Module 5 leren 1
Inhoud
Table of Contents
Inleiding.......................................................................................................................................2
Leren = ACTIEF en CONSTRUCTIEF..............................................................................................3
Leren = CUMULATIEF..................................................................................................................4
Leren = integratie van SOORTEN kennis.....................................................................................6
Domeinspecifieke kennis = EXPERTISE....................................................................................6
Feiten..................................................................................................................................6
Begrippen............................................................................................................................6
Procedures..........................................................................................................................7
Cognitieve STRATEGIEEN........................................................................................................9
Leerstrategieen...................................................................................................................9
Probleemoplossingsstrategieen = heuristiek....................................................................10
META Cognitie.......................................................................................................................11
Metacognitieve kennis......................................................................................................11
Metacognitieve vaardigheden..........................................................................................11
Interactie: (Meta) Cognitieve-Affectie-Motivatie.....................................................................13
Attituden...............................................................................................................................13
Drie componenten van attitude........................................................................................14
Motivatie...............................................................................................................................15
motivatie is geen on-off knop...........................................................................................15
kritiek : te simplistische zienswijze...................................................................................17
M en C : geen gescheiden constructs................................................................................17
Optimaal leren: kennis beklijft en is transferabel.....................................................................17
Retentie = beklijven..............................................................................................................18
Kleine historiek begrip onthouden/vergeten...................................................................18
transfer..................................................................................................................................19
Positieve en negatieve transfer........................................................................................19
Nabije en verre transfer....................................................................................................20
Transfertbevordende maatregelen...................................................................................20
Beperking informatie-verwerken/neurofysiologie...................................................................21
Inleiding.................................................................................................................................22
,Module 5 leren 2
Prefrontale cortex.................................................................................................................22
Executieve functies: werkgeheugen, inhibitie, flexibiliteit...................................................22
Werkgeheugen..................................................................................................................22
Inhibitie.............................................................................................................................23
Flexibiliteit.........................................................................................................................23
De rol van strategieen en expertise......................................................................................24
Interventies ter stimulans van executieve functies..............................................................24
Tot slot: niet alleen cognitie..................................................................................................24
De lerende: ontwikkelingen tijdens adolescentie.....................................................................25
Emoties en risicogedrag bij adolescenten............................................................................25
Begeleiden van leren en ontwikkeling bij adolescenten......................................................26
Opvoedingsstijlen..............................................................................................................26
Psychologische controle....................................................................................................28
Visie op gezag van leraren bij adolescenten.........................................................................29
Conclusie: begripsvol omgaan met leerlingen......................................................................30
Besluit........................................................................................................................................30
1. Inleiding
consensus over het belang bij het ontwerpen van de leeromgeving
Hfst 2 = historisch : leren en onderwijzend denken
Dit hfst= onderzoeksgebaseerde algemene aanvaarde leerprincipes die tevens
bepalend zijn voor het ontwerp van onderwijsleeromgevingen
Basis = cognitieve psychologie: = midden 1900 de toonaangevende stroming, en deze
is gebaseerd op
Aanvankelijk : concept naar het model van een pc en zijn sturingsprogramma’s
Daaropvolgende decennia: besef dat fysieke en sociale interacties uit de
leeromgeving juist deze verwerking beinvloeden (en ontblootte alzo de beperkingen
van supra bevindingen)
gevolg: synthese van cognitieve psychologie, verrijkt met elementen uit andere
benaderingen van leren.
kern voor leren = intern informatieverwerkend proces =
,Module 5 leren 3
Opname
Verwerking
Opslag
Van informatie
behaviorisme
Algemeen/Vakoverstijgend perspectief.
bv bij ICT: hoe leer ik ICT ifv het vakgebied?
Doel is de lln tot beste resultaten, vandaar inzicht in begrip “leren”.
Doel onderwijs: = Leerprocessen op gang brengen om wenselijke resultaten te bereiken (ET)
Wie? Kleuters, dieren, machines, ouderen, embryos,…
Wat? Legio: Problemen oplossen, kritisch denken, leren samenwerken liefhebben
geloven opvoeden, talen, wiskunde, bewegen,…
Vormen? Vele vormen: soms vlot, soms moeizaam
Bewust en doelgericht of andersom
Bijleren ook afleren
On- en wenselijke leerresultaten,
Systematiek + Hulp = onderwijs =>
bij uitstek in school
maar ook buiten school leren/ en onderwezen
bv media, internet (=buitenschools leren)
= uitdaging + kans voor de school
2. Leren = ACTIEF en CONSTRUCTIEF
Leren is een actief en constructief proces
Leren is niet passief, noch receptief, maar actief en constructief. Je doet zelf moeite
Je doet het ZELF, maar wel steeds in fysieke en sociale interactie. Dit is het
leerresultaat.
Men kan wel begeleidt worden, maar zowel de methode als de vorming , procedure
en attitude doe je autonoom: Iemand anders kan het niet in de plaats doen, maar je
kunt wel hulp krijgen
Je ben dus geen leeg vat waar men inlepelt.
, Module 5 leren 4
De externe input (bv van een leerkracht) wordt steeds door de lerende zelf
geinterpreteerd en bewerkt, en dit obv van kennis en VH, motivatie, interesse enz.
Actief Constructivisme Piaget: wat men leert hangt van wat men tijdens het leerproces zelf
denkt, voelt, wilt.
bv
aftrekken (wiskunde) 218-198 : 218 - 100=118 -98= 20
of indirecte optelstrategie : 198 +2 + 18 =20
+
Vaak ontwikkelen lln zelf, zonder externe aanreikingen, zelf (negatieve) opvattingen en
emoties tàv een bepaald vakgebied.
Bv voor wiskunde is er maar 1 juiste oplossing
Maw noch leerkracht noch leerstof maar lerende bepaalt, staat centraal in het
leerproces. Zonder zijn actie en inzet lukt het niet.
gevolg voor onderwijs: leerkrachtgestuurd (hij is de expert) onderwijs van doceren en
sturen van info, dient gealterneerd naar eerder leerlinggestuurd, probleemgestuurd,
projectgebaseerd.
Maar beiden noodzakelijk
gulden middenweg is dat bij beiden actief en constructief gewerkt wordt.
Schulman: Rol leerkracht:
1. Content knowledge
goede kennis vakgebied
2. Pedagogical knowledge
algemene didactische kennis over
klasmanagement en
onderwijsvormen
1. Pedagogical content knowledge
specifieke vakdidactische kennis
hoe worden begrippen uit het vakgebied ontwikkelt
welke instructiematerialen
3. Leren = CUMULATIEF