Productie 3: print & web
Les 1: het grafische proces (p. 411 - 417)
1. grafische communicatie
- doel: productiebegeleiding
→ vormgever en drukker briefen
→ planning opstellen
→ prijsoffertes aanvragen & vergelijken
→ juiste leverancier kiezen
→ kennis v/d productiemethodes
- met mogelijkheden & beperkingen
→ quality control
→ huisstijlbewaking
2. productieproces
- prepress = alles wat binnen de drukkerij aan het drukken vooraf gaat
→ inkomende bestanden checken, aanpassen en eventueel terugsturen, opmaak en lay-
out, drukvormen voorbereiden voor de plaatbelichting, …
→ drukkers, vormgevers, communicatiebureaus, … nemen prepresswerk in eigen beheer
3. digitalisering prepress
digitalisering = democratisering
prepress vroeger prepress nu
- invoer van tekst- en beeld - invoer tekst en beeld valt
- bewerken & integreren van tekst- en grotendeels weg, opdrachtgevers
beeld leveren deze vaak digitaal aan of
- tekst- en beelduitvoer beelden rechtstreeks via pc
- leefden v/d verkoop van scans en - bewerken & integreren van tekst- en
films (valt nu weg) beeld
- tekst- en beelduitvoer valt weg
(evolutie computer-to-plate)
- beheer van data: structureren, in
database plaatsen, opslag- en
zoeksystemen opbouwen
, prepress press
- prepressaparatuur goedkoper - light-machines = goedkope
- software gebruiksvriendelijker instapmodellen van
(kleuren)kopieermachines (of grote
printers) die het mogelijk maken
digitaal drukwerk te produceren
tegen zeer competitieve
paginaprijzen en zonder al te hoge
basisinvesteringen
- prepressapparatuur goedkoper
(just-in-time, on-demand, good-
enough quality)
good-enough quality
- vroeger: altijd offset, geen verschil in kwaliteit mogelijk
- nu: veel keuze aan drukmethodes
- drukwerk ifv de doelstellingen
gepersonaliseerd drukwerk
- vroeger: drukwerk met een plaat
- nu: nieuwe digitale drukmethodes
- drukwerk obv database (= big data)
→ zeer handig met niche- en geomarketing, one-to-one marketing
first distribute, then print
- vroeger: gedrukte info & dan verspreiden
- nu: meest recente info op internet
klaar-terwijl-je-wacht (= real-time economy)
- productie-doorlooptijd = korter
→ planning, logistiek, interne organisatie, … = sneller
- toenemende flexibiliteit van grafische bedrijven
→ wordt geremd door de conjunctuur & eigen structuur
web-2-print
- vorm van remote-publishing
- via internet informatie doorsturen die automatisch naar een publicatie wordt
omgezet om gedrukt te worden
- eindgebruiker bepaalt hoe het einddrukwerk eruit zal zien
- bv. fotoalbum, huisstijldrukwerk, commercieel drukwerk, newsletters & catalogi
,transactioneel drukken
- = het medium bij uitstek voor het verspreiden van gepersonaliseerde boodschappen
- drukken op witruimte die gratis beschikbaar is (= white space marketing)
- one-to-one boodschap voor hun klanten obv aankoopgeschiedenis
- voordeel: gerichte promo’s obv aankoopgeschiedenis = white-space marketing
- nadeel: beheersen v/d “big data” & grote hoeveelheden klantendata
- bv. facturen of betalingen
duurzaam drukken
1. procesoptimalisatie
→ minder verlies materiaal, papier, minder herdrukken door fouten te vermijden, minder
papierinschiet, minder oplosmiddelen
2. filmloze plaatproductie
→ minder chemicaliën
3. waterloze offset
→ geen vochtwerk met alcohol oplossingen
4. inkten op vegetale basis
→ soja, koolzaad, …
- papier FSC (= forest stewardship council)
→ gaat na of de bossen goed onderhouden worden en voldoen aan sociale, economische
en ecologische afspraken
groeimarkt
- crossmediaal/multichannel publiceren = print en web, verschillende
druktechnologieën (offset en digitaal)
→ bv. herkenningsapps (shazam), QR-reader, Snaptagreader, …
- oriënteren op een hybride workflow voor publicatie op papier en digitale publicatie
⇒ grens tussen schrijven, produceren en uitgeven/distribueren zal vervagen
digitalisering (= DAM = Digital Asset Management = cross media)
= beheer van digitale rijkdom die gestockeerd wordt op een server (beelden, teksten, logo’s
tabellen, prijslijsten)
, Digitale disruptie = het ontstaan van nieuwe organisatiemodellen doordat grenzen tussen
het digitale en fysieke vervagen
4. drukken of printen
(traditioneel) drukken = offset drukken
- stappenplan:
→ plaat: bevochtigd door vochtrol om nadien door 3 à 4 inktrollen te worden ingeïnkt
→ de niet-drukkende delen krijgen een waterfilm
→ de drukkende delen weigeren water maar zijn ontvankelijk voor inkt
→ de drukvorm (plaat) komt niet in contact met het papier → drukken gebeurt via een
cilinder bekleed met een rubberdoek
→ afdruk → rubberdoek → afbeelding op het papier
- sterktes:
→ hoge & tastbare kwaliteit
→ geautomatiseerde productie
→ veel expertise beschikbaar (ISO, Fogra, …)
→ offline beschikbaar
→ long run printing/versioning (voordelig bij grote oplages)
= het produceren van meerdere, verschillende versies v/e catalogus of publicatie
om specifiekere doelpublieken of klanten te bereiken
- zwaktes:
→ traag en duur productieproces ( ⇒ langere levertijd)
→ alleen rendabel als massamedium
→ geen updating mogelijk
→ complexe opslag en logistiek
→ lineaire navigatie