Onderste lidmaat
1. Revalidatie bij vaak voorkomende pathologieën
Revalidatie bij heup en knie artrose:
Artrose of osteoartrose = meest voorkomende degeneratieve, chronische
gewrichtsaandoening
→ kan in elk synoviaal gewricht van het lichaam voorkomen
→ heup en knie meest voorkomend
Kenmerken:
- langzaam en wisselend progressief verlies van gewrichtskraakbeen
- veranderingen van subchondraal bot + woekering van het bot aan de
gewrichtsranden
- soms ook synoviale membraan geprikkeld
- ligamentaire structuren of menisci kunnen aangetast zijn
⇒ whole organ disease
Osteoartrose = complexe, heterogene aandoening met verschillende klinische beelden.
→ Heterogeniteit ontrafelen door het identificeren van klinische fenotypes of subgroepen.
symptomen:
- meest voorkomend: pijn
→ aanvankelijk bij starten van bewegen en bij langdurig belasten
→ latere fase: ook pijn in rust en nachtelijke pijn
- stijfheid
→ meestal startstijfheid
- aan de gewrichtsranden kunnen meestal osteofyten gepalpeerd worden die gevoelig
zijn bij druk
- er kan een weke delen of intra-articulaire zwelling zijn
- crepitaties: hoorbaar en voelbaar
- soms treedt er een ontstekingsreactie op van het synovium
- bewegingsbeperkingen
- standsverandering door toenemende destructie
- problemen met stabiliteit
135
,Wereldwijd komt het op deze manier voor:
- Komt in hogere leeftijdscategorien voor
(vanaf 50j)
- 20% vd 60 plussers heeft artrose in 1 of
meerdere gewrichten
- Vrouwen > mannen
Risico neemt toe met de leeftijd, met een piek rond
79 jaar. Daarna neemt het risico weer af.
Kennis en inzicht in de aandoening is belangrijk!
Artrose komt in onze bevolking meer en meer voor.
Er is een stijging!
In de toekomst gaat het nog meer toenemen
→ Vergrijzing vd bevolking
→ Percentage aan mensen met overgewicht neemt
toe (door overgewicht komt er meer belasting op de
gewrichten, waardoor het risico op een
onevenwicht tussen B en BBH groter wordt en dus
meer kans op degeneratie)
→ Ook artrose van handen neemt toe, dus er is
meer dan enkel overgewicht
Artrose ziet er niet bij iedereen hetzelfde uit:
- De manier waarop artrose zich uit is
verschillend van individu tot individu.
- De manier waarop artrose ontstaat is ook
verschillend.
Artrose is een complexe, heterogene aandoening.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar artrose. De
laatste jaren vooral naar subgroepen bij artrose. Zo
dat men de aanpak bv per subgroep zou kunnen
verbeteren.
⇒ onderzoek naar verschillende fenotypes
136
, Men kijkt op verschillende domeinen.
Kunnen we subgroepen maken in die moeilijke
heterogene aandoening?
Ook bv op het gebied van structurele kenmerken
(bv subgroep obv verandering in weke delen of
pijnmechanisme)
Dominant nociceptieve pijn
- Vrij goede link tussen wat er te zien is op
MBV, de weefselschade die aanwezig is en
de pijn die de patiënt heeft.
Dominant centrale sensitisatie pijn
- Chronische pijn, waarbij pijn niet zo zeer
verklaard wordt door wat er zich lokaal in het
kniegewricht afspeeld.
- Pijn heeft wel te maken met veranderingen
in het centraal zenuwstelsel.
- Met bv pijndempende mechanismen die niet
goed werken.
⇒ Zo is men de laatste jaren onderzoek aan het
doen naar het aantal subgroepen
Hoe wordt de diagnose gesteld?
- Diagnose artrose = klinische diagnose
⇒ diagnose kan gesteld worden puur obv
klinische tekens die komen uit anamnese
en klinisch onderzoek
- Klinische tekens
- Pijn thv het gewricht
- Ochtendstijfheid
- Ochtendpijn
⇒ Kortdurend → 30 min
- Functionele beperkingen
- Beperkingen in beweging
- Bot- en gewrichtsvervorming
⇒ Bv bij handartrose/vingers → thv
DIP en PIP → verdikkingen tgv
osteofytvorming
- Geen MBV nodig om diagnose te stellen, maar wordt wel nog een RX genomen (je
ziet enkel bot)
137
, - Soms ook met MRI
Nadeel medische beeldvorming:
- In literatuur: weinig correlatie tussen wat er te zien is op MBV en de klacht vd patiënt
- Iemand met graad 4 kan weinig klachten hebben, en ook omgekeerd
- Soms ook gevaarlijk, want geeft vermoeden dat iemand met heel slechte knie ook
veel pijn moet hebben → kan angst geven bij patiënt → dus opletten
Welke impact heeft artrose op het individu?
= vb van hoe ICF model er kan uitzien
- Klachtenbeeld is erg verschillend
- Onthoud dat het een aandoening is vh hele gewricht!
- Belangrijkste klacht is pijn
⇒ dan gaat iemand naar de dokter
⇒ pijn heeft veel invloed op de andere delen vh ICF model (participatie, verlies aan
levenskwaliteit, …)
Kinesitherapeutische behandeling: richtlijnen?
- OARSI guidelines (=wereldwijd)
- EULAR guidelines (= Europees)
- KNGF richtlijn (= richtlijn opgesteld voor artrose in Nederland)
- …
⇒ Er zijn veel verschillende richtlijnen
138
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mmatth. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.