Deze samenvatting bevat alle leerstoffen uit de leerpaden van markten en prijzen. Dit wordt gegeven in 1e bachelor EW, TEW en Handelsingenieur.
Ik scoorde zelf 15/20 in 1e zit.
Module 2
1) DE VRAAG
• PARTIËLE VRAAG
• CONSUMENTENSURPLUS
• MARKTVRAAG
• ALGEBRA
2) HET AANBOD
• PARTIEEL AANBOD PRODUCENTENSURPLUS
• MARKTAANBOD
• ALGEBRA
3) PRIJSVORMING
• PRIJSVORMING
• ALGEBRA
4) VERSCHUIVING VAN VRAAG EN AANBOD
• VERSCHUIVINGEN VAN VRAAG EN AANBOD
Module 3
1) DE EIGEN PRIJSELASTICITEIT VAN DE VRAAG
• EIGEN PRIJSELASTICITEIT VAN DE VRAAG
• ALGEBRA
• VERBAND HELLING - PRIJSELASTICITEIT
2) DE EIGEN PRIJSELASTICITEIT VAN HET AANBOD
• PRIJSELASTICITEIT VAN HET AANBOD
3) DE KRUISELINGSE PRIJSELASTICITEIT
• KRUISELINGSE PRIJSELASTICITEIT
4) DE INKOMSELASTICITEIT
• INKOMENSELASTICITEIT VAN DE VRAAG
1
,Module 4
1) NIET-MARKTCONFORM OVERHEIDSINGRIJPEN
• NIET-MARKTCONFOMR OVERHEIDSINGRIJPEN
2) MARKTCONFORM OVERHEIDSINGRIJPEN
• CONSUMENTEN-EN PRODUCENTENPRIJS
• BELASTINGEN
• SUBSIDIES
• AFWENTELING VAN EE BELASTING OF SUBSIDIE
Module 5
1) DE BUDGETBERPERKING EN DE VOORKEUR VAN DE CONSUMENT
• DE BUDGETBEPERKING
• VOORKEUREN VAN DE CONSUMENT
• DE MARGINALE SUBSTITUTIEVOET
• DE BUDGETBEPERKING EN DE VOORKEUREN VAN DE CONSUMENT
2) DE KEUZE VAN DE CONSUMENT
• DE KEUZE VAN DE CONSUMENT
• VERANDERINGEN IN INKOMEN EN PRIJZEN
• DE KEUZE VAN DE CONSUMENT
3) VAN DE INDIVIDUELE VRAAG NAAR DE MARKTVRAAG
• DE VRAAGCURVE
Module 6
1) DE MARGINALE TECHNISCHE SUBSTITUTIEVOET
• ISOKWANTEN
• MARGINALE TECHNISCHE SUBSTITUTIEVOET
• PERFECTE COMPLEMENTEN EN PERFECTE SUBSTITUTEN
2) PRODUCTIE OP KORTE TERMIJN
• PRODUCTIE OP KORTE TERMIJN
• HET MARGINALE EN GEMIDDELDE PRODUCT VAN ARBEID
• HET VERBAND TUSSEN HET MARGINALE EN GEMIDDELDE PRODUCT VAN ARBEID
3) KOSTEN OP KORTE TERMIJN
• TOTALE KOSTEN OP KORTE TERMIJN
• MARGINALE EN GEMIDDELDE KOSTEN OP KORTE TERMIJN
• HET VERBAND TUSSEN DE MARGINALE EN GEMIDDELDE KOSTEN
• MARGINALE EN GEMIDDELDE KOSTEN -GRAFISCH
4) PRODUCTIE EN KOSTEN OP LANGE TERMIJN
• DE ISOKOSTENCURVE
• PRODUCTE EN KOSTEN. OP LANGE TERMIJN
5) SCHAALOPBRENGSTEN
• TOENEMENDE SCHAALOPBRENGSTEN
• CONSTANTE SCHAALOPBRENGSTEN
• AFNEMENDE SCHAALOPBRENGSTEN
Module 7
1) VOLMAAKTE MEDEDINGING
• KENMERKEN VAN DE COMPETITIEVE MARKTVORM
• VOLMAAKTE MEDEDINGING OP KORTE TERMIJN
• VOLMAAKTE MEDEDINGING OP LANGE TERMIJN
2) MARKTEVENWICHT IN VOLMAAKT MEDEDINGING
• EVENWICHT IN VOLMAAKTE MEDEDINGING
• EVENWICHT IN VOLMAAKTE MEDEDINGING OP LANGE TERMIJN – IDENTIEKE ONDERNEMINGEN
• EVENWICHT IN VOLMAAKTE MEDEDINGING OP LANGE TERMIJN – VERSCHILLENDE
ONDERNEMINGEN
3) MONOPOLIE
• MONOPOLIE: DEFINITIE EN OORZAKEN
