities
ACHIEVED POSITIONS
= posities die individu toekomen obv individuele
prestaties, inspanningen, activiteiten, ervaring
Vb bureaucratie, HRM, competentiemanagement
*Neo-liberalisme (ideologie)
Verdoken toewijzing blijft bestaan (familiebedrijf)
Toegewezen sociale posities
ASCRIBED POSITIONS
= komen individu toe zonder zijn toedoen, obv
kenmerken die onafh zijn van inspanningen van
individu
Feodale samenleving = posities toegewezen obv stamming,
geslacht, leeftijd,..
Vb koningstitel, priestelijke ambt, kastenmaatschappij India
*Neo-liberalisme = overheid de rol heeft van schepper en handhaver van markten en
concurrentie, met de nadruk op het maximaliseren van individuele vrijheid
Aantal sociale posities waarin je zit -> bepalen welke plek op sociale ladder
Hoe hoger -> hoe ‘belangrijker’, meer ‘gewaardeerd in samenleving’ -> meer
‘macht’
Vb opleiding, inkomen, job, jongste gezin, Limburger,..
1
,2. SOCIALE RELATIES
Sociaal handelen van sociale actoren gebeurt binnen sociaal systeem…
Sociale relatie De structurele inbedding interactie & communicatie tsn 2 of meer sociale
actoren vanuit sociale positie
Sociaal netwerk Geheel sociale posities die met elkaar verbonden zijn dmv sociale relaties
2.1 Sociale relatie: interactie en communicatie
Sociale relaties brengen structuur in interactiepatronen
Interactie -> wederzijdse beïnvloeding -> axioma’s van communicatie
Elke communicatie als doel:
Informatie-overdracht
Gedragsbeïnvloeding/relatiepositionering (symmetrie en complementariteit)
In sociale interactie wordt er ALTIJD GECOMMUNICEERD, ook als er niet communiceerd wordt
Patroon sociale interactie Grafische voorstelling
Objectief Sociale betrekking Interactiogram
Subjectief Sociale verhouding Sociogram
2.2 Sociale interactie als de som van betrekkening en verhouding
Sociale betrekkingen Sociale verhoudingen
Interactiogram Sociogram
Feitelijke, zichtbare, fysieke, objectieve Wederzijdse verhoudingen, gevoelens,
interacties interpretaties, strevingen, ideeën
Aard en structuur interactiepatronen
Frequentie = aantal contacten tussen Denken: interpretatie obv kennis
verschillende personen per tijdseenheid Ten 1e speelt interactieproces met
Regelmaat = voorspelbaarheid vd relatie in anderen de waarneming en de kennis
tijd of relatie tsn bepaalde van anderen belangrijke rol
personen op zeker tijdstip Ten 2e in menselijke interactie
kennisoverdracht doen
Uitgebreidheid = slaat op hoeveelheid vd
soorten situaties waarop Voelen: reageren obv sympathie, vertrouwen
relatie betrekking heeft. Emotionele processen spelen rol in
sociale verhoudingen tsn mensen. + of –
Coördinatie = mate waarin activiteiten van opwekken
verschillende actoren, met elkaar
interageren, op elkaar zijn afgestemd. Streven: motieven SH
Richting = manier waarop interactie Door middel van interactie doelen nastr
plaatsvind, en meer bepaald waar Individuen geïntresseerd in
intitiatief voor interactie vandaan komt. kennisoverdracht, delen emoties of
Directheid = geeft zicht op manier waarop nastreven doelen en belangen
communicatie tot stand komt 3 elementen geven inhoud sociale
interactie, niet louter obj waarneming
->Bepalen mate betrokken sociale interactie
2
, Instanties , samenkomst
Sociale betekenisgeving
Cultuur, inhoud
SYSTEEM
Structuur, vorm -> sociale actor (actieve component)
Hebben sociale locatie Die SH actief + afh niveau
Vormen netwerk
Hebben sociale positie
= plaats die actor innneemt in netwerk sociale relaties
We handelen positiegebonden & benaderen de ander als
positiebekleders
Leden
Positieset
Medeleiding
Ouders
Toegewezen sociale posities
Verworven sociale posities = Zelf niets aandoen
= verwerf je zelf bv 40-ers, vrouw
bv mama, werknemer
Aantal bepaald plek op sociale
ladder
Hoe hoger -> hoe meer van belang Sociale netwerk
= Geheel sociale posities met elkaar verbonden
Sociale relatie
communicatie Altijd gecommuniceerd!
Structuur
Wat, welke manier
interactieparonen
+ doel:
Interactie = wederzijdse beïnvloeding ->
Info overdracht
axioma’s communicatie
Gedragsbeïnvloeding/
relatiepositionering
Sociale betrekkingen
Aard en structuur
Sociale verhoudingen 3