1. ONTWIKKELING VAN HET SCHRIFT EN ADMINISTRATIE
▪ Ca. 3500: boekhoudkundige tabletten (Eanna tempeldistrict; Uruk): ontwikkelingen vorige les dragen
allemaal bij tot het ontstaan schrift. (> want een steeds meer ingewikkelde maatschappij heeft nood aan
structuur van onderlinge relaties en transacties)
▪ Zegels, bullae en TELSTENEN (kleine objecten waar men mee telde) VÓÓR ONTSTAAN SCHRIFT
o Vanaf 9 Millennium: eerst eenvoudig later complex → 5 – 4 millennium (vaak doorboord om via
de de de
touw bijeen te houden, maar doorboring kan ook inhoudelijke betekenis
hebben)
▪ Elke telsteen staat voor een object of maateenheid, en worden gegroepeerd o.b.v. hun vorm,
waaraan men verwante betekenissen linkt bv. 4 schapen = 4 telstenen
▪ Hoe complexer maatschappij (cf. nederzettingen, landbouw, sociale relaties etc.), hoe
complexer telstenen worden
o Vanaf 7 millennium: stempelzegels
de
▪ Identificatie autoriteit die garant staat ter controle van bv. Inhoud
▪ Verbroken? Controle niet meer mogelijk
▪ Vaak samen gebruikt met telstenen (dient hier ook als controle)
o Vanaf 4de millennium: cilinderzegels
▪ efficiëntie door snelheid en grootte van afroloppervlak (zelfde doel)
▪ ca. 2 cm hoog (klein dus), maar heel gedetailleerd (cf. kamers, kruiken etc.)
▪ Gebruikt bij afsluiten van contracten (= soort handtekening)
▪ Later ook legende (stukje tekst) met uitleg (naam eigenaar/patroniem,
beroep, titel etc.)
o Opmerkelijk: telstenen worden bewaard in HOLLE KLEIEN BOL = BULLA, vaak
verzegeld door werkgever/verloner (> loonbriefje avant la lettre) Figuur 1: Bulla (mv. bullae)
▪ Belangrijk in evolutie naar schrift: SCHEIDING AANTALLEN EN GOEDEREN
o Men probeert dus niet meer voor 4 schapen = 4 telstenen te gebruiken, maar kerven het aantal in de
klei in
▪ Ontstaan NUMERIEKE TABLETTEN: Scheiding aantallen en goederen. In vorm van bullae
of rechthoekig VOORDEEL: men hoeft de bol niet meer
open te breken om te zien wat erin zit. → uiteindelijk
bleken tabletten efficiënter en werden ze meer
gebruikt dan bullae
▪ PICTOGRAFISCHE TABLETTEN → wordt complexer BEGIN ONTSTAAN SCHRIFT
• EERSTE VORM VAN SCHRIFT om betekenis uit te drukken d.m.v. pictogrammen
• Opmerkelijk: probeersel om namen uit te drukken (representeert niet alleen object,
maar ook naam/klank van het object) = REBUS PRINCIPE (maar zegel
nog steeds uitgerold op tablet)
• = proto-spijkerschrift
• Bv. Eerste tablet over bierproductie: afbeelding ruitvorm (37 maanden), gerst,
brouwerij met schoorsteen, kruik (als productie van bier) + naam van ontvanger
(KUSHIN)
Figuur 2: pictografisch schrift,
Sumerië 4de millennium
, ▪ Formele evolutie SPIJKERSCHRIFT (ook via pictogrammen) MID 4DE MIL. – 1ste EEUW BC
o Vanaf 3de millennium: 90° gedraaid (niet meer verticaal, maar horizontaal), meer abstract & uniform
ingedrukt met stylus
o Vanaf 1 millennium: Fenicisch alfabet
ste
▪ Begin fonetisch schriftsysteem = BEGIN NABOOTSEN KLANKEN
o LOGOGRAFISCH: 1 teken = 1 woord, idee, concept
▪ Opnieuw 90° naar links draaien om oorspronkelijke richting logogrammen te zien
▪ Complexe zaken uitdrukken > combinatie 2 logogrammen tot één nieuw
▪ Zelfde REBUS PRINCIPE = tekening arm betekent zowel object als adj. Behoeftig, niet rijk
→ Dus uit de context af te leiden betekenis: 1 symbool had verschillende betekenissen
▪ Economisch efficiënt, maar heeft ook nadelen:
• Te veel tekens, wat problematisch is voor tijdsuitdrukking, casussen en
functiebepalingen
o LOGO-SYLLABISCH: 1 teken = 1 syllabe (vocaal, palataal, alveolaar etc.) TOT 1STE MILLENNIUM
▪ Enkel klanktekens, GEEN WOORDTEKENS (cf. logografisch)
▪ Niet enkel gebruikt voor SUMERISCH en AKKADISCH, maar ook andere talen: HETTITISCH,
HOERRITISCH en ELAMITISCH
▪ (zie figuur) 3 500: ontwikkeling Egyptisch hiërogliefen en Proto-Elamitische schrift
(> beide beïnvloed door proto-spijkerschrift)
BELANGRIJK: Spijkerschrift ontwikkeld in Sumerische cultuur (4de millennium; Zuid-Mesopotamië) om hun taal te
kunnen schrijven. In het 3de millennium daarop volgend vestigden de Akkadiërs zich in hetzelfde gebied, en begonnen
ze de nieuwe taal te gebruiken om hun taal, het (Proto-)Akkadisch mee te schrijven.