• ANDERE MOGELIJKE TECHNOLOGISCHE BELEMMERINGEN
• HET EVENWICHT BIJ EEN MONOPOLIE
Module 8
1) PRIJSDISCRIMINATIE
• PERFECTE PRIJSDISCRIMINATIE
• MARKTSEGMENTATIE
2) TWEEDELIG TARIEF
• TWEEDELIG TARIEF
3) EEN COURNOT-DUOPOLIE
• INLEIDING COURNOT-DUOPOLIE
• SPELTHEORIE
• HET COURNOT-NASH-EVENWICHT
• STRUCTUUR
• KARTEL
4) DE BERTRAND-PARADOX
• DE BERTRAND-PARADOX
3
,Module 9
1) HET PARETO-CRITERIUM
• HET PARETO-CRITERIUM
• PARETO-EFFICIËNTIE OP DE MARKT
2) PUBLIEKE GOEDEREN
• PUBLIEKE GOEDEREN
• OPTIMALE VOORZIENING VAN EEN PUBLIEK GOED
3) EXTERNALITEITEN
• EXTERNALITEITEN
• PARETO-EFFICIËNTE OUTPUTNIVEAU BIJ EXTERNE EFFECTEN
• HET PARETO-EFFICIËNTE VERVUILINGSNIVEAU
• UNIFORME UITSTOOTNORM
• OUTPUTBELASTING BIJ EXTERNALITEITEN
• EMISSIEBELASTIING
• VERHANDELBARE EMISSIERECHTE
Speltheorie
= situaties met strategische interacties tussen verschillende beslissingnemers te analyseren en
de uitkomst te voorspellen
Spel
= bestaat uit spelers die elk een strategie kiezen om een zo goed mogelijk resultaat te
bereiken.
5
,Dominante strategie
Gevangene dillemaà 2 strategieën
Stel: afspreken om beide te ontkennen = meest gunstig
Maar: is dit wel stabiel? àgevangene 1 verbreekt afspraak & vermindert zijn straf. Hij gaat
er wel vanuit dat gevangene 2 zich wel aan de afspraak houdt.
Riskant: als gevangene 2 ook afspraak verbreekt à voor beide samen de slechts mogelijke
uitkomst.
Uitkomst voorspellen à kijken wat beste strategie is voor gevangene 1 in de 2 mogelijke
situaties van gevangene 2
Bekennen Ontkennen
Bekennen 8 jaar, 8 jaar 1 jaar, 10 jaar
Ontkennen 10 jaar, 1 jaar 2 jaar, 2 jaar
Stel: gevangene 2 ontkent à beste voor gevangene 1 = bekennen (1 ipv2)
Bekent à beste voor gevangene 1 = bekenen (8 ipv10)
à ongeacht wat gevangene 2 doet, altijd beter voor gevangene 1 om te bekennen
Bekennen = dominante strategie voor speler 1
Ontkennen= gedomineerde strategie voor speler 1
Dominante strategie
= de strategie die een speler het beste resultaat oplevert ongeacht wat keuze andere speler
• Bestaat niet voor elke speler
Rationele speler
= zal altijd de dominante strategie kiezen
Evenwicht in dominante strategiën
= de verwachte oplossing van het spel indien er voor beide spelers een dominante strategie
bestaat.
• Niet ideaal voor beide spelers.
Coöperatieve uitkomst
= de beste gezamelijke uitkomst (door samen te werken)
Nastreven van individueel belang à leidt niet noodzakelijk tot de beste gezamelijke uitkomst
6
,Nash-evenwicht
Nash-evenwicht
= combinatie van strategiën waarbij geen enkele speler zijn strategie wil wijzigen gegeven de
strategie van de andere speler.
