Deel 2: Weg uit de onwetendheid
De waarheid van de leugen onderscheiden is één van de moeilijkste uitdagingen
Wie we eerder geloven hangt af van de maatschappelijke positie, of men iets te verdedigen
heeft, de leeftijd, … want dat schept andere verwachtingen ten aanzien van daden en
woorden
Intelligente omgang met informatie op basis van feiten is een evenwichtsoefening die
noodzakelijk is om een rechtvaardige samenleving te creëren
Onwetendheid over jezelf en anderen maakt een samenleving enggeestig (bekrompen) en
gevaarlijk
o Een definitie vinden over jezelf, geloof en cultuur is stap 1 om los te komen uit een
angstig klimaat
Hoofdstuk 5: Heb ik een levensbeschouwing
5.1 Over de doden niets dan goeds
Epicurus (342/341 v.Chr. – 271/270 v.Chr.) West-Europa
Centraal: Ataraxia Epicurus is niet bang van de dood terwijl West-
= een staat van verlangenloosheid, kalme rust Europese levensbeschouwingen juist
en onverstoorbaarheid, een toestand waarin de gekenmerkt worden door het negeren van het
mens vrij is van nutteloze zorgen onafwendbare
Volgens Epicurus is het lastigste plaag Begraafplaatsen mogen niet zichtbaar
van de mens de dood dus zouden pijn zijn vanop straat, het hebt wettelijk
en verdriet vermeden moeten worden maar drie dagen recht op rouw, de
en de focus moeten liggen op rouwperiode moet worden opgenomen
persoonlijk geluk tussen de dag van het overleden en de
Als je geen valse behoeften najaagt en dag van de begrafenis waardoor het
verlangens kunt controleren besef je eigenlijk dient om de praktische en
namelijk dat het leven geen doel heeft administratieve zaken te regelen, …
Nastreven: een leven van stabiliteit o Nu is de rouwperiode verlengt
tot 10 dagen door een
Hoe zit het dan met de menselijke angst voor wetsvoorstel in 2021
goden en de dood?
Overbodig: de dood is enkel het
uiteengaan van atomen waaruit het
lichaam en de ziel bestaan, de atomen
zijn er dan nog maar zijn niet meer met
het lichaam verbonden waardoor ze
niets meer kunnen voelen
Na de dood houdt alles op, er is geen
leven na de dood
o Door het algemene geloof in
deze tijd dat het aardse leven
maar een onderdeel is van een
groter geheel, werd Epicurus
hier voor afgeschreven en de
hel toegewezen (bv: Dia de los
Muertos in Mexico waar de
zielen van overledenen even
1
, terugkeren want zolang iemand
herinnerd wordt blijft de ziel
van die persoon aanwezig)
Vandaag de dag wint het antwoord van
Epicurus op deze levensvraag terrein.
5.2 Er bestaan geen domme vragen
Er zijn vele mogelijke antwoorden op de levensvraag: Is er leven na de dood?
Je hebt het antwoord van Epicurus die zegt dat er niets is na de dood, maar anderen geloven
dat er een hemel is waar alle overledenen verzamelen in een paradijs waar er beloningen op
je wachten, of er is een Walhalla wat een zaal is voor gesneuvelden in de strijd, over er is de
wereld van de voorouders, het hiernamaals, …
o Wat het juiste antwoord is kan men niet zeggen, je moet immers eerst doodgaan om
de waarheid te achterhalen, wel hebben alle levensvragen dezelfde eigenschappen:
1) Er zijn geen juiste of vaststaande Zoals er geen universele definitie bestaat over
antwoorden schoonheid omdat het vaak cultureel bepaald
is, bestaat dit ook niet voor levensvragen
Daarom verdient ieder antwoord
respect en moet het op basis van
gelijkheid gewaardeerd worden omdat
elk antwoord immers komt vanuit een
ernstig en diepgaand rationeel-
filosofisch en levensbeschouwelijk
nadenken
2) Het persoonlijk antwoord op een Aangezien er geen juiste antwoorden zijn kan je
levensvraag kan tijdelijk zijn tijdens je leven zelf van mening veranderen,
door ervaringen kan je iets een andere invulling
geven maar het antwoord op een levensvraag
hoeft niet per definitie te veranderen
3) Een levensvraag gaat steeds over Elke mens ter wereld moet zich de levensvraag
mensen kunnen stellen en er dan ook een persoonlijk
antwoord op hebben
De context waarbinnen mensen zich de
levensvragen stellen is verschillend
want voor andere invalshoeken zorgt
4) Een levensvraag moet gaan over het Vaak zal het antwoord op een levensvraag
grotere geheel, over het leven in al zijn hierdoor invloed hebben op lange termijn
complexiteit Een levensvraag houdt de mens dat ook
een groot deel van zijn leven bezig en
de antwoorden hebben invloed op vele
vlakken
o Levensvragen gaan dan ook
over de grote momenten en
2
, aspecten van het leven
Dus:
Een levensvraag ontstaat wanneer mensen geconfronteerd worden met zeer ingrijpende
ervaringen en emoties omdat dan het bestaan van de mens geraakt wordt. Deze eeuwige vragen
zijn van alle tijden en culturen. Er is geen juist of standaardantwoord, het antwoord kan tijdelijk
zijn en het gaat altijd over mensen en het groter geheel. Levensvragen zijn dus vragen die ons
mens-, wereld- en godsbeeld kleuren.
