Professor: Wendy De Bondt
Academiejaar: 2021-‘22
Materieel strafrecht
Deel 1: Algemene inleiding
1 DEFINITIE
Strafrecht in brede betekenis: materieel strafrecht + strafprocesrecht
Materieel strafrecht= geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar worden
gesteld en gesanctioneerd. Regels v/h materieel strafrecht bepalen onder welke voorwaarden
personen strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen zijn.
Strafprocesrecht= formeel strafrecht is het geheel v/d procedurele spelregels volgens welke het
materieel strafrecht wordt toegepast.
1.1 DOELSTELLINGEN STRAFRECHT
Retrospectief Prospectief Instrumenteel Economisch
Definitie =dader straffen =dader straffen Dader straffen Straffen om
voor iets dat in het om te vermijden om iemand vermogensvoordeel
verleden gedaan is. naar de toekomst actief weder v/d dader weg te
toe dat de op te voeden. nemen en
persoon dezelfde eventueel
fout begaat. vermogensnadeel
v/h slachtoffer te
compenseren.
Doel Vergelding Preventie Resocialiseren Herstel v/d
of verzoening oorspronkelijke
toestand
..doelstelling die men nastreeft, kleurt de invulling v/d regels.
2 HISTORISCH OVERZICHT
2.1 ARCHAÏSCHE STELSELS
Strafrecht bestond niet in het archaïsche stelsel, hier gold het het talio-recht.
Talio-recht= men neemt het recht om een conflict op te lossen in eigen handen, dus zonder
tussenkomt v/d overheid. Talio-principe is een katalysator dat zorgt voor steeds meer conflicten.
Talio-principe wordt ook teruggevonden in hedendaagse samenlevingen.
→ Bv. bloedwraak is terug ingevoerd in Albanië na de val v/h communisme.
Doel: verzoening tussen de familie v/d dader en familie v/h slachtoffer. Echter is proportionaliteit
hierbij onbekend, omdat een vete gevoed is door wraak. Het is niet altijd duidelijk waarom sprake is
van vijandigheid t.o.v. een andere clan.
Vendetta= dag na een moord mag er wraak genomen worden op de hele familie v/d moordenaar,
vanaf de 2e dag mag enkel de moordenaar zelf nog gedood worden.
1
, Professor: Wendy De Bondt
Academiejaar: 2021-‘22
2.2 MIDDELEEUWEN
2.2.1 Overheid als bemiddelaar
Als reactie op escalerend geweld door de privéwraakneming, ging de overheid/feodale vorsten vanaf
13e eeuw bemiddelend op te treden. Vorst werpt zich op als bemiddelaar en neemt het conflict uit
handen v/d partijen. Er kwam een verbod op privéwraakneming, het is een publieke aangelegenheid
geworden tussen de dader en de overheid. Enkel de dader, dus niet zijn verwanten, kan aansprakelijk
zijn.
Doel: vrede tussen slachtoffer en dader.
Kanttekening: strafrecht is een tak van publiek recht.
•=bloedgeld waarmee wraak wordt afgekocht. Tegenpartij financieel
Compositio tegemoetkomen in het materiële en morele leed dat ze is
aangedaan.
•Voorloper v/d schadevergoeding.
•=vredegeld waarmee de vorst wordt vergoed voor o.a. de onrust
Fredus dat gecreëerd is.
•Voorloper v/d geldboete.
2.2.2 Oudgermaanse strafproces
In de middeleeuwen was sprake van ongelijke en wrede straffen.
→ Bv. doodstraf, lijfstraffen zoals verminking, afhakken rechterhand, vernederende straffen zoals
verbanning en algehele verbeurdverklaring.
Vorst trekt het conflict naar zich toe door een systeem van rondtrekkende rechters op poten te
zetten. Rondreizende rechters voeren de enquête du pays uit.