= CULTURELE SYMBIOSE SUMMERIËRS EN AKKADIËRS > TWEETALIGE MAATSCHAPPIJ (en later
algemeen gesproken over Nabije Oosten cf. Hettitisch, Hoerritisch, Elamitisch)
o ALFABETISCH schriftsysteem: 1 teken = 1 letter
▪ Enkel consonanten, genaamd Abjad (begin 2de millennium; turquoise mijnen Sinaï)
▪ = Proto-Kanaänitisch schrift in Levant (beïnvloed door Egyptische hiërogliefen)
• Ontwikkelt zich later tot Fenicische alfabet → Griekse alfabet (consonanten en
vocalen) → Latijnse alfabet
▪ Ondanks dit handige schriftsysteem zal LOGO-SYLLABISCHE SPIJKERSCHRIFT actief blijven tot
1ste MILLENNIUM
Figuur 3: Logografisch schriftsysteem
, Figuur 4: Talen in Oude Nabije Oosten
ONTDEKKEN EN ONTCIJFEREN SPIJKERSCHRIFT
▪ Weinig interesse in Mesopotamië vanuit Westen, wel in Oostelijke kant (PERZIE (Iran); PERSEPOLIS =
hoofdstad Achaemeniden/Perzen): heel veel overblijfselen van gebouwen (rots reliëfs: Naqsh-e Rostam,
Bisotun/Behistun), maar ook SPIJKERSCHRIFT
o 1621: Della Valle (Italiaan) brengt eerste tekening van spijkerschrift
o 18 eeuw:
de
Niebuhr (Duitser) kopieert inscripties Persepolis en begint te ontcijferen
▪ BISOTUN/BEHISTUN INSCRIPTIE ACHAEMENIDISCHE TAAL
o Zelfde teksten in 3 verschillende talen, maar geen aangrijpingspunt want geen enkele taal was bekend
o 1802: Grotefend (Duitser) start met ontcijfering (eerst tekst met kleinste aantal tekens) van
koningsnamen (cv. Cyrus, Bambyses, Darius, Xerxes)
▪ ONTDEKKING: terugkerend teken = WOORDSCHEIDINGSSPIJKER
• Terugkerende woorden
• Taal met casussen (naamvallen en uitgangen): STAM + UITGANG
• Schrijfrichting = LINKS NAAR RECHTS
▪ VASTLOPEND PUNT → Hij moet andere weg inslaan
▪ Baseert zich op SASSANIDISCHE INSCRIPTIES (224-654 AD)
• Middel – Perzisch Pahlavi schrift
• Ontdekking KONINGSINCRIPTIES
▪ Grotfend maakt hypothese voor ZINSSTRUCTUUR en WOORDBOUW (verbasterde woorden
door overname Grieken)
o 1802: Grotefend stelt xšāyaθa als woord voor KONING voor (→ motor van ontcijfering)
o 1835: Rawlinson zet werk verder en kopieert de hele Bisotum inscriptie
▪ Reliëf ter legitimatie voor Darius’ troonopvolging
o 1835: Rawlinson zet werk verder:
▪ Spijkerschrift bestaat uit 6 logogrammen en 36 tekens (syllabisch/alfabetisch)
o 1838: Rawlinson Oud-Perzisch ontcijferd op basis van:
▪ Grotefend’s basiswerk
▪ Koningsnamen uit Griekse bronnen, talrijke formules en herhalingen, kennis van verwante
Avestisch
o 1848: Rawlinson’s publicatie