5.3 De rust van vandaag is de chaos van morgen
Er bestaan verschillende soorten existentiële vragen:
Vragen die je mensbeeld bepalen Bv: invloed van het lot op je leven, gaat de
mensheid er moreel op vooruit, drijft de mens
op emoties of rationele daden, …
Vragen die vorm geven aan je wereldbeeld Bv: hoe zit het met de werkelijkheid waarin we
leven, kunnen we onze werkelijkheid kennen, is
de werkelijkheid een geheel van toevalligheden,
kunnen we de aarde nog regen of zijn we niet
aan het afstevenen op een ramp, …
Vragen die je godsbeeld beïnvloeden Bv: is er een mensoverstijgende kracht, bestaat
het concept toeval, waar leeft het goddelijke,
heeft het goddelijke een geslacht, is God liefde
of afschrikken, …
Dit mens-, wereld- en godsbeeld vormen samen je levensbeschouwing die die alle antwoorden
omvat op de levensvragen, die te clusteren zijn in drie grote gebieden die onderling verbonden zijn
en zo elkaar beïnvloeden.
Als je antwoorden hebt op je levensvragen dankzij je levensbeschouwing zorgt dit voor rust,
maar door het opdoen van nieuwe ervaringen in de toekomst kan die levensbeschouwing
ook zorgen voor een nieuwe chaos
De drie gebieden staan autonoom (zelfstandig) tegenover elkaar omdat ze door afzonderlijke
ervaringen tot stand komen, wel kan er onderling spanning optreden
Bv: een christen die gelooft in een liefdevolle God zal zich afvragen hoe dat slavernij, discriminatie, …
te verantwoorden valt
Door die spanning kunnen mensen hun beelden ten opzichte van elkaar afwegen waardoor
ze ook kunnen veranderen
3
, o Dit gebeurt in een bepaalde volgorde en niet op hetzelfde moment: eerst verandert
het wereldbeeld (is het meest zichtbare gebied van de werkelijkheid), dan volgt het
mensbeeld en tot slot het godsbeeld = de ongelijktijdige gelijktijdigheid
5.3.1 H ET JUWEEL WORDT EEN MECHANISME
Wereldbeeld:
Oude Grieken Vanaf de 16e eeuw
De wereld = kosmos (juweel) De wereld = een mechanisme dat uit elkaar
De wereld was kostbaar, dierbaar en gehaald kan worden om elk onderdeel apart te
harmonisch ondanks er ook chaos was bestuderen
door stormen of epidemieën De natuur wordt geanalyseerd tot op
Er is een optimistisch wereldbeeld het kleinst en wetenschappelijk
waarbij men gelooft dat de wereld van mogelijke niveau (zo worden
harmonie houdt en de chaos duidt op natuurwetten ontdekt) waardoor er
het feit dat de wereld een levend vorm wordt gegeven aan een meer
organisme is modern wereldbeeld
Alles in de wereld is met elkaar Westerlingen hebben een pessimistisch
verbonden volgens een hiërarchie en wereldbeeld ondanks snelle toegang tot
draagt een doel in zich data, ze denken heel zwart-wit qua
wereldbeeld terwijl het niet nodig is
door de vele vooruitgangen (enkel op
vlak van milieu en klimaat is het
pessimisme realiteit)
5.3.2 D E ZOEKTOCHT NAAR AUTONOMIE
Mensbeeld
Klassieke mensbeeld Moderne mensbeeld
De mens is niet autonoom! De mens wordt autonoom!
Het leven van de mens ligt in handen De mens vertrekt vanuit twijfel en wil
van de goden en de natuur, om gunsten wetenschappelijke bewijzen zien om
af te smeken was het noodzakelijk macht te verwerven
specifieke offers te brengen aan iedere Het mensbeeld is niet meer gericht op
God een bestaan dat richting krijgt door de
De mens is de speelbal van zijn creators natuur en goden maar baseert zich op
en wordt gestraft met pijnlijke kwalen waarnemingen en experimenten
en ziekten (bv: een tantaluskwelling) Zekerheden die men wil worden
wanner hij niet gehoorzaamde of verworven via de rede waardoor het
ijdelheid en hoogmoed toonde eigen verstand centraal staat
4