HOOFDSTUK 8: FAMILIES
1. Betrekkingen tussen partners: horizontaal familierecht (partnerrelatierecht)
2. Betrekking tussen ouders en kinderen: verticaal familierecht
3. Verwanten
4. Kruispunten
INLEIDING
Waar gaat het over?
Titel en definitie van ‘familie’ en ‘familiale betrekkingen’ in het (oude) BW?
Neen, je vind nergens in het BW een definitie voor familie of familiale betrekkingen. We gaan
verschillende begrippen door elkaar terugvinden zoals gezin, familie, huishoudens.
Verwarring tussen ‘familie’, ‘gezin’ en ‘huishouden’: wanneer gaat het om familierechtelijke betrekking?
3 categorieën van elkaar onderscheiden (zie hieronder)
Soorten familierechtelijke betrekkingen in (oud) BW:
Tussen partners (1°)
o ‘het gezin’ = partners + kinderen die huishouden vormen (=enge betekenis)
Tussen ouders en kinderen (2°)
Binnen de ruimere verwantengroep (3°)
o ‘uitgebreide familie’, huishouden is niet noodzakelijk
Definities:
‘gezin’ in ruimere opvatting: elk huishouden van partners of verwanten die economisch van elkaar
afhankelijk zijn
‘huishouden’: groep personen die samenleven onder éénzelfde dak en samenleving gezamenlijk ‘besturen’
=> gezin = huishouden tussen familieleden
Bv. Samen rekeningen betalen, samen investeren in het huis zoals bijvoorbeeld een nieuwe badkamer
Horizontaal familierecht= solidariteit op basis van bestaan van partnerrelatie (1°) => binnen één generatie
verbanden leggen
Binnen één generatie omdat er geacht wordt binnen je generatie een partner te zoeken
Verticaal familierecht= solidariteit over de generaties heen (2° en 3°), ook tussen leden van eenzelfde
generatie omwille van gemeenschappelijke voorouders (bv. Broers-zusters)
‘familie’ => huishouden => functionele benadering => momenteel: eerbied van het gezins- en familieleven
(art. 8 EVRM): beleving ‘familierechtelijke’ betrekkingen en ‘feitelijke betrekkingen’ die ermee voldoende
vergelijkbaar mee zijn
1
, Als we vandaag ons afvragen wat familie juist inhoud dan gaan we kijken naar het Europees Hof voor
de Rechten van de Mens, meer en meer is dit een feitelijke aanknopingspunt. Kijken naar de band van
het gezins- en familieleven, dit zijn beschermwaardige relaties die geviseerd worden door art. 8 EVRM.
Het kan een juridische betekenis hebben, familierechtelijke betrekkingen (vastgestelde betrekkingen)
of een feitelijke betekenis (gewoon het feit dat je leeft als een familie).
PARTNERS: HORIZONTAAL FAMILIERECHT
WAAR GAAT HET OVER?
= eerste pijler familie en familierecht (=partnerrelatierecht)
Bescherming die partners elkaar (moeten) bieden omwille van levensgemeenschap (zal bestaan, bestaat of
heeft bestaan) (=doel eerste pijler)
Partnerrelatierecht bepaalt aanvang, eindiging en juridische inhoud levensgemeenschap tussen partners en
ten opzichte van derden
Partnerrelatie bepaalt aanvang, eindiging en juridische inhoud levensgemeenschap tussen partners en ten
opzichte van derden
Wanneer is er dan spraken van een partnerrelatie als we willen gaan aanknopen bij levensgemeenschap?
Wanneer wordt die levensgemeenschap aangegaan tussen partners? Wat is het onderscheid met andere
relaties?
Persoonlijke relaties, aanknopingspunt: gevoelsbanden of uiting van gevoelsbanden worden beklemtoont
Solidariteit bestaan tussen de partners
Banden en betrekkingen moeten enige duurzaamheid vertonen
Samenwoning, duur van de relatie, feit dat er gemeenschappelijke kinderen zijn geboren
Levensgemeenschap tussen minstens twee personen op basis van gelijkwaardigheid (‘consenting adults’)
Twee toestemmende volwassenen, twee personen die ervoor kiezen om zo een partnerrelatie duidelijk
aan te gaan. (concensueel)
Hoe zit het als we het bekijken vanuit een sociobiologisch standpunt?
Horizontaal familierecht is ‘nevenfunctie’ van het verticale familierecht (sociobiologisch)
Opname zorgfunctie over kinderen => (economisch) minder zelfredzaam => opvangen door solidariteit
andere
Vb. Als één van beide partners beslist om de zorg van de kinderen op te nemen dan plaatst deze
zichzelf in een kwetsbare economische positie, je kan niet gaan werken want je moet voor de kinderen
zorgen. Deze kwetsbaarheid of de mindere zelfredzaamheid moet opgevangen worden door de andere
ouder die wel inkomsten zal generen. Daarom is de solidariteit zo belangrijk.
