Zakenrecht/Goederenrecht
1)Algemene begrippen van het goederenrecht
Wat is zakenrecht?
Erfpacht, opstal, vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, eigendom
Hervorming goederenrecht
De ontwerptekst is sinds 2018 goedgekeurd, maar is nog niet in werking getreden. Dit omdat
het goederenrecht is gebaseerd op de vroegere landbouwsamenleving.
1. Onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke rechten
A. Inleiding
We maken een onderscheidt tussen:
Persoonlijke rechten: Persoonlijke rechten worden niet overgeschreven
-> Hier zijn wel uitzonderingen op!
Zakelijke rechten: Eigendomsrecht, vruchtgebruik, erfpacht, recht van opstal, Vermogens-
erfdienstbaarheden… Rechten
Intellectuele rechten: Creatie met je geest, iets dat je niet kunt vastgrijpen.
Bv: octrooien…
Opmerking:
Het belang van het onderscheidt zit in de publiciteit.
= publiciteitsmechanismen: attributen (Bv: volgrecht) + tegenwerpelijkheid
Als je wil dat iedereen het weet (publiek maken) dan moet je het overschrijven op het
kantoor van rechtszekerheid. Hierdoor is het tegenstelbaar/tegenwerpelijk aan derde.
Onzekerheid:
Het is niet altijd duidelijk wat moet worden overgeschreven. Zo moet ook het persoonlijke
recht ‘huur voor een overeenkomst van meer dan 9 jaar’ worden overgeschreven op het
kantoor van rechtszekerheid.
Principe:
Onroerende goederen: Overschrijving is verplicht
Roerende goederen: Moeten niet overgeschreven worden -> bezitgeld is het bewijs
dat je bezit over een roerend goed.
,B. Verschillende soorten leer i.v.m. onderscheid tussen
persoonlijke rechten en zakelijke rechten
a. Klassieke leer
Wat is het verschil volgens de klassieke leer?
Zakelijke rechten: Bij zakelijke rechten heb je een heerschappij over een goed
Bv: Je wordt eigenaar van een huis
-> Er is een rechtsverhouding tussen rechtspersoon en rechtsgoed, dus tussen een
rechtssubject en een rechtsobject.
Persoonlijke rechten: Je kan aanspraak maken op een persoon.
-> Er is een rechtsverhouding tussen een rechtssubject en een rechtssubject
Rechtssubject: natuurlijk persoon, rechtspersoon
Rechtsobject: huis
Kritiek: Er is een dubbele misvatting:
-> Bij een persoonlijk recht heb je geen invloed op rechtsobject.
Bv: Huur heeft betrekking op een rechtsobject, het hangt vast aan een appartement/huis.
-> Bij een zakelijk recht is er enkel een rechtsband tussen een rechtsobject en een
rechtssubject. Dit is ook niet volledig juist want het vruchtgebruik heeft ook te maken met
wat de persoon krijgt, er bestaat dus een verhouding tussen de personen => VE = BE + VG
Bv: Wie moet wat onderhouden …
Variant op klassieke leer:
Attributen:
Volgrecht
Recht voorrang
-> Zakelijke rechten hebben attributen, door hiernaar te kijken weet je wat voor soort recht
het is. Maar hier mag je niet vanuit gaan!
Bv: Je werkt bij de bank en moet een kostuum dragen. MAAR dat wil niet zeggen dat als je
een kostuum draagt, je sowieso bij de bank werkt.
b. Personalisme
Dit is de tweede leer, dit gaat verder op de klassieke leer. Hier gaan ze bij het zakelijk recht
over van RS – RO naar RS – RS. Ze gaan het dus personaliseren.
Het verschil ligt er in dat het zakelijk recht een absolute werking heeft (verbintenis voor
iedereen) en het persoonlijk recht een relatieve werking heeft (ten opzichte van 1 persoon).
Kritiek:
Er is een fout gemaakt. Het personalisme heeft de interne (de bevoegdheden/kenmerken)
en de externe (de tegenwerpelijkheid) kenmerken door elkaar gehaald.
-> Een persoonlijk recht heeft ook betrekking op meerdere personen, iedereen moet de
overeenkomst dus respecteren, anders zijn derde medeplichtig aan contractbreuk.
,c. Neo-personalisme
Dit is de derde en laatste leer. Eigendom staat bij neo-personalisme bovenaan, dit is het
belangrijkste. Daarna gaan ze pas een onderscheid maken tussen het zakelijk recht met een
kwalitatieve verbintenis en het persoonlijk recht met een persoonlijke titel.
EIGENDOM
Zakelijk recht Persoonlijk recht
= Kwalitatieve verbintenis = Persoonlijke titel
= Rechten zijn verbonden aan het goed
Bv: Als ik als vruchtgebruiker wil dat de Bv: Als je zelf in een appartement woont, en
naakte eigenaar het dak laat maken, kan ik je stelt iemand aan om de douche te
dat enkel omdat ik op dat moment repareren, dan heb je hier een verbintenis
vruchtgebruiker ben. meen en zal de nieuwe eigenaar hier niets
-> Vanaf het moment dat ik geen mee te maken hebben.
vruchtgebruiker meer ben kan ik dat ook
niet meer, omdat de rechten samen met
het vruchtgebruik over gaan
d. Synthese
Grenszone: Het is dus heel moeilijk te bepalen of het een zakelijk of een persoonlijk recht is.
Bij zakelijk recht heb je minimum 1 verbintenis. Dit moet men publiceren door het over te
schrijven op het kantoor van rechtszekerheid zodat het tegenwerpelijk is en derde dit
respecteren.
De tegenwerpelijkheid is groot als je het op de juiste manier publiceert, doe je dit niet dan is
de tegenwerpelijkheid even groot als bij het persoonlijk recht.
(De tegenwerpelijkheid bij persoonlijk recht is niet zo groot, omdat het niet wordt
geregistreerd/overgeschreven op het kantoor van rechtszekerheid, dus geen goed bewijs).
, 2. Het gesloten stelsel van de zakelijke rechten:
numerus clausus-beginsel
A. Uitgangspunt
Numerus clausus: Er zijn een beperkt aantal zakelijke rechten
Zakelijke rechten Persoonlijke rechten
De zakelijke rechten die de wet voorschrijft Open (wilsautonomie)
= Formele afbakening -> Deze kunnen tot stand komen door een
wilsovereenstemming, is niet beperkt
De opsomming van alle zakelijke rechten staan niet in de wet, maar er is wel een aanknoping
(Art. 543 BW), dus geen grondslag.
Er zijn verschillende opsommingen:
Limitatief/exhaustief: Beperkt
Exemplatief: Opsomming van alle voorbeelden
Daarom is er het arrest ‘Cassatie Blieck’. Het is een arrest van Cassatie omdat dit het hoogste
rechtscollege is, dit doe je altijd bij rechtsspraak. Als er geen rechtspraak is, kun je nog
steeds terugvallen op rechtsleer.
Voor alle zakelijke zekerheden is er wel een grondslag (Art. 7-8 Hyp.W.)
Wet -> Rechtspraak -> Rechtsleer
B. Nuancering (inhoud)
Verbintenissenrecht Zakenrecht
Wilsautonomie Numerus clausus
Beperkt
Openbare orde, dwingend recht, goede zede Aanvullend/suppletief recht
Wezenlijke kenmerken
Conventionalisering
C. Indeling
ER
Autonoom
Beperkte