Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Algemene economie h1-h6 €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Algemene economie h1-h6

 35 vues  1 achat

Samenvatting van de theorie, + vragen proefexamen opgelost + vragen uit de les

Aperçu 4 sur 62  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 tem 6
  • 25 décembre 2022
  • 62
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (12)
avatar-seller
MarieVincke
ALGEMENE ECONOMIE
1 WAT IS ECONOMIE/ OBJECT, DOEL EN METHODE VAN DE ECONOMISCHE
WETENSCHAP

1.1 INLEIDING

De economische wetenschap probeert inzicht te geven in hoe onze maatschappij zich organiseert. Dit doen we
op individueel niveau, op gezinsniveau, bedrijfsniveau en beleidsniveau. Door economie kunnen we betere
beslissingen nemen in het dagelijks leven, de problemen van de wereld waarin we leven beter begrijpen en een
beter beleid voeren.

1.2 HET FUNDAMENTEEL ECONOMISCH PROBLEEM: VEELVULDIGE BEHOEFTEN VS SCHAARSE
MIDDELEN

Elk individu, elk bedrijf, elke organisatie, elke maatschappij heeft behoeften, die ze nastreeft. Maar elk individu,
elk bedrijf, elke organisatie en elke maatschappij heeft ook een schaarsteprobleem. Onze middelen en tijd zijn
beperkt en volstaan niet om in alle behoeften te voorzien.
Vb: Ik wil op een lesdag naar de les gaan, gaan shoppen, gaan werken en uitslapen: Ik zal hierin een keuze
moeten maken, want ik kan niet al mijn behoeftes vervullen. Mijn tijd is schaars.

Economie is het bestuderen van het keuzeprobleem.


1.2.1 MENSELIJKE EN MAATSCHAPPELIJKE BEHOEFTEN
Een behoefte wijst naar het aanvoelen van een tekort en naar het verlangen om dit tekort aan te vullen. De
rangorde en intensiteit van behoeften zijn verschillend per persoon en veranderen in de tijd en naargelang de
omstandigheden.
Vb: De behoefte aan geneeskundige verzorging neemt toe naarmate iemand ouder wordt.

Behoeften in economie
 Materieel (fruit, fiets, trui, laptop)
 Immaterieel (geneeskundige verzorging, cultuur, onderwijs, religie)
 Individueel
 Collectief (veiligheid, orde)


1.2.2 SCHAARSE MIDDELEN EN DE NOODZAAK TE KIEZEN
Schaarse = economische goederen.
 Bevatten zowel de materiële goederen als immateriële diensten.
 Behoefte geheel of gedeeltelijk opvangen.
 Zowel schaarste als nut moet aanwezig zijn om van een economisch goed te spreken.
 Er hangt een prijskaartje aan vast.

Niet schaarse middelen = vrije goederen
 Vb: Lucht en water
 Nieuwe schaarsten: Echt zuivere lucht en proper water is nog maar moeilijk te vinden.
 Al kunnen beide middelen ook schaars zijn.

1

, o Vb: Lucht voor een diepzeeduiker


1.2.3 HET MAKEN VAN KEUZES EN OPPORTUNITEITSKOSTEN
Opportuniteitskost =de waarde van het beste alternatief dat men opgeeft door deze keuze te maken.

Vb: Een student die aan het hoger onderwijs gaat studeren ipv te werken, de opportuniteitskost is het loon dat
hij kon verdienen.


1.2.4 ECONOMIE: EEN DEFINITIE
Economie is een sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van schaarse middelen ~ Tibor Scitovsky

Het beheer van beschikbare middelen omvat 3 problemen:
 Allocatieprobleem: Wat, hoeveel en hoe produceren?
 Distributieprobleem: Voor wie produceren? Naar wie gaan de voordelen van de productie?
 Stabilisatieprobleem: Nastreven van een volledige aanwending van de middelen dwz: zo efficiënt
mogelijk produceren met de inzet van alle productiefactoren