2
, Stabiele opvoedingsomgeving tussen ouders = in het belang van het kind
o Vroeger, voor 1987 was het zo dat in opvatting van de wetgever het huwelijk het optimale
opvoedingskader was voor een kind. Binnen het huwelijk moesten kinderen worden verwekt en
geboren worden, dat waren vroeger de wettige kinderen. Kinderen die buiten het huwelijk
werden geboren waren kinderen die veel minder goed werden behandelt, minder juridische
gevolgen aan werden gekoppeld. Nog slechter behandelde kinderen waren de kinderen verwekt
door overspel, nog slechter waren kinderen geboren uit een incest relatie.
o De wetgever had vroeger dus de opvatting om het huwelijk voldoende stabiel te maken om
ervoor te zorgen dat kinderen goed kunnen opgevoed worden in een stabiele omgeving. Daarom
was het vroeger veel moeilijker om uit de echt te scheiden. Één van de factoren waar vroeger, tot
2007 rekening mee werd gehouden, was dat bij een echtscheiding op grond van feitelijke
scheiding, de echtscheiding mocht niet tot gevolg hebben gehad dat de (materiële) belangen van
het kind niet geschonden zouden worden/ in het gedrang worden gebracht. Op grond hiervan
kon de rechter vroeger weigeren om een echtscheiding uit te spreken.
Vandaag: vele andere redenen partners onderling solidair moeten zijn = focus geworden
VORMEN
Drie soorten partnerrelaties in het burgerlijk recht:
Huwelijk
Wettelijke samenwoning
Feitelijke samenwoning
Dwingende wetsbepalingen:
Huwelijk > wettelijke samenwoning > feitelijke samenwoning
Huwelijk bevat de meest dwingende wetsbepalingen die automatisch van toepassing zijn van zodra u in het
huwelijk treedt.
Bij een wettelijke samenwoning heeft men enkele wetsbepalingen van het huwelijk overgenomen maar men
heeft er een heel aantal weggelaten.
Feitelijke samenwoning staat niet in het burgerlijk wetboek, dit is geen statuut, hier en daar gaat er ad hoc
naar worden verwezen, enkele kleine regeltjes die van toepassing zijn op feitelijke samenwoners. Ad hoc
regeling, geen statutaire regeling.
Huwelijk & wettelijke samenwoning zijn geïnstitutionaliseerde samenwoningsvormen => beperking
contractvrijheid, raakt staat van persoon (u gaat een verhouding van staat aan)! Er worden rechten en plichten
vastgelegd tussen echtgenoten en wettelijke samenwoners onderling, en ook ten opzichte van derden de
rechtspositie bepaalt.
3
, SAMENWONGING ALS AANKNOPINGSPUNT VOOR REGELGEVING INZAKE PARTNERRELATIES
Bestaan levensgemeenschap (met samenwoning) ipv partnerrelatie
De wetgever gaat proberen rechtsgevolgen te koppelen aan het feit dat u een levensgemeenschap
bent aangegaan, niet zozeer aan de partnerrelatie.
=> boeiende rechtsontwikkelingen, in welke mate verschil in beschermwaardigheid:
van seksueel-affectieve partners van verschillend dan wel gelijk geslacht
van verwanten die levensgemeenschap vormen (ook omkaderen?)
van klooster (levens)gemeenschappen, andere levensgemeenschappen ...
=> verschil in lotsverbondenheid => hoe meten? Bescherming of contractvrijheid?
Ibid. evolutie in verticaal familierecht: levensgemeenschap belangrijker ipv bloedband
Bezit van staat heeft (in 2007) als grondslag voor de vastlegging van een afstammingsband
Feitelijk gezinsleven in de zin van art. 8 EVRM > bloed- of juridische banden
EHRM gaat minder kijken naar bloed of juridische banden deze gaat kijken naar persoonlijke nauwe
banden die een beschermwaardige situatie kunnen uitmaken. Enkel naar het feitelijk gezinsleven, is dit
er? Ja? Dan koppelen we hier rechtsgevolgen aan.
Quid feitelijke samenwoning? Bestaan? Aard? Registratie wenselijk en mogelijk?
Wetgever heeft een probleem met het vertellen van wie nu juist feitelijke samenwoners zijn, dit staat
nergens gedefinieerd. De vraag is moeten we om te kunnen spreken van feitelijke samenwoners hen
gaan verplichten om dat eerst uitdrukkelijk te verklaren dat ze feitelijke samenwoners zijn? Laten
registreren? Is dit wenselijk? Als we dit zouden doen dan moeten we als wetgever voor ogen houden
dat we ene hele categorie van mensen die deze registratie niet willen, of niet van op de hoogte zijn, we
gaan die vergeten.
GRONDRECHTEN
Recht op huwen (art. 12 EVRM, art. 9 Handvest Grondrechten EU), cf. nationale wet zonder dat kern ervan
wordt aangetast
Inhoudelijk geen voorbehouden relatierecht gewaarborgd
Recht op bescherming gezinsleven zonder te moeten huwen
Geen volledige gelijkstelling voor niet-huwelijkse levensgemeenschappen die maar gedeeltelijk
vergelijkbaar zijn, bescherming naar de mate van vergelijkbaarheid
Huwelijk = vergelijkingspunt
Huwelijk > wettelijke samenwoning > feitelijke samenwoning = toelaatbaar
Aangaan geïnstitutionaliseerde vorm van duurzaam samenwonen = uiting voornemen
gemeenschappelijk gezinsleven = dwingende rechten en plichten
Streven van stabiliteit van huwelijksbanden door voordeligere regels is geoorloofd
Bescherming privéleven = gezinsleven niet dwingendrechtelijk beschermen, verantwoording?
o Als je er niet boor kiest dan zou het niet dwingrechtelijk mogen beschermt worden.
o Neen, het recht op privéleven houdt in dat iedereen zelf zijn feitelijke samenwoning vorm mag
geven, zijn solidariteit mag regelen, door contractueel regelingen of net geen regelingen te
trekken.
4