Dit is een samenvatting van het vak Economie B voor de richtingen HIR/TEW/EW, voorbereidingsprogramma bedrijfseconomie, bachelor in de oosterse talen en culturen, ....in AJ , gedoceerd door Bart Defloor en gebaseerd op het boek 'Wegwijs in Economie'. Hoofdstukken 20 tem 38 komen aan bod + een deel ...
19.1.3: NORMEN, PIGOUVIAANSE BELASTINGEN EN EMISSIERECHTEN
Markt van de vervuiling/geluidsoverlast/…: er zijn gedupeerden en vervuilers → doel vanuit
maatschappelijk oogpunt is optimaal niveau van vervuiling te bereiken aan minimale kost. Een aantal
beleidsinstrumenten hiervoor zijn:
➔ Normen: iedereen mag maar zoveel uitstoten, dus ene bedrijf zal hogere kosten hebben dan
ander bedrijf.
➔ Pigouviaanse belasting: belasting op vervuiling: iedereen zal uitstoot reduceren tot wnr MRK
gelijk is aan belasting → ene bedrijf zal meer reduceren dan ander bedrijf
➔ Emissierecht: een norm waarbij de rechten verhandelbaar zijn, uiteindelijk resultaat is dat er
een norm is + verhandeling is mogelijk: efficiënt omdat vervuiling gereduceerd wordt aan
minimale reductiekosten
!Voordeel van emissierecht en belasting is dat reductie gebeurt door bedrijven die dat het
goedkoopst kunnen!
Het gebruik van Pigouviaanse belastingen, emissierechten en andere instrumenten als
verbodsbepalingen worden algemeen gebruikt bij de bestrijding van negatieve externaliteiten. Het
verschil bij de verbodsbepaling op snelheid is dat het negatieve externe effect afhangt van de
individuele overschrijding (bij klimaatpollutie gaat het negatieve externe effect over de totale
hoeveelheid pollutie). --> Handel in bvb snelheidsrechten zou dus onzinnig zijn.
19.3.3: COASE THEOREMA
,Particuliere economische agenten kunnen het probleem van externe effecten onderling oplossen en
daarbij de welvaart verhogen op voorwaarde dat:
1) de eigendomsrechten goed omschreven zijn,
2) er onderhandeld kan worden zonder transactiekosten,
3) de schade veroorzaakt door de externe effecten en de waarde van de transactie meetbaar zijn,
4) en het aantal betrokken partijen beperkt is.
→ De uiteindelijke oplossing hangt niet af van wie het recht geeft, enige verschil is wie betaalt,
→ voorbeeld: studentenhome, profs btb voor feestje na middernacht is 500, studenten btb 1000
voor rustige nacht → transactie van 750, beide 250 winst.
→ voorwaarden van coase zijn niet altijd voldaan, eigendomsrechten zijn niet altijd goed
gedefinieerd.
19.4 INTERNALITEITEN
De markt levert de beste uitkomst onder bepaalde voorwaarden
➔ Afwezigheid van marktfaling ( geen marktmacht, externe effecten en publieke goederen)
➔ Perfect symmetrische informatie (bvb market for lemons)
➔ Rationaliteit → Dit is het probleem bij Internaliteiten
=Bepaalde acties hebben onbedoelde neveneffecten op het individu zelf, maar op een later tijdstip.
➔ Wanneer acties ondernomen worden met kleine tijdsintervallen, de gevolgen van elke actie
zijn klein, ver weg in de tijd en vandaag nog vermijdbaar (bvb. roken).
Demeritegoederen een te hoge betalingsbereidheid voor goederen met negatieve internaliteiten
(omgekeerde is meritegoederen, te lage betalingsbereidheid met pos internaliteit).
Paternalisme: consumentensoevereiniteit wordt niet gerespecteerd, de overheid weet beter.
, Niveau Q Beoordeeld door Baten Kosten Nettosurplus
Qpriv De consument A +B +C + D + E +F D+E+F A+B+C
Qpriv De overheid B+D+E D+E+F B–F
Qsoc De overheid B+D D B
Laatste scenario is het beste, je kan dit bereiken door het invoeren van taksen (A schuift naar boven).
20. PUBLIEKE GOEDEREN EN GEMEENSCHAPPELIJKE BRONNEN
20.1 VIER SOORTEN GOEDEREN EN DIENSTEN
➔ Rivaal: consumptie ene consument vermindert consumptie andere consument
➔ Exclusiviteit: wanneer de consument kan uitgesloten worden
Niet omdat de goederen gratis zijn dat ze geen waarde hebben!
20.2.1 VRIJBUITERS EN DE FINANCIERING VAN PUBLIEKE GOEDEREN
Mensen of organisaties die niet betalen voor een goed waar ze wel willen van genieten: vrijbuiters
Vrijbuitersprobleem: diegene die baat hebben betalen niet wat resulteert in een lager dan wenselijke
voorziening → marktfaling.
Samuelson voorwaarde: een publiek goed wordt optimaal voorzien wanneer de som van de
bereidheid tot betalen van alle gebruikers gelijk is aan de marginale kost van de voorziening ervan.
Dit is een manier om het welvaartsverlies van marktwerking bij publieke goederen weg te werken, dit
betekent niet dat ze beiden evenveel betalen.
Wanneer we de waardering van alle individuen willen meten voor een publiek goed, moeten we de
MBTB verticaal optellen.
Optimale voorziening: wnr MBTB totaal gelijk is aan de marginale kost.
Overheid lost dit probleem op door financiering met belastinggeld OF exclusiviteit (toltunnel). Want
Samuelson voorwaarde zou heel veel transactiekosten met zich meebrengen.
20.2.2 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATEN ANALYSE (MKBA)
= analyse van een publiek goed waarbij de verwachte monetaire kosten worden afgewogen
tegenover verwachte monetaire baten
➔ Omschrijving projecteffecten
➔ Waardering van alle effecten in zelfde noemer
, ➔ NCW’s optellen
➔ Verdelingsaspecten: wie is winnaar of verliezer
➔ Sensitiviteitsanalyse
Voor dingen die niet te meten zijn:
➔ Uitgedrukte voorkeursmethode (SP): via enquête de bereidheid tot betalen bevragen
➔ Gereveleerde voorkeursmethode (RP): voorkeur van publiek t.o.v. hoe ze zich gedragen
4 criteria voor het evalueren van welvaartsstijging
➔ Pareto: het is beter als er ten minste 1 iemand erop vooruitgaat en niemand achteruit
➔ Kaldor-Hicks: beter als de begunstigden in principe de benadeelden kunnen vergoeden
➔ Gewogen KH: idem maar met gewichten
➔ Rawls: Beter als positie van slechtste verbetert
20.2.3 SOCIALE NORMEN
Via sociale normen kan het vrijbuitersprobleem opgelost worden zonder privatisering noch overheid
toch een publiek goed te creëren, meer kans op slagen naarmate het publiek goed meer lokaal is en
degene die ervan kunnen genieten goed kunnen communiceren met elkaar
20.3 GEMEENSCHAPPELIJKE BRONNEN
20.3.1 UITPUTTING VAN GEMEENSCHAPPELIJKE BRONNEN
Tragedy of commons: gemeenschappelijk gebruik door economische agenten leidt tot uitputting van
dit goed.
20.3. UITPUTTING VAN GEMEENSCHAPPELIJKE BRONNEN DOOR EXTERNALITEITEN
Een economische agent houdt geen rekening met de kosten van zijn gedrag voor derden
+ irreversibiliteiten: onomkeerbaarheid van bv. uitsterven van vis.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jonasdeleu. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.