Accusatoir strafproces
Enquête dus pays= passieve rondtrekkende rechters die in het vorstendom navraag deden over
misdrijven. Rechters vroegen aan de bevolking, de personen aan te wijzen die van een misdrijf
werden verdacht. Voorloper v/d beschuldigingsjury, zoals de grand jury in de VS.
In die tijd waren 2 procedures die op zoek gingen naar wie gelijk had, nl. infamia-procedure en
irrationele procedure met de godsbewijzen.
Infamia-procedure Irrationele procedure met de godsbewijzen
Doel: niet ontdekken v/d waarheid, maar het Binnen de procedure van godsbewijzen voerde men
nagaan v/d reputatie v/d beklaagde. Status van allerhande irrationele experimenten experimenten uit.
een persoon was doorslaggevend.
-> Bv. bij een conflict tussen dokter en iemand van -> Bv. bij de irrationele procedure werd gesteund op
lage sociale klassen, zal de dokter gelijk krijgen. bewijzen als purgatio/reinigingseed,
Het zou als meer waarschijnlijk gezien worden dat compurgatio/eedhelpers, godsoordelen, zoals vuurproef,
de dokter het slachtoffer is. tweegevecht, waterproef,..
2
, Professor: Wendy De Bondt
Academiejaar: 2021-‘22
2.2.3 Inquisitoire strafproces
Als reactie op het irrationeel karakter v/d bewijsvoering. In de aanloop naar de Verlichting wordt
aangevoeld dat verandering nodig is. Nood aan meer humane en eerlijke procedure.
Verandering kwam op verschillende snelheden afhankelijk v/d soort misdrijven. Voor minder ernstige
straffen blijft het irrationeel karakter langer bestaan.
→ Bv. godsbewijzen werden in de 13e eeuw verboden.
Passieve rechter wordt een actieve rechter die zelf op zoek gaat naar de waarheid.
Doel: vinden v/d waarheid.
Twistpunt is dat er maar 1 figuur is, nl. de rechter, die alle macht heeft. Vroeger bestond nog geen
politie of parket. Risico was dat sommige rechters te actief werden en de nadruk overdreven legde
op de bekentenis als bewijsmiddel door foltertechnieken toe te passen.
→ Bv. in de 13e eeuw was foltering overal aanvaard.
2.3 VERLICHTING, ‘REVOLUTIONAIR’ STRAFRECHT EN DE CODIFICATIES VAN NAPOLEON
2.3.1 Verlichting
Reactie op excessen v/h Ancien Régime, op de willekeur v/d rechters, wrede onderzoeksmethoden
en de ongelijke straffen.
Wat verlichtingsdenken concreet betekent voor het strafrecht
Montesquieu verdedigde de trias politica.
Trias politica= onderscheid tussen wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht.
Echter staat de scheiding der machten onder druk door een wazige taakverdeling.
Overheid heeft een positieve beschermingsverplichting en een negatieve onthoudingsverplichting. In
deze periode kwam de Magna Charta tot stand.
Magna Charta
Magna Charta brengt 3 essentiële basisbeginselen samen, nl. legaliteit, subsidiariteit en
proportionaliteit.
Legaliteit= juridische basis voor overheidsoptreden is vereist die vooraf duidelijk maken welke
gedragingen toegelaten zijn en welke niet. Legaliteit affecteert het misdrijf, de straf, vervolging,
straftoemeting en strafuitvoering.
Subsidiariteit= gaat over inzetbaarheid v/h strafrecht.
Proportionaliteit= hoegrootheid v/d daad moet in evenwicht staan met de hoegrootheid v/d reactie.
Vraag rijst of enkel de voorzienbare gevolgen relevant zijn voor de proportionaliteitsbeoordeling.
→ Bv. impact van stalken op het slachtoffer verschilt per slachtoffer. Het slachtoffer dat ervoor kiest
om vervelende berichten gewoon te verwijderen en te negeren, zal minder nadelige gevolgen ervaren
dan het slachtoffer die na berichten van een stalker in paniek raakt en niet normaal meer kan
functioneren.
→ Bv. dader die altijd fietst en met openbaar vervoer reist, zal zich minder gestraft voelen met een
rijverbod dan een dader die wel dagelijks gebruik maakt van zijn rijbewijs
Revolutionair strafrecht
O.a. de Magna Charta heeft geleid tot het revolutionaire strafrecht. Na de Franse revolutie
verschijnen snel 2 wetboeken in het strafrecht, nl. Code Lepeletier (1791) en Code Merlin (1795).
3
, Professor: Wendy De Bondt
Academiejaar: 2021-‘22
Deze 2 wetboeken bestonden niet lang, doordat Napoleon liever eigen wetboeken wilde, omdat de
wetboeken van 1791 en 1795 een te zachte aanpak hadden.
Code Lepeletier en Code Merlin formuleerde een antwoord op alle frustraties v/h vorige tijdvak. In
de Code Lepeletier ligt de basis voor de huidige juryrechtspraak.
Omwille v/h legaliteitsbeginsel pleitten revolutionairen voor vaste straffen. Vaste straffen geven
geen ruimte voor enige interpretatie en zijn voor iedereen hetzelfde.
Napoleontische codificaties
Code pénal (1810) is het wetboek van Napoleon, waarbij teruggegrepen wordt naar harde straffen
v/d middeleeuwen.
→ Bv. afhakking v/d rechterhand, brandmerk, burgerlijke dood en algemene verbeurdverklaring zijn
wrede straffen uit de middeleeuwen die terug ingevoerd zijn in de Code Pénal (1810).
Tegenwoordig wordt gewerkt met een strafvork, dat was in de tijd v/d Franse revolutionaire
tegenstrijdig met het legaliteitsbeginsel. In de tijd van Napoleon werd het systeem v/d vaste straffen
afgeschaft en kreeg de rechter een beoordelingsmarge tussen de wettelijk bepaalde minimum- en
maximumstraf.
2.4 HUIDIGE STRAFRECHT IN BELGIË
2.4.1 Grondwet van 1830
België werd onafhankelijk in 1830, ondanks dat veel overgenomen werd van Frankrijk, werd in de
Grondwet van 1830, de wil uitgedrukt om eigen strafwetboeken te gaan ontwikkelen.
De jury die Napoleon had afgeschaft werd terug ingevoerd om het idee v/d onbetrouwbare rechter
te vervangen door een rol v/h volk. Herziening v/d wetboeken wordt ook nagestreefd – art. 139 Gw.
2.4.2 Strafwetboek (1867)
Wetboek dat vandaag de dag wordt gebruikt is ontworpen door Haus en Nypels. In 1867 werd het
aangenomen door het parlement. Het kent enkele wijzigingen, zoals de verzachting v/d straffen,
maar over het algemeen bleef het onveranderd. Nieuwe ideeën v/h positivisme en het sociaal
verweer zijn er niet in opgenomen.
In 1976 werd een nieuwe Commissie voor de herziening v/h Strafwetboek opgericht, eerst onder het
voorzitterschap van Châtel en dan onder die van D’Haenens. Geen van beide commissies is erin
geslaagd om het wetboek in zijn totaliteit te herzien.
Echter is het wel gelukt om enkele complementaire wetten toe te voegen. Via de complementaire
wetten doet het nieuw sociaal verweer een intrede.
→ Bv. verzachtende omstandigheden en resocialisering is geregeld door de complementaire wetten.
Geruchtmakende zaken hebben voor een dermate politieke druk gezorgd, dat het noodzakelijk werd
dat bepaalde aanpassingen doorgevoerd werden, zonder de tijd te nemen om het strafrecht in zijn
geheel te herbekijken.
→ Bv. zaak van Bende van Nijvel heeft invloed gehad op de verjaringstermijnen.
→ Bv. Dutroux-zaak heeft invloed op hoe tegenwoordig zedenmisdrijven t.a.v. kinderen aangepakt
worden.
Ad hoc wijzigen van strafbepalingen is nefast voor de interne consistentie.
4