Geen dominante strategieën
à kijken wat de beste strategie is voor elke speler, gegeven de strategie van de andere speler.
Nash evenwicht = algemener evenwicht dan een in dominante strategieën
à E* dom strat = altijd Nash E*
à Nash E* = NIET altijd E* dom strat
2)productie&welvaart
Productiemogelijkheden
Productiemogelijkhedencurve
= de verzameling van alle goederenbundels die een persoon of land maximaal kan produceren
wanneer alle beschikbare productiefactoren efficiënt zijn ingezet.
Productiemogelijkhedenverzameling
= de punten op en onder de curve
Schaarste
=de beperking van beschikbare middelen
à Omwille van schaarste is het niet mogelijk om met de huidige productiemogelijkheden
bundels te produceren die boven de curve liggen.
Opportuniteitskost
= het aantal goederen dat minder geproduceerd kan worden omwille van 1 extra ander goed
‘kiezen is verliezen’
De opportuniteitskost is
De constant naarmate het
opportuniteitskost goed toeneemt
neemt toe indien het
goed toeneemt.
7
,Opportuniteitskosten
Absoluut voordeel
= het feit dat een land een goed met minder arbeidsuren kan produceren
Opportuniteitskost wijn berekenen:
à 1 extra eenheid textiel produceren = hvl eenheid wijn opofferen?
=Aantal uren nodig 1 eenheid wijn / aantal uren nodig 1 eenheid textiel
Comparatief voordeel
Comparatief voordeel
= de productie van een goed waarin een land relatief gezien beter in is, dan het ander land.
à De opportuniteitskosten voor dat goed zijn lager bij dit land in vergelijking met het ander
land.
De helling van de curve = de opportuniteitskost
Consumptiemogelijkheden
Specialisatie
= beide landen gaan enkel produceren waar ze relatief gezien goed in zijn.
Internationale handel
= het ene land kan een deel van zijn goederen ruilen voor het goed van het ander land.
à enkel intressant als het relatief gezien minder kost dan te produceren
Ruilvoet
Consumptiemogelijkhedencurve
= de lineare curve die de productiemogelijkeden weergeeft van een land.
à de helling = de ruilvoet
8
,Module 2
1)De vraag
Partiële vraag
Factoren/ variabelen die invloed hebben op vraag product (broodje):
Þ Prijs product (broodje)
Þ Prijs andere opties (slaatje, pizza,…)
Þ Inkomen consumenten
Þ Het weer
Þ Reclamecampagnes
De algemene vraagfunctie
= schrijft de vraag als functie van al bovenstaande factoren
Verband tussen prijs broodje en gevraagde hoeveelheid
à Ceteris paribus: alle andere variabelen houden we constant
Partiële vraag V(p)
Reservatieprijs
= maximale bereidheid tot betalen voor een broodje
Stel: reservatieprijs= 4 euro
Dan Prijs hoger dan 4 euro à geen broodje kopen
Prijs lager dan/ gelijk aan 4 euro à wel een broodje kopen
Verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid à grafisch weergeven
De wet van de vraag
• Negatief verband tussen prijs en gevraagde
hoeveelheid
• Hoe goedkoper de broodjes hoe meer gevraagd
9
, Het consumentensurplus
Totale bereidheid tot betalen= de totale oppervlakte onder de vraagcurve
Maximale bereidheid tot betalen > prijs product à consumentensurplus
Maximale bereidheid tot betalen = prijs product à geen consumentensurplus
Totale consumentensurplus
• Som van het surplus van alle consumenten
o Surplus van aantal consumenten
= het verschil tussen bereidheid tot betalen en de prijs van het broodje
o Grafisch: totale oppervlakte tussen de vraagcurve en de horizontale rechte van
de prijs
• Totale bereidheid tot betalen - totale uitgaven
o Totale bereidheid tot betalen
=de oppervlakte onder de vraagcurve nemen voor alle broodjes die gevraagd worden
voor deze prijs
o Totale uitgaven van de consumenten
=opppervlakte onder de prijs voor dezelfde hoeveelheid
=prijs X hoeveelheid
10
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentEW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.