1.2.5 MICRO- EN MACRO-ECONOMIE
Micro-economie
 Heeft te maken met het allocatie- en distributieprobleem
 Gaat na hoe individuele economische agenten beslissingen nemen: individuen, bedrijven, organisaties
 Het gaat over één markt
 Vb: Corona-vaccin: door een patent krijg je een monopolie

Macro-economie
 Stabilisatieprobleem
 Bekijkt het geaggregeerde niveau: gewest, land, werelddeel
 Het gaat over het prijspijl
 Vb: ECB verhoogt de rente -> kan ook micro-economische gevolgen hebben: beslissing sparen/
consumeren verandert

1.3 HET PRODUCTIEPROCES


1.3.1 DE PRODUCTIEFACTOREN
Productie zijn alle activiteiten waardoor goederen en diensten tot stand worden gebracht en op gepaste tijd en
plaats ter beschikking worden gesteld van consumenten (economische goederen, consumptiegoederen en
kapitaalgoederen). We kunnen 3 macro-economische productiefactoren onderscheiden: arbeid (L), natuur (N)
en kapitaal (K).

Consumptiegoederen
 Goederen die je verbruikt/ gebruikt
 Vb: brood, fiets, deur
o Duurzaam: Gebruik je voor een lange tijd (wasmachine)
o Niet-duurzaam: Gebruik je in 1 of 2 keer (brood)

Kapitaalgoederen
 Goederen die bedrijven gebruiken om andere goederen mee te produceren

2

,  Vb: oven


Economische goederen
 Goederen die schaars zijn.

Productiefactoren:
Arbeid (L)
 Omvat alle mogelijke arbeidsprestaties, zowel van fysieke als intellectuele aard
 Rekenen in arbeidsuren/ arbeidsdagen

Natuur (N)
 Natuurlijke rijkdommen
 Ongelijk verdeeld over diverse landen

Kapitaal (K)
 Reële kapitaalgoederen: het geheel van door mensen geproduceerde productiemiddelen.
 ‘Afgeleide’ productiefactor
 We kunnen ook een 4e input toevoegen: ondernemersinitiatief: de creativiteit/ vindingrijkheid van een
ondernemer


1.3.2 HET PRODUCTIEPROCES

Primaire Afgeleide

arbeid natuur kapitaal




Productie Investeringen
(bedrijven) (bedrijven)



Economische goederen




Consumptie
(gezinnen)



1.3.3 DE PRODUCTIEFUNCTIE
De productiefunctie is een technische relatie tussen de hoeveelheid productiefactoren en de maximale output
die men daarmee kan produceren.

X =f ( L , N , K )
 X = output
 L = arbeid
 N = natuur
 K = kapitaal


3

, Marginaal product: de verandering in de productie ten gevolge van een verandering van de ingezette
productiefactor.




We kunnen steeds meer graan produceren als we meer arbeiders inzetten.
MPL: de toename in de productie van graan ten gevolge van een kleine verhoging van de ingezette arbeid.




1.4 DE PRODUCTIEMOGELIJKHEDENCURVE
VAN EEN LAND

De productiemogelijkhedencurve geeft alle combinaties van goederen weer die kunnen geproduceerd worden
bij volledige aanwending van de beschikbare productiefactoren.



Punt z: economisch niet haalbaar
(schaarste)

Punt u: economisch inefficiënt



De opportuniteitskost: als men meer graan wilt produceren,
moet een deel van de kledingproductie worden opgegeven.

1.5 HET VERRUIMEN VAN DE PRODUCTIEMOGELIJKHEDEN VAN EEN LAND

De productiemogelijkheden van een land zijn niet constant in die tijd. Belangrijke determinanten van
toenemende productiemogelijkheden zijn toenemende arbeidsverdeling en -specialisatie, vooruitgang in
technologische kennis, verbeteringen in de economische ordening. Hierdoor verschuift de
productiemogelijkheden verder van de oorsprong.
 Arbeidsverdeling: specialisatie in het productieproces
 Vooruitgang in de technologische kennis: verhoogt de productiviteit en productiemogelijkheden
 Wijzigingen in de economische ordening: productiemogelijkheden verhogen
 = X =f ( L, N , K ,T ) met T = technologie




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MarieVincke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter