Hoofdstuk 1: inleiding
1. De mens is een sociaal dier
De mens gaat uit zichzelf en in het dagelijks leven antwoorden zoeken op psychologische
vraagstukken. We denken constant na over onszelf en anderen en over hoe te reageren in sociale
situaties. Anderen observeren, analyseren, hun gedrag analyseren, is een fulltime activiteit.
Er is een grote aandacht in de media voor sociaalpsychologische vraagstukken.
2. Sociale psychologie: definitie en verwante disciplines
2.1. Definitie van sociale psychologie
Sociale psychologie = de wetenschappelijke studie naar de wijze waarop gedachten, gevoelens,
motivaties en gedragingen van mensen beïnvloed worden door de aanwezigheid van anderen en hoe
wij zelf een invloed uitoefenen op hoe andere personen denken, voelen en zich gedragen.
Wetenschappelijke studie: gebruik van experimenten en gevalideerde vragenlijsten als basis
van wetenschappelijke kennis.
Experiment = een vorm van onderzoek waarbij de onderzoeker controle heeft over de
gebeurtenissen en deelnemers volkomen toevallig aan condities worden toegewezen.
Sociale psychologie richt zich op de manier waarop het individu de sociale wereld
waarneemt, begrijpt en interpreteert. Veel belang voor de subjectieve interpretatie van
objectieve eigenschappen, affectieve, cognitieve en motivatiecomponenten.
Het individu heeft een sociale aard. Anderen oefenen een sociale invloed uit op het
individuele functioneren. De sociale psychologie onderzoekt de invloed van niet-sociale
factoren (bv.: invloed hitte op agressie), sociale factoren en gedachten/ gevoelens op niet-
sociale objecten.
De sociale psychologie onderscheidt zich van andere domeinen binnen de psychologie omdat het
gericht is op het individu in de context van sociale relaties en situaties.
2.2. De kracht van de situatie
Wij laten ons op continue wijze beïnvloeden door onze sociale omgeving. Belangrijke lessen uit de
sociale psychologie voor andere disciplines en toepassingen in ‘real life’. Bv.: politiek.
Het Stanford Prison experiment van Zimbardo wou aantonen dat een slechte omgeving mensen
aanzet tot het stellen van slecht gedrag, dit geldt ook voor mensen die onder normale
omstandigheden het goede zouden doen. Men ging een groep van 21 mannen indelen in ofwel
bewaker ofwel gevangene binnen een gevangenis. De bewakers kregen de opdracht om de goede
orde binnen de gevangenis te bewaren. Maar reeds na enkele uren gedroegen de bewakers zich
agressief en haalden ze genot uit het treiteren van de gevangenen. Het experiment toont aan dat de
sociale context een grote invloed heeft op ons gedrag.
1
, 2.3. Sociale psychologie en verwante disciplines
De sociale psychologie is nauw verwant aan de sociologie en de persoonlijkheidspsychologie.
1) Sociologie
Zowel sociaalpsychologen als sociologen kennen veel belang aan maatschappelijke
onderwerpen. Beide disciplines verklaren een belangrijk deel van sociaal gedrag
Verschil: de sociologie baseert zich eerder op groepsfactoren, terwijl de sociale psychologie
zich eerder op het individuele niveau richt. Ook maakt de sociale psychologie meer gebruik
van experimenten dan de sociologie.
Multi-level analyse = analyse die effecten bepaalt van de verschillende hiërarchische niveaus op een
uitkomstvariabele waarbij het individuele niveau het ondergeschikte niveau vormt en de groep,
organisatie of maatschappij het bovengeschikte niveau uitmaakt.
2) Persoonlijkheidspsychologie
Persoonlijkheidspsychologie = de studie van de structuur en de effecten van stabiele en
cross-situationele eigenschappen van individuen.
Beide disciplines proberen vanuit hun eigen perspectief dezelfde fenomenen te verklaren.
Verschil: persoonlijkheidspsychologie is gericht op respectievelijk individuele verschillen
(disposities), sociale psychologie is gericht op situaties.
Door de paradigmastrijd tussen beide stromingen ontstond het interactionisme.
Interactionisme= stelt dat er een dynamische wisselwerking is tussen dispositie en situatie, waarbij
uitingen van disposities afhankelijk van de situatie.
Ook de cognitieve psychologie (mentale processen), de klinische psychologie (mensen met
psychische problemen of stoornissen) en de arbeids- en organisatiepsychologie (mens in relatie tot
werk en organisatie) gaven een input aan de sociale psychologie
3. De geschiedenis van de sociale psychologie
3.1. De beginjaren van de sociale psychologie
Gustave Le Bon: psychologie des Foules : kan beschouwd worden als de grondlegger van de sociale
psychologie. Hij bestudeerde massageweld in de late 19 de eeuw. Hij beschrijft dat de massa het
individu een gevoel van anonimiteit bezorgt, waardoor dat het individu elk gevoel van
verantwoordelijkheid verliest.
Enkele eerste onderzoeken die echter geen coherent programma vormen:
Ringelmann: vergelijking van groepsprestaties met individuele prestaties (touwtrekken). In
groep presteert men minder dan alleen.
Triplett: fietsers hebben de neiging om sneller te fietsen in het bijzijn van anderen.
3.2. De jaren van bevestiging
2
,Er ontstond een verhoogde belangstelling voor de sociale psychologie in de jaren voor, tijdens en na
de tweede wereldoorlog. Ontstaan van de ‘Society fort he Psychological Study of Social Issues’, die
aandacht vestigde op maatschappelijk problemen. Omwille van de gruwelijkheden tijdens de
wereldoorlog kregen onderzoekers zoals Adorno en Fromm aandacht voor de oorzaken van geweld,
vooroordelen, genocide, conformiteit, gehoorzaamheid en diverse andere sociale problemen.
Kurt Lewin werd beschouwd als de ‘vader van de sociale psychologie’, hij formuleerde de
fundamentele grondbeginselen van de discipline:
Ons gedrag wordt bepaald door hoe we de wereld waarnemen en interpreteren.
Gedrag is functie van de interactie tussen persoon en omgeving: 2 soorten
gedragsdeterminanten: interne en externe.
Sociaalpsychologische theorieën kunnen worden toegepast voor de oplossing van praktische
problemen (geen onderzoek zonder actie, geen actie zonder onderzoek).
3.3. Groei en debat
Toen de sociale psychologie vaste voet aan de grond had gekregen, begon een periode van groei en
enthousiasme. Het onderzoek verplaatste zich naar steeds meer terreinen van sociaal gedrag.
De sociaalpsychologen werden betrokken bij de oplossing van maatschappelijke problemen, maar
deze problemen werden niet opgelost, of er kwamen nieuwe in de plaats. Er ontstond een
onenigheid over de waarde van laboratoriumexperimenten.
Kritiek op laboratoriumexperimenten in de jaren ‘60:
De onderzoekspraktijken zouden onethisch zijn en de verwachtingen van de onderzoeker
beïnvloeden het gedrag van de deelnemer.
Theorieën die in het laboratorium getest worden zijn cultureel en historisch beperkt
De sociale psychologie werd gedomineerd door mannelijke onderzoekers.
3.4. Methodologisch en inhoudelijk pluralisme vanaf 1975
3
, Het belang van laboratoriumexperimenten bleef groot, maar andere onderzoeksmethoden werden
eveneneens gehanteerd. In de jaren ’70 werd sterk de nadruk gelegd op cognitieve aspecten, een
evolutie die binnen de sociale psychologie de aanleiding gaf tot de opkomst van de sociale cognitie.
In de jaren ’70 was er vooral aandacht voor ‘koele’ benaderingen, maar er was toch een blijvende
aanwezigheid voor hete benaderingen.
Sociale cognitie = de studie van het waarnemen, onthouden en interpreteren van informatie over
onszelf en anderen. De benadering wordt als koel bestemd omwille van de grote aandacht voor
cognitie.
In de sociale psychologie werd ook plaatsgemaakt voor ‘hete’ benaderingen, waarbij onderzoekers
zich richten op emotie en motivatie als determinanten van cognities en gedrag.
Een andere bron van pluralisme was de toenemende internationalisering van de sociale psychologie.
Er was een opkomst in Europa en Azië van de sociale psychologie en er kwam meer internationaal en
multicultureel onderzoek.
4. Sociale psychologie in de 21ste eeuw
4.1. Hersenonderzoek
De nieuwe technologische ontwikkeling waarvan de psychologie tegenwoordig gretig gebruikmaakt,
zijn beeldvormingstechnieken die oorspronkelijk ontwikkeld zijn voor medische toepassingen en die
het mogelijk maken om het brein in werken te bestuderen. Als gevolg van de technologische
vooruitgang ontstond de sociale neurowetenschap.
Sociale neurowetenschap = de studie van de relatie tussen neurologische en sociale processen.
4.2. Het internet
Een andere evolutie die de sociale psychologie zal beïnvloeden is de explosieve groei van het internet
en van de virtuele realiteit. Er is een sterke evolutie in de manier waarop informatie wordt
verworven en hoe met elkaar wordt gecommuniceerd. Onze digitale voetafdruk wordt steeds groter,
dus zijn er steeds meer gegevens beschikbaar.
4.3. Sociaal-culturele perspectieven
Steeds meer sociaalpsychologen evalueren hun theorieën en bevindingen d.m.v. crosscultureel
onderzoek, waarbij ze nagaan in welke mate hun bevindingen voor verschillende culturen gelden.
Crosscultureel onderzoek = studie van gelijkenissen en verschillen tussen mensen uit verschillende
culturen.
Door de groeiende diversiteit is er steeds meer nood aan multicultureel onderzoek, waarbij
gelijkenissen en verschillen tussen raciale en etnisch groepen binnen een bepaalde samenleving
worden bestudeerd.
4