Samenvatting Sociologie – Mauri Smulders – 2020 - 2021
Samenvatting sociologie
HFD 1: SOCIOLOGIE, EEN EERSTE KENNISMAKING
1.1 inleiding: niet iedereen leeft even lang
Hoger diploma -> hogere levensverwachting dus opleidingsniveau = sociale ongelijkheid
Verschillende verklaringen voor
o Hoe hoger diploma, hoe beter de job en beter loon
o Beter loon -> betere buurten, betere gezondheid, uitgebreide medische
ingrepen
o Betere job -> meer variatie in het werk, betere werkomstandigheden -> betere
werktevredenheid
o …
Conclusie: hogere opleiding -> materiële voordelen en persoonlijke vorming -> eigen
leven beter in hand -> uit zich in hogere levensverwachting
Typisch sociologische redenering
Ondanks de aanwezigheid van eigen lichaam en een eigen vrije wil, heeft de sociale
omgeving waarin mensen verkeren, een grote invloed op wat die mensen in hun
leven meemaken
Voor sociologen logisch maar bv. psychologen, biologen denken op andere manier
Om te weten of sociale omgeving invloed heeft: vergelijk het voorkomen van dat
kenmerk in tijd en ruimte en voor verschillende doelgroepen. Merk je verschillen?
1.2 de sociologische verbeelding
Startpunt van de sociologische verklaring
Specifieke wijze van kijken naar wat met mensen in hun leven gebeurt
Mensen ervaren verschillende dingen, hun levensloop verschilt en daar proberen we
verklaringen voor te vinden
Socioloog laat haar verbeelding werken voor het beantwoorden van vragen zoals:
o Hoe komt het dat een groep mensen zonder werk zit?,…
Gebeurtenissen die het leven van mensen typeren worden vanuit een ruimer geheel
gezien waarbinnen mensen samenleven.
o Onze biografie/levensloop wordt beïnvloed door het geheel van de sociale
relaties waarvan we deel uit maken (=de samenleving).
1
,Samenvatting Sociologie – Mauri Smulders – 2020 - 2021
Voor sociologen zijn die gebeurtenissen dus niet zo individueel
Sociale relaties bepalen dus biografieën van mensen, die relaties zijn echter zelf
resultaat van een historisch proces.
o Bv. meer een meer mensen behalen universitair diploma -> niet enkel te
maken met intelligentie -> ook te maken met externe factoren vanuit de
samenleving bv. vraag naar hoogopgeleide wn’s fel gestegen sinds
industrialisatie
o Ander voorbeeld: 50+’ers -> vroeger universitair diploma veel minder
belangrijk -> makkelijk aan een job -> als ze nu werkloos vallen geraken ze
echter veel moeilijker aan job door snelle technologische evolutie en hogere
verwachtingen -> samenleving is dus zo sterk verandert dat goede keuzes van
toen niet meer zo goed zijn. Levensloop van oudere werklozen met niet-
specialistische scholing kun je dus beter begrijpen door de sociologische
verbeelding toe te passen.
Dus sociologische verklaring: individuele gebeurtenissen plaats geven en verklaren vanuit
geheel van sociale relaties die zelf een specifieke historische oorsprong hebben
1.3 van gedrag tot samenleving
De socioloog bekijkt de biografie vanuit haar verband me de historische maatschappelijke
omgeving waarin ze tot stand komt.
Biografie en maatschappelijke omgeving bestaan uit verschillende bouwstenen:
1.3.1 gedrag
Elke actie of reactie van een individu, zoals een lichamelijke beweging, een verbale
uiting of een subjectieve gewaarwording. Het bevat altijd zowel een objectief
waarneembare als een subjectief waarneembare dimensie.
Objectief waarneembare of externe componenten van gedrag
Aspecten van gedrag die door minstens twee individuen, alter en ego, kunnen
worden waargenomen
o Bv. gesproken woord, gebaren, lichamelijke bewegingen,…
Subjectieve of interne component van gedrag
Enkel door 1 individu, ego, waarneembaar
o Motivationele component: drijfveren van handelen die aanzetten, motiveren
tot gedrag bv. winstmaximalisatie, seksuele lust, nood aan controle,…
o Emotionele component: innerlijke gevoelens zoals angst, schaamte, schuld
2
,Samenvatting Sociologie – Mauri Smulders – 2020 - 2021
o Cognitieve component: beelden die we vormen over werkelijkheid
o Reflexieve component: zelfbeeld
Deze componenten doorkruisen elkaar: vb. meeste emoties gaan gepaard met
specifieke gelaatsuitdrukkingen
1.3.2 sociaal handelen
Binnen gedragingen nemen sociale handelingen een bijzondere plaats in
Handelen is altijd gericht op de realisatie van een doel
Is dus gedrag met doelgerichtheid
o Vb: wanneer we kijken naar waar de uitgang van een lokaal zich bevindt, zijn
we het verlaten van het lokaal al aan het voorbereiden
o Weinig obstakels -> weinig mentale voorbereiding
o Veel obstakels -> veel mentale voorbereiding
Handeling is dus sociale voorbereiding van voltooide handeling
Volgens Max Weber
Handelen is sociaal wanneer de actor bij het plannen van zijn/haar handelen
rekening houdt met wat anderen deden, doen of kunnen doen.
o Houdt dus rekening met verleden, heden en toekomst.
Hij ontwierp sociale handelingstypologie:
o Instrumenteel rationeel handelen
Actoren willen een bepaald doel bereiken binnen een specifieke
handelingssituatie
Die handelingssituatie bestaat uit andere mensen en/of objecten
Elke handelingssituatie waarin mensen een doel willen realiseren
bevat zowel condities al middelen:
Sommige mensen en/of objecten bepalen de voorwaarden om
tot doelrealisatie over te gaan
o Die kunnen niet vrij gemanipuleerd worden
Anderen werken eerder faciliterend: middelen waarover actor
kan beschikken om doel te realiseren
o Kunnen niet vrij gemanipuleerd/gewijzigd worden
Actoren wegen dus af welke middelen het best geschikt zijn om
bepaald doel te bereiken
Optimalisatie van efficiëntie staat centraal
o Waarde rationeel handelen
Bewust geloof in de waardevolheid van handeling staat centraal
Bv. esthetische, ethische, religieuze,… waarden
Bv. Zich laten leiden door plichtgevoel, religieuze roeping,
streven naar schoonheid,…
De handeling zelf is waardevol, niet het realiseren van een doel
Geen focus op efficiëntie
o Affectief handelen
Gedreven door navolgen van gevoelens
Kan bestaan uit ongecontroleerde actie op een bepaalde stimulus
Betekenis niet altijd duidelijk maar kan gerationaliseerd worden
Bv. handelen uit wraak
3
, Samenvatting Sociologie – Mauri Smulders – 2020 - 2021
o Traditioneel handelen
Ingeworteld gewoontehandelen
Mag niet gezien worden als individueel kenmerk, lokaliseert zich
binnen sociale dimensie
Traditie leidt tot herhaling van eenzelfde handeling
Gekenmerkt door verplicht karakter
Het verleden is bepalend voor de vormgeving van de toekomst
Bv.. trouwen in kerk
Maar! Wanneer mensen zich bewust zijn van de traditie en die op
zichzelf beginnen waarderen -> waarde rationeel handelen
Bv. trouwen voor kerk = goede manier van handelen
Zekerheid
o Reflexief handelen
<-> traditioneel handelen
Breekt lijn tussen verleden en heden
Gebaseerd op stoppen, denken en kiezen
Individu wordt niet geleid door verleden, overweegt alternatieven van
richtingen die hij/zij uit wil gaan -> daarna keuze maken
Onzekerheid
1.3.3 Interactie
Sociaal handelen is onderbouw van interactie
Wordt gevormd door handelingen van een persoon en de reactie daarop door een
ander persoon
Ontstaat wanneer twee of meerdere mensen een gedeelte op zijn minst
complementaire betekenis geven aan elkaars handelen
Handelen:
o Zekere herkenbaarheid en voorspelbaarheid
o Is betekenisvol: gebaseerd op principes die door medemensen als zinvol
worden beschouwd (realiseren van doelen, beleven van waarden, etc)
o Soms herkennen we de doelen achter iemands handelen en op die manier
kunnen we anticiperen op de gevolgen van het eigen handelen -> zo wordt
sociale interactie mogelijk
Binnen sociaal handelen twee motieven
o Opdat motieven: mensen handelen ‘opdat’ iets zou worden gerealiseerd
(doel, waardes,…)
Opdat motief voor een persoon wordt een omdat motief voor de
andere persoon
Bv. hand uitsteken als groet
Mentale voorbereiding/plan voor nodig
1.3.4 vormen van interactie
Mensen kunnen verschillende dingen samendoen en die interactie nemen bepaalde
vormen aan:
o Conformiteit
Interactie verloopt volgens de betekenis die beide partners aan de
interactie geven
Twee aspecten aanwezig:
4