Thema 7: Vennootschapsrecht
= het recht dat zich bezighoudt met het ontstaan, het leven en het einde van vennootschappen
Basisbegrippen
Wetboek Vennootschappen en Verenigingen
Vennootschap ≠ bedrijf ≠ onderneming
1 bedrijf met verschillende vennootschappen
1 vennootschap met daaronder allerlei deelbedrijven
Vennootschappen
Rechtshandeling (meestal die de vorm aanneemt van een contract)
o Soms 1 iemand die vennootschap start -> eenzijdige rechtshandeling
Iets in gemeenschap brengen
Bepaalde activiteit tot voorwerp
Doel = winst maken en uitkeren
Waarom vennootschappen?
- de beperkte aansprakelijkheid -> vermogen beschermen
o beperkt tot wat je in de vennootschap hebt ingebracht
o privévermogen beschermt
o niet alle vennootschappen
- verschillende fiscale behandelingen
o personenbelasting: 50% belasting op winst
o vennootschapsbelasting: 25% belasting op winst
o geld overbrengen van vennootschap naar prive: belastingen
o winst uitkeren: belastingen
-> personen en vennootschapsbelasting staan uiteindelijk dichter bij elkaar
- je wil een samenwerkingscontract
Categorieën
Met rechtspersoonlijkheid versus zonder rechtspersoonlijkheid (RP)
o Meeste vennootschappen hebben rechtspersoonlijk
= rechtssubject (drager van rechten en plichten, eigen vermogen, …)
o Maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid
Met beperkte aansprakelijkheid versus onbeperkte aansprakelijkheid
o Vennootschapsschuldeisers kunnen doorstoten naar privévermogen van vennoot
o Privéschuldeisers kunnen uitsluitend aankloppen bij vennoot
o VOF: onbeperkte aansprakelijkheid
Erkende versus niet-erkende (meeste niet-erkend)
vennootschap kan etiket toevoegen
o Landbouwonderneming
o Sociale onderneming (naast winst ook sociale doelstelling)
o Erkende coöperatie
,Onderscheid vennootschap en vereniging
Verschil in doel
- Vennootschap: winst maken en uitdelen
- Vereniging: belangeloos doel met absoluut verbod op winstverdeling
o Vereniging met rechtspersoonlijkheid -> VZW
Leden beperkte aansprakelijkheid
Winst zit vast in vzw
o Vereniging zonder rechtspersoonlijkheid -> feitelijke vereniging
Als vereniging schulden niet meer kan betalen rusten de schulden op de
leden van de vereniging
Onderscheid vennootschap en stichting
Stichting heeft ook belangeloos doel
Is enkel een vermogen, heeft geen leden
Vermogen waaraan je rechtspersoonlijkheid kunt toekennen
Hoofd die het beheert
Vennootschapstypes / 1
Vormvrijheid -> je mag kiezen welke vennootschapsvorm je opricht
MAAR typedwang: je moet trouw blijven aan de gekozen vorm
Intuitu personae: gericht op de persoon, identiteit essentieel
intuitu pecuniae: gaat over het zakelijke/wat het voorwerp is, identiteit niet essentieel
Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
Intuiti personae
- Overleiden -> einde maatschap
- Je kunt niet uit maatschap vertrekken (anders einde maatschap)
- Je kunt je niet laten vervangen
Je kunt wel van de gevolgen afwijken in de statuten van de vennootschap
, Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en onbeperkte aansprakelijkheid
VOF: vennootschap onder firma
CommV: commanditaire vennootschap
- Gecommanditeerden: onbeperkt aansprakelijk
- Commanditairen: beperkt aansprakelijk
o Bij moeien met beheer -> ook onbeperkt aansprakelijk
Deelnemers heten vennoten
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid
BV: besloten vennootschap (meesten)
Besloten kring van mensen -> niet bedoeling dat het een grote organisatie wordt
Basismodel van de vennootschappen
Als je wil kun je BV een meer open karakter geven
-> doorbraak van de beperkte aansprakelijkheid: als je niet oordeelkundig gebruik maakt van
de beperkte aansprakelijkheid dan is er toch een mechanisme om dat door te breken
CV: coöperatieve vennootschap
Gericht op samenwerken
Niet zo zeer winst in geld uitkeren, maar bv. voordeliger energie laten kopen
je kunt er makkelijk uitstappen, het project staat centraal (intuitu pecuniae)
NV: naamloze vennootschap
Aandeelhouderschap was naamloos
Kan alleen opgericht worden: voor grote internationale groepen
o Vb. Amerikaanse onderneming wil in België structuur opzetten
enige aandeelhouder is Amerikaans moederbedrijf
Deelnemers heten aandeelhouders
Financieel plan: aantonen dat je vennootschap over voldoende middelen beschikt om haar
activiteiten uit te voeren
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jillrams. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.